DOWNLOAD Harman Kardon AVR 300 (serv.man9) Service Manual ↓ Size: 570.15 KB | Pages: 44 in PDF or view online for FREE

Model
AVR 300 (serv.man9)
Pages
44
Size
570.15 KB
Type
PDF
Document
User Manual / Operation Manual
Brand
Device
Audio
File
avr-300-sm9.pdf
Date

Harman Kardon AVR 300 (serv.man9) User Manual / Operation Manual ▷ View online

SYSTEEMCONFIGURATIE  17
Systeemconfiguratie
Als alle audio-, video- en systeemaansluitingen
gemaakt zijn, zijn er enkele configuratie-aanpas-
singen nodig. Een juiste configuratie en afstel-
ling van het apparaat kost enkele minuten, maar
zal veel betekenen voor uw luisterplezier.
Keuze van de luidsprekers
Welk merk luidsprekers er ook gebruikt wordt,
hetzelfde model of merk moet worden gebruikt
voor de luidsprekers linksvoor, midden en rechts-
voor. Dit creëert een rimpelloos geluidspodium
en elimineert de mogelijkheid van vervelende
storingen die zich voordoen als er geluid over
niet goed samengaande frontkanaalluidsprekers
beweegt.
Harman kardon adviseert luidsprekers van JBL of
Infinity.
Plaatsing van de luidsprekers
De plaatsing van de luidsprekers in een huis-
theater-systeem met meerdere kanalen kan een
aanzienlijke invloed hebben op de geproduceer-
de geluidskwaliteit.
Afhankelijk van het type centerkanaalluidspreker
dat gebruikt wordt en uw televisieapparaat,
dient u uw centrale luidspreker ofwel onmiddel-
lijk boven of onder uw TV te plaatsen, of in het
midden achter een geperforeerd front-projectie-
scherm.
Als de centerkanaalluidspreker is geïnstalleerd,
plaatst u de luidsprekers linksvoor en rechtsvoor
zodat deze net zo ver van elkaar staan als de
middelste luidspreker weg staat van de gewens-
te luisterplek. Idealiter dienen de frontkanaal-
luidsprekers zo te worden geplaatst dat hun
tweeters zich niet meer dan 60 cm boven of
onder de tweeter in de centerkanaalluidspreker
bevinden.
Deze moeten minstens 0,5 meter van uw TV af
staan, tenzij de luidsprekers magnetisch afge-
schermd zijn om storing met het testtoonsignaal
te vermijden.
Afhankelijk van de specifieke eigenschappen van
uw kamer-akoestiek en het type luidsprekers dat
u gebruikt, zullen de resultaten verbeteren als u
de luidsprekers linksvoor en rechtsvoor iets naar
voren ten opzichte van de centerkanaal luidspre-
ker zet. Stel indien mogelijk alle voorste luidspre-
kers zo bij dat deze op oorhoogte gericht zijn als
u zich in uw luisterpositie bevindt.
Aan de hand van deze richtlijnen kunt u experi-
menteren om de juiste locatie van de voorste
luidsprekers in uw installatie te bepalen. Wees
niet bang om de elementen te verplaatsen totdat
uw systeem het juiste geluid heeft. Optimaliseer
uw luidsprekers zodat audio-overgangen via de
voorkant van de kamer gebalanceerd klinken.
Surround-luidsprekers dienen op de zijmuren van
de kamer te worden geplaatst, ter hoogte van of
iets achter de luisterpositie. Het midden van de
luidspreker moet op de kamer gericht zijn.
Als het niet handig is de luidsprekers aan de zij-
muren te monteren, kunnen de luidsprekers op
de achterwand worden geplaatst, achter de 
luisterpositie. De luidsprekers mogen zich niet
meer dan 2 meter achter van het zitgedeelte
bevinden.
Subwoofers produceren grotendeels niet-direc-
tioneel geluid, en kunnen dus bijna overal in het
vertrek worden geplaatst. De plaatsing dient te
worden gebaseerd op de afmetingen en vorm
van het vertrek en het type subwoofer dat
gebruikt wordt. Één methode om de optimale
locatie voor een subwoofer te vinden is door
deze eerst voor in de kamer te zetten, ongeveer
15 cm van een muur, of in de buurt van de hoek
voor in de kamer. Een andere methode is de sub-
woofer tijdelijk op de plaats te zetten waar u
gewoonlijk zult zitten, en dan in de kamer rond
te lopen totdat u een plaats vindt waar de sub-
woofer het beste klinkt. Zet de subwoofer dan
op die plaats. U dient ook de instructies van de
fabrikant van de subwoofer te volgen, of u kunt
experimenteren om de beste locatie voor een
subwoofer in uw luisterkamer te bepalen.
Right Front
Speaker
Left Front
Speaker
No more
than 60cm
Center Front Speaker
A) Installatie van de frontkanaal speaker met
direct-zicht tv’s of achterschermprojectoren.
Center Front
Speaker
Optional Rear-Wall Mounting
TV or Projection Screen
Right Front
Speaker
Left Front
Speaker
No more than 2 m 
when rear-mounted
speakers are used
B) De afstand tussen de linker en rechter
speaker dient gelijk te zijn aan de afstand van
de zitpositie tot het televisiescherm. U kunt
ook experimenteren door plaatsing van de
linker en rechter speaker iets naar voren ten
opzichte van de middelste speaker.
Speaker middenvoor
Niet meer
dan 60 cm
Speaker rechts voor
Speaker links voor
TV of projectiescherm
Speaker middenvoor
Speaker
linksvoor
Speaker
rechtsvoor
Nier meer dan 2 m
Optionele montage op de achterwand.
18 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeeminstelling
Als de luidsprekers eenmaal geplaatst en aange-
sloten zijn, dient u de installatie voort te zetten
door het AVR 300 RDS Bass Management System
te programmeren voor het type luidsprekers dat
in het systeem gebruikt wordt, de uitgangsni-
veaus in te stellen en de vertragingen op te
geven die gebruikt worden door de surround-
sound-processor.
U bent nu klaar om de AVR 300 RDS in te scha-
kelen, zodat deze laatste afstellingen kunnen
worden uitgevoerd.
1. Steek de stekker van het netsnoer fl in een
ongeschakeld stopcontact.
2. Druk op hoofdschakelaar 1 zodat deze
ingetrokken blijft en op één lijn is met het
voorpaneel. Let erop dat voedingsindicator
3 oranje moet worden, om aan te geven dat
het apparaat in de stand-bymodus is.
3. Installeer de drie bijgeleverde AAA batterijen
in de afstandsbediening, zoals op de afbeel-
ding te zien is. Zorg ervoor dat de aanwijzin-
gen van de polariteiten (+) en (-), die op de
bodem van het batterijvakje zitten, worden
opgevolgd.
4. Schakel de AVR 300 RDS in door op Systeem-
schakelaar 2 op het voorpaneel te drukken
of via de afstandsbediening door eerst op
AVR-keuzetoets 
1 of op een van de
CD/DVD-keuzetoetsen 
2 van de afstandsbe-
diening te drukken. De voedingsindicator
3 wordt groen om te bevestigen dat het
apparaat aan staat, en ook het informatie-
display
 gaat branden.
Gebruik van het schermdisplay
Voor het maken van de volgende afstellingen
vindt u het misschien makkelijker gebruik te
maken van het schermdisplay van het toestel.
Deze makkelijk leesbare overzichten geven u een
duidelijk beeld van de huidige status van het toe-
stel en maken het eenvoudig om te zien welke
luidspreker-, vertragings-, ingangs- of digitale
selectie u maakt.
Om het schermdisplay te zien zorgt u ervoor dat
u de aansluiting hebt gemaakt van de TV moni-
tor video uit-aansluitingen 
b op het achter-
paneel naar de composiet- of S-video-ingang van
uw TV of projector. Om het schermdisplay van de
AVR te kunnen zien dient de juiste videobron
geselecteerd te zijn op uw videodisplay.
BELANGRIJKE OPMERKING: wanneer u het
schermdisplay op een projectie-TV bekijkt is het
van belang om dit niet voor lange tijd op het
scherm te laten staan. Zoals bij alle videoscher-
men, maar in het bijzonder voor projectoren, kan
de constante weergave van statische beelden
zoals deze menu’s of beelden van videospelletjes
aanleiding geven tot het permanente “inbran-
den” van het beeld in de beeldbuis. Deze schade
is niet gedekt door de garantie van de AVR 300
RDS en is mogelijk ook niet gedekt door de
garantie van de TV-projector.
De AVR 300 RDS heeft twee schermdisplaymodi:
“semi OSD” en “full OSD”. Wanneer u instellin-
gen wijzigt raden wij aan de full OSD-modus te
gebruiken. Dit zal een volledig statusrapport of
optielijst op uw scherm geven, wat het eenvou-
dig maakt de beschikbare opties te zien. De semi
OSD-modus gebruikt een display van slechts een
regel.
Om de full OSD-schermen te zien drukt u drie
maal op OSD-toets
G. Als u er de eerste maal
op drukt selecteert u de semi OSD-modus, als u
er een tweede maal op drukt zet u het OSD-sys-
teem uit; en als u er een derde maal op drukt
roept u de full OSD-weergave op (afbeelding 1).
Wanneer de semi OSD-modus is geselecteerd, zal
telkens een boodschap onder op het scherm ver-
schijnen wanneer u de modus of bron wijzigt.
Eerst wordt de nieuwe modus of bron weegege-
ven, en wanneer de bron veranderd wordt, dan
volgt er ook een bevestiging van de gebruikte
modus.
Het full OSD-display verdwijnt na 30 seconden.
Het schermdisplay zal daarentegen op het
scherm blijven zolang u instellingen wijzigt bij
het instellen van de uitgangsniveaus van de
kanalen samen met het testtoonsignaal. De
weergave moet handmatig uitgeschakeld worden
door te drukken op OSD-toets 
G.
Afbeelding 1
Bij het maken van de meeste instellingsaanpass-
ingen kunt u het full OSD-display op elk gewenst
moment oproepen door eenmaal op OSD-toets
G te drukken. Het display blijft op het scherm
staan zolang u aanpassingen blijft maken, of tot
twintig seconden na het indrukken van de laatste
toets waarmee een instelling is gewijzigd.
Luidsprekerconfiguratie
Met de eerste instellingen laat u de AVR 300 RDS
weten welk type luidsprekers gebruikt wordt. Dit
is belangrijk, aangezien het de instellingen aan-
past die bepalen welke luidsprekers lage-fre-
quentie (bas) informatie ontvangen. Voor elk van
deze instellingen moet de instelling LARGE
worden gebruikt als de luidsprekers voor een
bepaalde positie traditionele full-range luidspre-
kers zijn, die in staat zijn geluiden onder 100 Hz
te reproduceren. Gebruik de SMALL instelling
voor kleinere satellietluidsprekers met beperkt
frequentiebereik, die niet in staat zijn geluiden
weer te geven onder 100 Hz. Bemerk dat als er
“kleine” voorste (linker en rechter) luidsprekers
worden gebruikt, een subwoofer nodig is om
lage-frequentiegeluiden te reproduceren. Als u
twijfelt over de categorie waartoe uw luidspre-
kers horen, raadpleeg dan de specificaties in de
handleiding van de luidsprekers, of vraag uw
leverancier.
Met de AVR 300 RDS ingeschakeld, dient u de
volgende stappen te volgen om de luidsprekers
te configureren:
1. Zet de AVR 300 RDS in de Dolby Pro Logic
modus door op de keuzetoets Dolby Pro
Logic 
Ó te drukken op het voorpaneel of op
de keuzetoets van de surround-modus
5
op de afstandsbediening, en vervolgens op de
/
¤
toetsen 
7 totdat PRO LOGIC
verschijnt in het hoofdinformatiedisplay
U en de indicator PRO LOGIC G brandt.
2. Druk op de luidsprekertoets
  ˝ op de
afstandsbediening of op het voorpaneel. De
woorden FRNT SPEAKER verschijnen op
het hoofdinformatiedisplay U.
Indien u het schermdisplay gebruikt, dan ver-
schijnt er een weegave die de status van elke
luidspreker aangeeft (Afbeelding 2).
Afbeelding 2
Druk op de insteltoets
8 ˘, en bemerk dat
de aanwijzer 
in de OSD ophoudt met knippe-
ren; de weergave geeft nu de effectief geselec-
teerde modus van de luidspreker voor aan.
      M O D E   : D O L B Y   P R O   L O G I C
   
      F R O N T   S P   :
L A R G E
  S M A L L
      C E N T E R   S P : L A R G E  
S M A L L
                          N O N E
      S U R R   S P K   :
L A R G E  
S M A L L
                          N O N E
      S U B W O O F E R :
O F F  
O N
     
      M A S T E R   V O L U M E :  2 0 D B
      A U D I O   S O U R C E   : D I G I T A L
      V I D E O   S O U R C E   : D V D
      A U D I O   I N P U T     : O P T   1  
      B I T S T R E A M   I N   : 3 / 2 . 1 C H  
      S U R R .   M O D E   : D O L B Y
   D I G I T A L
 M U L T I   R O O M   :
O F F  
O N
      M A S T E R   V O L U M E :  2 0 D B
Systeemconfiguratie
SYSTEEMCONFIGURATIE  19
Systeemconfiguratie
4. Druk op de 
/
¤
toets 
7 op de afstandsbe-
diening of de keuzetoetsen 
 op het voorpa-
neel totdat LARGE of SMALL verschijnt,
hetgeen overeenstemt met het type luidspre-
kers dat u heeft in de posities linksvoor en
rechtsvoor, zoals beschreven door de definities
die te zien zijn op de vorige pagina.
Als SMALL geselecteerd is, zullen lage-fre-
quentie geluiden van de voorste kanalen alleen
naar de subwoofer uitgang worden gezonden.
Merk op dat als u deze optie kiest, en er geen
subwoofer is aangesloten, u geen lage fre-
quentie geluiden van de voorste kanalen zult
horen.
Als LARGE wordt geselecteerd, zal een full-
range uitgang naar de uitgangen voor de luid-
sprekers linksvoor en rechtsvoor worden
gezonden, en zullen er bij analoge surround
modes de lage-frequentiesignalen van de voor-
ste kanalen naar de subwoofer uitgang wor-
den gezonden.
OPMERKING: indien u de weegave op
scherm gebruikt, dan zal de geselecteerde luid-
sprekeroptie gemarkeerd worden. De keuze zal
veranderen in functie van de stappen die op
deze pagina’s worden beschreven.
Belangrijke opmerking: wanneer u gebruikt
maakt van een set met twee satellieten voor en
een passieve subwoofer, aangesloten op de luid-
sprekeruitgangen voor ‹, dan moeten de luid-
sprekers voor ingesteld worden op LARGE.
5. Als u uw selectie voor het frontkanaal heeft
voltooid, drukt u op de insteltoets
8 ˘,
en vervolgens op de 
¤
toets 
7 op de
afstandsbediening of de 
fl 
keuzetoets
op het voorpaneel om het display te verande-
ren in CEN SPEAKER.
6. Druk opnieuw op de insteltoets
8  en
gebruik de 
/
¤
toetsen 
7 op de afstands-
bediening of de keuzetoetsen
 op het
voorpaneel, om de optie te selecteren die het
beste uw systeem beschrijft dat gebaseerd is
op de definities van de middelste luidspreker
die weergegeven zijn op de vorige pagina.
Als CEN SP SMALL geselecteerd wordt,
zullen lage-frequentiegeluiden in het centerka-
naal alleen naar de voorste kanalen worden
gezonden (als ze zijn ingesteld op LARGE) en
naar de subwoofer uitgang.
Als CEN SP LARGE geselecteerd wordt,
zal er een full-range uitgang naar de center-
luidspreker uitgang worden gezonden, en zul-
len, bij analoge surroundmodes, de lage-fre-
quentiegeluiden van het centerkanaalsignaal
worden gezonden naar de subwooferuitgang.
Als CEN SP NONE geselecteerd is, zullen
er geen signalen worden gezonden naar de
centerkanaal uitgang. De receiver zal in een
“schijn”-centerkanaalmodus werken en cen-
terkanaal informatie zal naar de linker en rech-
ter frontkanaaluitgangen worden gezonden.
Deze modus is nodig indien er geen centerluid-
spreker gebruikt wordt.
7. Als u de selectie voor het centerkanaal heeft
voltooid, drukt u op de insteltoets
8 ˘,
en vervolgens op de 
¤
toets 
7 op de
afstandsbediening of de keuzetoets
fl 
op het voorpaneel om het display te verande-
ren in SUR SPEAKER.
8. Druk opnieuw op de insteltoets 
8 ˘ en
gebruik de 
/
¤
toetsen 
7 op de afstands-
bediening of de keuzetoetsen
 op het
voorpaneel om de optie te selecteren die het
beste bij uw systeem past dat gebaseerd is op
de definities van de surround-luidspreker die
weergegeven zijn in de voorgaande sectie.
Als SUR SP SMALL geselecteerd is, zul-
len lage frequentie surround-kanaal geluiden
alleen naar de voorkanalen worden gezonden
(als ze zijn ingesteld op LARGE) en naar de
subwoofer uitgang, maar alleen met de Dolby
Digital en DTS modus. Bij analoge surround-
modi is er geen bas aan de achterkant beschik-
baar.
Als SUR SP LARGE geselecteerd is, zal
een volledige output naar de surround-channel
uitgangen worden gezonden (bij Dolby Digital
en DTS modus), en zullen er GEEN surround-
kanaalsignalen naar de subwooferuitgang
worden gezonden.
Als SUR SP NONE geselecteerd is, zal
surround-geluidsinformatie worden gesplitst
tussen de uitgangen linksvoor en rechtsvoor.
Merk op dat voor optimale prestaties, als er
geen surround-luidsprekers in gebruik zijn, het
Dolby 3 Stereo modus gebruikt zou moeten
worden in plaats van de Dolby Pro Logic.
9. Als u de selectie voor het surround-kanaal
heeft voltooid, drukt u op de insteltoets
7
˘ en vervolgens op de toets 
¤
7 op de
afstandsbediening of de keuzetoets
fl 
op het voorpaneel om het display te verande-
ren in S-W SPEAKER
10. Druk op de insteltoets
8 ˘ en vervol-
gens op de 
/
¤
toetsen 
7 op de
afstandsbediening of de keuzetoetsen
op het voorpaneel om de optie te kiezen die
het beste uw subwoofersysteem beschrijft.
Selecteer S-W SP ON als er een sub-
woofer is aangesloten op de Subwoofer
uitgang 
⁄.
Selecteer S-W SP OFF als er GEEN sub-
woofer is aangesloten op uw systeem.
Bemerk dat als er geen subwoofer geselec-
teerd is, lage-frequentie geluiden onder 100
Hz alleen naar de luidsprekers linksvoor en
rechtsvoor gezonden zullen worden. Deze
optie is niet beschikbaar, als de voorste luid-
sprekers zijn ingesteld op SMALL.
Als een luidsprekerset met satellieten voor en
een subwoofer gebruikt wordt, aangesloten
op de uitgangen luidsprkers voor ‹, dan
moet de subwoofer worden ingesteld op 
S-W SP OFF
.
11. Als alle luidsprekerselecties gemaakt zijn, druk
dan tweemaal op de Insteltoets
8 ˘ om
terug te keren naar de normale bediening.
Aanpassing uitgangsniveau
De instelling van het uitgangsniveau is een fun-
damenteel onderdeel van het configuratieproces
voor welk surround-sound-product dan ook. Dit is
bijzonder belangrijk voor een Dolby Digital recei-
ver als de AVR 300 RDS, aangezien de juiste uit-
gangen zullen verzekeren dat u de sound tracks
op hun juiste plaats met de juiste gerichtheid en
intensiteit zult horen.
OPMERKING: bij luisteraars bestaat vaak ver-
warring over de bediening van surround-kanalen.
Terwijl sommigen aannemen dat het geluid altijd
uit alle luidsprekers moet komen, zal er juist vaak
weinig of geen geluid uit de surround-kanalen
komen. De reden hiervan is dat zij alleen worden
gebruikt als een filmregisseur of sound mixer
daar specifiek geluid plaatst om een sfeer, een
speciaal effect te creëren of om actie voort te zet-
ten van de voorzijde van de kamer naar de ach-
terkant. Als de uitgangsniveaus goed zijn inge-
steld, is het normaal dat surround-luidsprekers
slechts zo nu en dan werken. Kunstmatige verho-
ging van het volume van de achterste luidspre-
kers kan de illusie van een omhullend geluids-
veld, dat de manier waarop u geluid in een bio-
scoop of concertzaal hoort imiteert, te niet doen.
BELANGRIJKE OPMERKING: het uitgangsni-
veau moet appart ingesteld worden voor elke
digitale en analoge surround-modus. Dit zal
tevens de niveauverschillen compenseren tussen
de luidsprekers, dat kan variëren met de gekozen
surround-modus (zie ook Aanpassing niveau bij-
werken, pagina 29).
Alvorens te beginnen met de instellingen dient u
na te gaan of alle luidsprekeraansluitingen goed
uitgevoerd zijn. Het systeemvolume moet worden
ingesteld op het niveau dat u zult gebruiken tij-
dens een typische luistersessie. Tenslotte dient u
er zeker van te zijn dat de Balansregeling 7 is
ingesteld op het midden (12-uur stand).
20 SYSTEEMCONFIGURATIE
Om het uitgangsniveau in en af te stellen, moe-
ten onderstaande stappen worden gevolgd. Voor
een nauwkeurige afstelling is het een goed idee
deze instellingen te maken terwijl u op uw favo-
riete luisterpositie zit.
1. Zet de AVR 300 RDS in de Dolby Pro Logic
modus door op de keuzetoets Dolby Pro
Logic 
Ó op het voorpaneel te drukken of op
de keuzetoetsen Surround-modus
5 op
de afstandsbediening, en vervolgens op de
/
¤ 
toetsen 
7 totdat PRO LOGIC ver-
schijnt in het Hoofdinformatiedisplay U
en de PRO LOGIC indicator G oplicht.
2. Druk op de testtoontoets
# op de
afstandsbediening. De woorden T-T FL
0dB
verschijnen op het Hoofdinformatie-
display U en de letters FL zullen elke
seconde knipperen.
OPMERKING: om het schermdisplay te gebrui-
ken terwijl u uitgangsniveau-instellingen maakt
drukt u op de OSD toets 
G. Een kaart van de
geïnstalleerde luidsprekers zal op uw scherm
verschijnen (afbeelding 3), en het kanaal waar
de testruis te horen zal zijn wordt aangegeven
door gemarkeerde letters. Terwijl de afstellingen
worden gemaakt zullen de cijfers onder de
kanaallocatie toe- of afnemen om de verande-
ring ten opzichte van het referentieniveau weer
te geven.
Afbeelding 3
3. Op dit ogenblik zal de testruis beginnen te cir-
culeren in de luidsprekers met een draaibewe-
ging met de klok mee. Open nu het volume,
zodat u de ruis duidelijk zult horen.
BELANGRIJKE OPMERKING: denk erom het
volume opnieuw te verlagen nadat u de afstel-
ling heeft gemaakt VOOR u opnieuw op de
TEST TONE toets drukt (zie stap 6 hieronder)
OPMERKING: dit is een goed moment om na
te gaan of de luidsprekers goed zijn aangeslo-
ten. Luister terwijl de testtoon circuleert, om te
controleren of het geluid vanaf de luidsprekerpo-
sitie komt die wordt aangegeven in het hoofdin-
formatiedisplay. Als het geluid van een luidspre-
kerlocatie NIET overeenstemt met de positie die
op het display verschijnt, zet de AVR 300 RDS
dan uit met de hoofdschakelaar 1 en con-
troleer de bedrading van de luidspreker om er
zeker van te zijn dat elke luidspreker is aangeslo-
ten op de juiste uitgang.
4. Na controle van de plaatsing van de luidspre-
kers moet u de testtoon laten circuleren en
luisteren om vast te stellen welke kanalen lui-
der klinken dan andere. Met behulp van de
luidspreker linksvoor (F L op het display) als
referentie, drukt u op de 
/
¤
toetsen 
7 op
de afstandsbediening of op de keuzetoet-
sen
 op het voorpaneel van elk kanaal, om
te beginnen hen op hetzelfde niveau te bren-
gen. Als een van de toetsen wordt ingedrukt,
zal de circulatie van de testtoon pauzeren op
het kanaal dat bijgesteld wordt, om u de tijd
te geven de bijstelling uit te voeren. Druk ver-
volgens op de insteltoets
8 ˘ om de
wijziging in het geheugen op te slaan.
5. Ga verder met het bijstellen van de afzonder-
lijke luidsprekers totdat zij allemaal hetzelfde
volume hebben. Merk op dat deze bijstellin-
gen alleen moeten worden uitgevoerd met de
/
¤
toetsen 
7 op de afstandsbediening of
de keuzetoetsen
 op het voorpaneel,
NIET de hoofd-volumeregeling. Indien u
geluidsdrukmeter (SPL) gebruikt voor precieze
niveau-aanpassing, stel het volume dan zo in
dat de meter 75 dB, C-weging, traag, aan-
geeft.
OPMERKING: het uitgangsniveau van de sub-
woofer is niet bijstelbaar met behulp van de
testtoon. Om het niveau van de subwoofer te
veranderen, volgt u de stappen voor het bijwer-
ken van de aanpassing van het uitgangsniveau
op pagina 29.
6. Als u de uitgangen zo heeft ingesteld dat alle
kanalen hetzelfde niveau hebben, verlaag
dan eerst het volume tot maximum -
30dB 
(anders zal het volume met muziek veel
te hoog zijn) en druk dan op de testtoon-
toets
# op de afstandsbediening om de
testtoon uit te schakelen en de bijstelling te
voltooien.
Vertragingsinstellingen
Vanwege de verschillende afstanden tussen de
frontkanaal luidsprekers en de luisterpositie in
vergelijking met de surround-luidsprekers en de
luisterpositie, zal de tijd die het geluid nodig
heeft om uw oren te bereiken van de voorste of
surround-luidsprekers verschillen. U kunt dit
compenseren door het gebruik van instellingen
van de vertraging om de timing bij te stellen
voor aanpassing aan de specifieke plaatsing van
de luidsprekers en de akoestische toestand van
uw luisterkamer of huistheater.
De fabrieksinstelling is geschikt voor de meeste
vertrekken, maar sommige installaties creëren
een ongewone afstand tussen de voorste en sur-
round-luidsprekers die tot gevolg kunnen hebben
dat het geluid van de voorste kanalen losgekop-
peld wordt van de surround-kanaal geluiden.
Om de voorste en surround-kanalen opnieuw te
synchroniseren, volgt u deze stappen:
1. Meet de afstand in meter van de luister-/kijk-
positie tot de voorste luidsprekers.
2. Meet de afstand van de luister-/kijkpositie tot
de surround-luidsprekers.
3. Trek de afstand van de surround-luidsprekers
af van de afstand tot de voorste luidsprekers
en vermenigvuldig het resultaat met 3.
a. Bij het instellen van de vertraging voor Dolby
Digital surround-modi is de optimale vertra-
ging de uitkomst van deze aftreksom. Als bij-
voorbeeld de voorste luidsprekers 3 m weg
staan en de surround-luidsprekers 1 m,
wordt de optimale vertraging berekend als 
(3-1)x3=6. Zodoende dient, in dit voorbeeld,
de vertraging voor Dolby Digital te worden
ingesteld op zes milliseconden.
b. Bij het instellen van de vertraging voor de Pro
Logic modus neemt u de uitkomst van de
aftrekking en telt u er 15 bij op om de opti-
male vertraging te krijgen. Als de voorste luid-
sprekers bijvoorbeeld 3 m weg staan en de
surround-luidspreker 1 m, wordt de optimale
vertraging berekend als (3-1)x3+15=21. In dit
voorbeeld zal de Pro Logic vertraging dus
worden ingesteld op twintig milliseconden.
OPMERKING: de DTS-, theater-, zaal 1 en zaal
2-modi gebruiken een vaste, niet te wijzigen ver-
traging.
De Dolby Digital modus omvat ook een geschei-
den instelling voor de centerkanaal vertragings-
modus, aangezien de losstaande aard van deze
signalen de locatie van de centerkanaal luidspre-
kers kritischer maken. Om de vertraging voor het
     
M O D E  
T E S T   T O N E
       
F L
            C             F R
          0             0               0
                     
                       
        S L                           S R
          0                             0
     
      M A S T E R   V O L U M E :  2 0   D B
Systeemconfiguratie
Page of 44
Display

Click on the first or last page to see other AVR 300 (serv.man9) service manuals if exist.