DOWNLOAD Harman Kardon AVR 300 (serv.man9) Service Manual ↓ Size: 570.15 KB | Pages: 44 in PDF or view online for FREE

Model
AVR 300 (serv.man9)
Pages
44
Size
570.15 KB
Type
PDF
Document
User Manual / Operation Manual
Brand
Device
Audio
File
avr-300-sm9.pdf
Date

Harman Kardon AVR 300 (serv.man9) User Manual / Operation Manual ▷ View online

SYSTEEMCONFIGURATIE  21
Systeemconfiguratie
centerkanaal te berekenen, moet u de afstand
meten van de favoriete luisterpositie in het mid-
den van de kamer tot zowel de centerkanaal
luidspreker alsook de linker of rechter luidspre-
ker.
Als de afstanden gelijk zijn, is er geen verdere
bijstelling vereist en moet de vertraging van de
middelste luidspreker worden ingesteld op nul.
Als de afstand tot de voorste luidsprekers groter
is dan de afstand tot de middelste luidspreker,
kan het zijn dat u de luidsprekers wilt verplaat-
sen door de luidsprekers linksvoor en rechtsvoor
dichter bij de luisterpositie of de middelste luid-
spreker verder van de luisterpositie te zetten.
Als verplaatsing van de luidsprekers niet moge-
lijk is, stel dan de vertragingstijd van de middel-
ste luidspreker bij, door een milliseconde toe te
voegen voor elke 30 cm die de middelste luid-
spreker dichter bij de luisterpositie staat dan de
voorste luidsprekers. Als bijvoorbeeld de luid-
sprekers linksvoor en rechtsvoor elk 3 m van de
luisterpositie weg staan en de centerkanaal luid-
spreker 2,4 m, dan wordt de vertraging bere-
kend als 300 cm – 240 cm = 60 cm, waardoor
dus een optimale middenvertraging van 2 milli-
seconden wordt gesuggereerd.
Volg de onderstaande stappen om de vertragin-
gen in te stellen:
1. Zet de AVR 300 RDS in de Dolby Pro Logic
modus door op de keuzetoets Dolby Pro
Logic 
Ó te drukken op het voorpaneel of op
de keuzetoets surround-modus 
5, en ver-
volgens de 
/
¤
toetsen 
7 op de afstands-
bediening totdat PRO LOGIC verschijnt
in het hoofdinformatiedisplay U en de
PRO LOGIC indicator G oplicht.
Om gebruik te maken van het schermdisplay
bij het afstellen van de vertragingen drukt u
op de OSD toets
G tot het volledig scherm
menu zoals getoond in afbeelding 4 op het
scherm verschijnt.
Afbeelding 4
2. Druk op de vertragingtoets 
 ˜ op de
afstandsbediening of het voorpaneel. De
woorden S DELAY TIME (Vertraging-
stijd surround) zullen verschijnen in het
hoofdinformatiedisplay U en onderaan
op het videoscherm wanneer de semi-OSD
weergave gebruikt wordt.
3. Druk op de insteltoets 
8 ˘.
4. Stel de vertraging bij door op de 
/
¤
toetsen
7 te drukken op de afstandsbediening of
op de keuzetoetsen
 op het voorpaneel,
totdat de vertraging die berekend is met de
bovenstaande formule voor de Pro Logic
modus (punt b). op het display verschijnt en
druk op de insteltoets
8 ˘ om de instel-
lingen voor de surround-modus in te voeren in
het geheugen van de AVR.
5. Als alleen analoge bronnen worden gebruikt,
is er geen verdere bijstelling nodig, ga dan
verder met de volgende stappen.
6. Voordat u de Dolby Digital vertragingstijden
instelt, dient u na te gaan of er een digitale
bron geselecteerd is door op de digitaal
keuzetoets 
¯
A te drukken en vervol-
gens op de 
/
¤
toetsen 
7 van de af-
standsbediening of de keuzetoetsen 
 op
het voorpaneel tot er verschijnt COAX A
of OPTICAL C verschijnt in het 
informatiedisplay 
U, samen met de
DIGITAL
indicator F.
7. Selecteer de Dolby Digital modus door op de
Dolby Digital keuzetoets ( te drukken op
het voorpaneel of op de keuzetoets Sur-
round-modus
5 op de afstandsbediening
en vervolgens de 
/
¤
toetsen 
7 van de
afstandsbediening totdat DOLBY D ver-
schijnt in het hoofdinformatiedisplay U
of op het schermdisplay. Negeer een “NO
DATA
” melding die zou kunnen verschijnen.
8. Druk op de Vertragingtoets
 ˜ op de
afstandsbediening of voorpaneel. De woorden
S DELAY TIME
verschijnen in het
hoofdinformatiedisplay U.
9. Druk op de insteltoets
8 ˘.
10. Druk op de 
/
¤
toetsen op de afstandsbe-
diening of op de keuzetoetsen 
 op het
voorpaneel, totdat de gewenste achterste
vertragingstijd voor de Dolby Digital modus,
berekend volgens de bovenstaande formule
voor Dolby Digital (punt a)., op het display
verschijnt.
11. Druk op de insteltoets
8 ˘ om de
instelling op te slaan in het geheugen van de
AVR 300 RDS.
12. Druk eenmaal op de 
/
¤
toetsen 
7 op
de afstandsbediening, zodat C DELAY
TIME
verschijnt in het hoofdinformatie-
display U of in het schermdisplay.
13. Druk op de insteltoets 
8 ˘.
14. Druk op de 
/
¤
toetsen 
7 van de
afstandsbediening tot de gewenste vertra-
gingstijd voor het centerkanaal op het dis-
play verschijnt.
15. Druk op de insteltoets 
8 ˘ om de
instelling op te slaan in het geheugen van de
AVR 300 RDS.
U heeft nu de installatie, bijstelling en afstelling
van de AVR 300 RDS voltooid. U bent nu klaar
om te genieten van het mooiste dat er is op het
gebied van het luisteren naar muziek en huis-
theater.
      M O D E : D O L B Y   P R O   L O G I C
   
 
      S U R R O U N D : 2 0   M S
    
 
      M A S T E R   V O L U M E :  2 0   D B
22 BEDIENING
Bediening
Basisbediening
Nadat u de installatie en de configuratie van de
AVR 300 RDS heeft voltooid, is het eenvoudig
om het apparaat te bedienen en ervan te genie-
ten. De volgende instructies moeten worden
opgevolgd voor een optimaal genot van uw nieu-
we receiver:
• Als u de AVR 300 RDS voor het eerst gebruikt,
moet u op de hoofdschakelaar 1 op het
voorpaneel drukken om het apparaat aan te zet-
ten. Hierdoor wordt het apparaat in de stand-by-
stand gezet, zoals aangegeven door de oranje
kleur van de Voedingsindicator 3. Als het
apparaat in stand-bystand staat, kunt u de luis-
tersessie beginnen door op de systeemschake-
laar 
2 op het voorpaneel te drukken of op de
keuzetoets AVR 
1 of de bronkeuzetoetsen
CD/DVD 
2 op de afstandsbediening. Bemerk
dat de Voedingsindicator 3 groen wordt.
Hierdoor wordt het apparaat aangezet en terug-
gezet op de ingangsbron die als laatste was
gebruikt. Het apparaat kan ook aangezet worden
vanuit stand-bystand door op een van de bron-
keuzetoetsen 
op de afstandsbediening 
B
C O of op het voorpaneel 9 ) ! @
# $ te drukken.
Om het apparaat af te zetten aan het einde van
een luistersessie drukt u eenvoudig op de sys-
teemschakelaar 
2 op het voorpaneel of op
de stroom uit-toets 4 op de afstandsbedie-
ning. Voeding naar een apparaat dat in het
geschakelde stopcontact fl op het achter-
paneel gestoken is zal worden afgesneden en de
Voedingsindicator 3 wordt oranje.
Als de afstandsbediening gebruikt wordt om het
apparaat “uit” te zetten, plaatst hij het systeem
eigenlijk in de stand-bystand, zoals wordt aange-
geven door de oranje kleur van de Voedingsin-
dicator 
3.
Als u weg bent van huis gedurende een lange
tijd, is het altijd goed om het apparaat helemaal
uit te zetten met de hoofdschakelaar 1.
OPMERKING: alle vastgelegde geheugens gaan
verloren als het apparaat langer dan twee weken
uitgeschakeld blijft met de hoofdschakelaar 1.
• Om de AVR 300 RDS te programmeren voor
automatische uitschakeling, drukt u op de
slaaptoets
4 op de afstandsbediening of het
voorpaneel. Elke druk van de toets zal de tijd
voor uitschakeling verhogen, in de volgende
reeks:
De stand-bytijd zal te zien zijn in het informatie-
display en zal aftellen totdat de tijd is verstreken.
Als de geprogrammeerde tijd verstreken is, zal
het apparaat automatisch worden uitgeschakeld
(naar stand-bystand). Merk op dat het display op
het voorpaneel zal dimmen tot de helft van de
helderheid als de stand-byfunctie is geprogram-
meerd. Om de Slaap-functie te annuleren houdt
u op de slaaptoets
4 ingedrukt totdat het
informatiedisplay de normale helderheid terug-
krijgt en de cijfers van de stand-byindicator ver-
dwijnen.
Gebruik van het schermdisplay
De AVR 300 RDS is uitgerust met een krachtig
systeem voor weergave op scherm dat het een-
voudig maakt de actuele status van het apparaat
te zien of boodschappen weer te geven die elke
functiewijziging bevestigen, zoals volumeverho-
ging, bronkeuze, of surround-modus selectie. Er
staan twee weegavemodi ter beschikking, een
“semi OSD” modus die alleen een boodschap
weergeeft wanneer er een bedieningsaspect
gewijzigd wordt, en een “full OSD” modus dat
een volledig statusrapport over de actuele toe-
stand van het apparaat weergeeft.
Semi OSD
In de semi OSD modus zal een boodschap van
een lijn verschijnen onderaan het scherm wan-
neer er wijzigingen worden gemaakt aan de wer-
kingsstatus van het apparaat. Om de semi OSD
modus in te schakelen drukt u een maal op de
OSD toets
G. Een bevestigingsboodschap zal
verschijnen onderaan uw videoscherm om u erop
te wijzen dat deze functie ingeschakeld is. De
boodschap zal na een paar seconden verdwijnen.
Wanneer de semi OSD modus in gebruik is zullen
er boodschappen van een lijn verschijnen onder-
aan uw scherm ter bevestiging van alle wijziging-
en, b.v. volume, bron, surround-modus of tuner-
frequentie. Deze boodschap, die ook bovenop
een videoprogramma dat aan het spelen is wordt
geplaatst, verdwijnt na een paar seconden.
Om de semi OSD modus weer uit te schakelen
nadat hij is ingeschakeld, drukt u gewoon op de
OSD toets 
G tot de OSD OFFboodschap
verschijnt; het schermdisplay wordt uitgescha-
keld.
Full OSD
Een alternatieve weergave-optie is het doen ver-
schijnen van een rapport op het volledige scherm
van de status van de AVR 300 RDS. Om de full
OSD in te schakelen drukt u de OSD toets 
G
snel een paar keer in tot het volledige statusrap-
port op het scherm komt.
OPMERKING: Full OSD weergaven zullen steeds
verschijnen tegen een blauwe achtergrond. Zelfs
wanneer een videoprogramma aan het spelen is
zullen zij niet bovenop het signaal geplaatst wor-
den. Om OSD items en video tezelfdertijd te zien
moet u de semi OSD modus gebruiken.
Het statusrapport zal variëren afhankelijk van het
gebruikte type audiobron. Voor een analoge bron
zal de eerste lijn van de weergave tonen welke
audio-ingang actief is (afbeelding 5). Wanneer
een digitale bron gebruikt wordt zal de weergave
aangeven welke coaxiale of optische ingang
actief is (afbeelding 6).
Afbeelding 5
Afbeelding 6
Het activeren van de full OSD zal eveneens het
wijzigen van systeemparameters gemakkelijker
maken, aangezien er een keuzelijst wordt weer-
gegeven. De geselecteerde optie zal worden
weergegeven in omgekeerde gemarkeerde weer-
gave, terwijl de andere keuzes verschijnen in nor-
male wit-op-blauw weergave.
Het full OSD systeem kan worden uitgeschakeld
door tweemaal op de OSD toets 
G te drukken.
Helderheid display
Bij de normale fabrieksinstelling zal het infor-
matiedisplay 
 op het voorpaneel steeds
oplichten met volle helderheid. In sommige
installaties vindt u het misschien verkiesbaar om
het display te laten verschijnen met halve helder-
heid of helemaal niet verlicht. Om de helder-
heidsinstelling te wijzigen, zodat het display
oplicht met een andere dan de volle helderheid
volgt u deze stappen:
• Druk beide 
/
keuzetoetsen
 gelijktij-
dig in. Bemerk dat VFD DIMMER verschijnt
in het hoofdinformatiedisplay U.
      A U D I O   S O U R C E   : D I G I T A L
      V I D E O   S O U R C E   : D V D
      A U D I O   I N P U T     : O P T   1  
      B I T S T R E A M   I N   : 3 / 2 . 1 C H  
      S U R R .   M O D E   : D O L B Y
   D I G I T A L
 M U L T I   R O O M   :
O F F  
O N
      M A S T E R   V O L U M E :  2 0 D B
      A U D I O   S O U R C E   : V I D E O   1
      V I D E O   S O U R C E   : V I D E O   1  
      A U D I O   I N P U T     : A N A L O G  
 
      S U R R .   M O D E   : D O L B Y
 
P R O   L O G I C
 M U L T I   R O O M   :
O F F  
O N
      M A S T E R   V O L U M E :  1 7   D B
90
min
80
min
70
min
60
min
50
min
40
min
30
min
20
min
10
min
5
min
1
min
OFF
BEDIENING  23
Bediening
• Laat snel de beide toetsen los en druk vervol-
gens de insteltoets ˘ in en laat hem weer los.
Op het hoofdinformatiescherm U leest u nu
VFD FULL
.
• Druk op een van beide 
/
keuzetoetsen
 om ofwel halve helderheid te kiezen, zoals
aangegeven door het display VFD HALF,
ofwel helemaal uitgeschakeld met het display
blanco. U kunt alle opties doorlopen door voort-
durend de 
/
keuzetoetsen ˘ in te druk-
ken.
• Wanneer u de gewenste helderheidsinstelling
bereikt hebt drukt u de insteltoets ˘ twee-
maal in om terug te keren naar normaal.
Bronkeuze
• Om op een willekeurig moment een bron te
kiezen, drukt u op de bronkeuzetoetsen op de
afstandsbediening
B C O of het voor-
paneel 9 ) ! @ # $.
• De Video 3 inputs 8 op het voorpaneel kun-
nen worden gebruikt voor tijdelijke aansluiting
van een apparaat, zoals een videospel of een
camcorder, op uw home-entertainment systeem.
• Als er een zuivere audiobron geselecteerd is
(tuner, CD, cassette, 6 kanaal directe ingangen),
blijft de laatste gebruikte video-ingang ingesteld
op Video Outputs 1 ™ en TV monitor video
outputs 
b. Hierdoor kunt u tegelijkertijd kijken
en luisteren naar verschillende bronnen.
• Als er een Video Input bron is geselecteerd, zal
zijn audiosignaal naar de luidsprekers en het
videosignaal voor die bron naar de geschikte TV
Monitor Video Outpu
t aansluiting b worden
geleid en kunnen worden bekeken op een TV
monitor die is aangesloten op de AVR 300 RDS.
Controleer of uw TV is ingesteld op de goede
ingang om het signaal te kunnen zien (compo-
siet- of S-video, zie opmerkingen over S-video op
pagina 15).
Knoppen
• Stel het volume bij op een comfortabel niveau
met de Volumeregeling ˆ op het voorpanee-
lof de toetsen Volume omhoog/omlaag
!
op de afstandsbediening.
• De balansregeling 7 kan worden gebruikt
om het geluid van de luidsprekers linksvoor en
rechtsvoor bij te stellen.
• Om alle luidsprekeruitgangen tijdelijk uit te zet-
ten drukt u op de Mutetoets
 ı. Zodoen-
de wordt de uitgang naar alle luidsprekers en de
hoofdtelefoonaansluiting onderbroken, maar zal
niet van invloed zijn op opnamen of dubbings die
aan de gang zijn. Als het systeem wordt onder-
broken zal de MUTE-indicator {branden in
het informatiedisplay 
.
Druk opnieuw op de Mutetoets
 ı om
terug te keren naar de normale werking.
• Tijdens een luistersessie kunt u de regeling
van de bas 
5 en hoge tonen 6 gebruiken
om het geluid aan te passen aan uw smaak of
kamerakoestiek. Bemerk dat deze knoppen niet
werken met de ingang 6 kanalen.
• Om in uw eentje te luisteren steekt u de 
6,3 mm stereo hoofdtelefoonstekker van een
hoofdtelefoon in de hoofdtelefoon aansluiting
4 op het voorpaneel. Alle luidsprekers en alle
surround-modi zullen automatisch worden uitge-
schakeld als de aansluiting van de hoofdtelefoon
in gebruik is.
Volume-instelling
• Bij normale bediening, zal de AVR, als hij wordt
aangezet, altijd terugkeren naar de volume-
instelling die van kracht was op het moment dat
het apparaat werd uitgezet. Voor sommige instal-
laties kan het de voorkeur verdienen dat de AVR
altijd wordt aangezet op een bepaalde instelling,
onafhankelijk van het niveau waarop het stond
toen het werd uitgezet. Voer de volgende stap-
pen uit om die modus en instelling in te voeren:
1. Druk op beide 
/
› 
insteltoetsen
 gelijk-
tijdig in. Bemerk dat VFD DIMMER ver-
schijnt op het hoofdinformatiedisplay U.
2. Laat snel beide toetsen los en druk opnieuw
op een van de 
/
keuzetoetsen
 op het
voorpaneel, en merk op dat VOL 
DEFAULT
verschijnt op het hoofdinfor-
matiedislay U.
3. Om de volumeregeling steeds in te schakelen
op het zelfde niveau drukt u op de instel-
toets
8 ˘. Wanneer nu DEFAULT
OFF
op het display verschijnt drukt u nog-
maals op een van de 
/
keuzeschakelaars
. Op het hoofdinformatiedisplay leest u nu
Vol Set xxDB
, waarbij het werke-
lijke nummer het actuele volumeniveau is.
4. Gebruik binnen de vijf seconden de volume-
regelaar ˆ om het gewenste volumeniveau
bij inschakelen in te stellen.
5. Wanneer u het volumeniveau hebt ingesteld
drukt u de insteltoets
8 ˘ tweemaal in
om terug te gaan naar de normale werking.
• Om terug te keren naar de instelling van de
volumeregeling bij inschakeling van het als laat-
ste gebruikte volumeniveau, volgt u onderstaan-
de stappen:
1. Druk op beide
/
› 
insteltoetsen
 tezelf-
derijd. Bemerk dat VFD DIMMER ver-
schijnt op het hoofdinformatiedisplay U.
2. Druk opnieuw op een van de 
/
keuze-
toetsen
 op het voorpaneel, en merk op
dat VOL DEFAULT verschijnt op het
hoofdinformatiedislay U.
3. Drukt u op de insteltoets 
7 .
4. Druk op de 
/
keuzetoetsen 
 tot
DEFAULT OFF
verschijnt op het hoofd-
informatiedislay U.
5. Druk tweemaal de insteltoets
8 ˘ in om
terug te gaan naar de normale werking.
Selectie surround-modus
Een van de belangrijkste eigenschappen van de
AVR 300 RDS is het vermogen een volledig multi-
kanaal surround-geluidsveld te reproduceren van
digitale bronnen, analoge matrix surround-geco-
deerde programma’s en standaard stereo en zelfs
mono programma’s. In totaal zijn er acht luister-
modi beschikbaar op de AVR 300 RDS.
Keuze van een surround-modus is gebaseerd op
persoonlijke smaak, alsook op het type bronma-
teriaal dat wordt gebruikt. Bijvoorbeeld, films of
tv-programma’s die het logo van een van de
belangrijke surround-gecodeerde processen dra-
gen, zoals Dolby Surround, DTS stereo of UltraS-
tereo†† dienen ofwel in de Dolby 3 Stereo of de
Dolby Pro Logic modi worden afgespeeld, afhan-
kelijk van het feit of er al of niet achterste luid-
sprekers geïnstalleerd zijn.
OPMERKING: als een programma eenmaal
gecodeerd is met surround-informatie, behoudt
het die surround-matrix zolang als het program-
ma in stereo wordt uitgezonden. Films met sur-
round-geluid zullen surround-informatie dragen
als zij worden uitgezonden via traditionele TV
stations, kabel en satelliettransmissie. Bovendien
wordt een groeiend aantal voor tv gemaakte pro-
gramma’s, sportuitzendingen, hoorspelen en
muziek CD opgenomen in surround-geluid. U
kunt een lijst van deze programma’s bekijken op
de website van de Dolby Laboratories
www.dolby.com.
Als een programma niet als drager van opzettelij-
ke surround-informatie is aangegeven, kunnen de
Pro Logic of Dolby 2 Stereo modi vaak omhullen-
de surround-presentaties bieden door het gebruik
van natuurlijke informatie die aanwezig is in alle
stereo-opnamen. Hoe dan ook, voor stereopro-
gramma’s die geen surround-hebben en voor
mono-programma’s, adviseren wij u de zaal- of
theatermodi te gebruiken.
Surround-modi worden geselecteerd ofwel via de
knoppen op het voorpaneel of op de afstandsbe-
diening. Om een surround-modus te selecteren
vanaf het voorpaneel drukt u eenvoudig op de
toets die correspondeert met de 
(Vervolg op pagina 25)
24 BEDIENING
Bediening
MODE EIGENSCHAPPEN 
BEREIK 
VERTRAGINGSTIJD 
 
DOLBY DIGITAL 
Alleen beschikbaar met digitale ingangsbronnen die gecodeerd zijn met 
Midden: 0 ms – 5 ms;
Dolby Digital-informatie. Het biedt tot vijf hoofd-audiokanalen en een
Surround: 0 ms – 15 ms
speciaal kanaal voor Low-Frequency Effects 
DTS 
Alleen beschikbaar met digitale ingangsbronnen die gecodeerd zijn met DTS data.
Vertragingstijd niet verstelbaar
Beschikbaar op speciale DVD, LD en audio discs, DTS biedt tot vijf hoofd-audiokanalen 
en een speciaal kanaal voor Low Frequency.
DOLBY PRO LOGIC 
De standaard mode voor analoge surround-sound-decodering. Het gebruikt informatie 
15 ms – 30 ms
die gecodeerd is in een tweekanaals stereo- opname om vier verschillende uitgangen 
Aanvankelijke instelling = 20 ms
te produceren: links, center, rechts en een mono surround-kanaal. Gebruik deze modus 
voor nauwkeurige reproductie van programma’s die de Dolby Surround, DTS stereo,
UltraStereo of andere “Surround” logo’s dragen. Surround-gecodeerde programma’s 
omvatten films op videocassette, DVD en LD, tv- en kabelprogramma’s,
radioprogramma’s en audio CD’s. Verwerking van Dolby Pro Logic kan ook worden 
gebruikt om een aangenaam surround-effect te verkrijgen met sommig stereo 
geluidsmateriaal dat geen surround-codering draagt.
DOLBY 3 STEREO
Gebruikt de informatie die bevat wordt door een surround-gecodeerd of tweekanaals 
Geen surround-kanalen
stereoprogramma om centerkanaal informatie te creëren. Bovendien wordt de informatie
die gewoonlijk naar de achterkanaal surround-luidsprekers wordt gezonden zorgvuldig 
gemixt met de kanalen linksvoor en rechtsvoor, voor een nog beter realisme. Gebruik 
deze modus wanneer u een centerkanaal speaker heeft maar geen surround-luidsprekers.
HALL 1 EN HALL 2 
Deze modi zijn aangewezen voor gebruik met mono of stereo-opnamen.
Hall 1 – Vastgelegd op 41 ms 
Zij zorgen voor een geluidsveldeffect dat de complexe combinatie van 
Hall 2 – Vastgelegd op 67 ms  
directe en weerkaatste geluiden naabootst, die de rijke, galmende sfeer van 
(niet verstelbaar) 
een middelgrote concertzaal schept (Hall 1) of van een grote concertzaal 
(Hall 2), zonder gebruik van het centerkanaal.
THEATER 
Deze modus gebruikt matrix surround-decodering om een standaard film of
27.3 ms (niet verstelbaar)
theaterpodium na te bootsen met mono- of stereo opnamen, inclusief het 
gebruik van de centerkanaal.
STEREO 
Deze modus schakelt alle surround-bewerkingen uit en geeft zuiver de presentatie 
Geen surround-kanalen.
van de kanalen links- en rechtsvoor van tweekanaals-stereoprogramma’s,
waarbij alle digitale signaalprocessors worden vermeden.
Surround-modustabel
Page of 44
Display

Click on the first or last page to see other AVR 300 (serv.man9) service manuals if exist.