DOWNLOAD Harman Kardon AVR 230 (serv.man8) Service Manual ↓ Size: 877.14 KB | Pages: 44 in PDF or view online for FREE

Model
AVR 230 (serv.man8)
Pages
44
Size
877.14 KB
Type
PDF
Document
User Manual / Operation Manual
Brand
Device
Audio
File
avr-230-sm8.pdf
Date

Harman Kardon AVR 230 (serv.man8) User Manual / Operation Manual ▷ View online

SYSTEEMCONFIGURATIE 21
Systeemconfiguratie
beide VMAx functies geoptimaliseerd zijn voor
een volledig klankbeeld met uitsluitend de front
links en rechts luidsprekers. Zie pagina 25 voor
een uitgebreid overzicht van de DSP functies.
Denk er aan dat de Hall en Theater functies niet
beschikbaar zijn wanneer Dolby Digital of DTS
materiaal wordt afgespeeld.
In het 
STEREO
menu wordt gekozen met 
/
E& op de afstandsbediening voor traditione-
le stereoweergave zonder surround, of voor 
5 CH Stereo of 7 CH Stereo decode-
ring bepaald door het gebruik van 5.1 of 6.1/7.1.
In het laatste geval wordt het stereosignaal naar
beide front luidsprekers gestuurd, naar de achter
luidsprekers en de beide surround achter luidspre-
kers (indien aanwezig), terwijl de mono signalen
over alle luidsprekers worden verspreid, ook de
centrum. Zie pagina 28 voor een toelichting van
de 5 CH Stereo en 7 CH Stereo functies. Nadat de
keuzes in Dolby, DTS, Logic 7, DSP (Surround) of
Stereo menu’s zijn gemaakt, drukt u op 
/
¤
D zodat de cursor naar 
BACK T O SURR
SELECT
regel en druk op instellen
F.
Instellingen voor andere ingangen
Nadat een ingang voor de surroundfunctie, digita-
le ingang (indien van toepassing) en luidspreker-
typen is ingesteld, keert u terug naar de 
INPUT
SETUP
regel in het 
MASTER
(hoofd) menu
en u voert de instellingen in voor elke te gebrui-
ken ingang in. In de meeste gevallen wijken
alleen de digitale ingang en de surround functie
af van de ene en de andere ingang, terwijl het
luidsprekertype meestal hetzelfde zal (ingangen
ingesteld op 
GLOBAL
). Desgewenst kunnen
echter ook verschillende luidsprekertypen worden
ingesteld, of luidsprekers per gebruikte ingang in-
of uitschakelen.
Configureren Surround Uit 
(Stereo) Functies
Voor superieure weergave van tweekanaals mate-
riaal biedt de AVR twee stereofuncties: een analo-
ge Stereo-Direct functie waarbij de digitale sig-
naalbewerking wordt gepasseerd en zo een com-
pleet analoge signaalweg ontstaat en de zuiver-
heid van het signaal blijft behouden, en een digi-
tale functie waarbij het Bas Management  voor
optimale verdeling van het laag over kleinere
luidsprekers en de subwoofer wel actief blijft.
Stereo-Direct (Bypass) Functie
Wanneer de analoge Stereo-Direct functie wordt
gekozen door op de Stereo Functiekeuze
tot 
SURROUND OFF
in de display
˜ en de
Surround Functie
( met 
SURROUND
OFF
oplicht, zal de AVR het analoge materiaal
direct doorsturen naar de front links en rechts
luidsprekers en wordt het digitale gedeelte over-
geslagen.
In deze functie worden de front links en rechts
luidsprekers automatisch als 
LARGE
(groot)
geconfigureerd; het is niet mogelijk in dit geval
SMALL
(klein) in te stellen.
Met de AVR in Stereo Bypass (passeerfunctie)
kunt u nog altijd de subwoofer configureren
zodat die uitgeschakeld is en een breedbandsig-
naal naar de front links/rechts luidsprekers wordt
gestuurd, dan wel deze configureren zodat de
subwoofer geactiveerd wordt. Standaard is de
subwoofer uitgeschakeld in deze functie, maar u
kunt dat als volgt veranderen:
1. Druk op Luidsprekerkeuze
6
'.
2. Druk op Instellen
F@ om het configuratie
menu op te roepen.
3. Druk op 
/
¤
D op de afstandsbediening
of op 
/
7 op de voorzijde om de gewenste
optie te kiezen.
SUBNONE
schakelt de 
subwoofer uit, terwijl 
SUB <L+R>
deze
inschakelt.
4. Is de gewenste instelling gemaakt druk dan op
Instellen 
F@ om naar normaal bedrijf terug te
gaan.
Stereo-Digitaal Functie
Wanneer de Stereo-Direct (passeerfunctie) functie
wordt gebruikt, gaat altijd een breedband signaal
naar de front links/rechts luidsprekers. In dat
geval gaat vanzelfsprekend geen signaal door de
digitale bewerking van de AVR. Wanneer uw front
luidsprekers geen breedband typen zijn maar
‘satelliet’ luidsprekers, raden we u aan voor ste-
reo luisteren niet de Bypass functie te gebruiken,
maar de 
DSP SURROUND OFF
functie.
Om in tweekanaals stereo te luisteren en gebruik
te maken van het Bas Management systeem drukt
u op Stereofunctie
 tot 
SURROUND
OFF
in de display
˜ verschijnt en de DSP en
SURR.OFF
Surroundfunctie
( beide
oplichten. Licht alleen 
SURR.OFF
Surroundfunctie
( op dan staat de AVR in de
Stereo-Direct (Bypass) functie.
In deze functie wordt de instelling voor de front
links/rechts luidsprekers en de subwoofer gevolgd
van de specifieke luidspreker configuratie op
pagina 17.
Instelling vertraging
Vanwege de verschillende afstanden tussen de
luisterpositie tot de front luidsprekers en de sur-
round luidsprekers, is ook de tijd die het geluid
nodig heeft om uw oren te bereiken verschillend.
Door gebruik te maken van de vertraging kunnen
deze verschillen in luidsprekerpositie en kame-
rakoestiek in uw luisterruimte of home theater
gecompenseerd worden.
Om de front, centrum en surround kanalen
opnieuw te synchroniseren is het nodig eerst de
afstand van de luister/kijk positie naar de front,
centrum, surround en surround achter luid-
sprekers (indien aanwezig) in meters te meten en
te noteren.
De vertraging voor alle luidsprekers van uw sys-
teem zal alleen beschikbaar zijn (bij 5.1 of 6.1/7.1
configuratie) wanneer een Dolby surround functie
is gekozen (uitgezonderd Dolby 3 stereo). Boven-
dien kunnen deze alleen bij deze functies geko-
zen worden; bij alle andere liggen de tijden vast.
Denk er aan dat de vertraging voor alle ingangen
'Global' zijn bij deze Dolby functies en niet voor
elke ingang herhaald behoeven te worden.
Om de vertraging te kunnen instellen eerst een
ingang kiezen die gekoppeld is aan een Dolby
functie. Vervolgens gaat u verder met het 
MASTER MENU
(Afb. 1). Staat het systeem
nog niet in dat menu, druk dan op in-beeld dis-
play
L om het hoofdmenu op te roepen. Druk
driemaal op 
¤
D of tot de in-beeld cursor 
bij
DELAY ADJUST
(instellen vertraging) staat.
Druk op instellen
F om het menu op te 
roepen.
Afbeelding 7
Ga nu met de cursor 
naar de regel 
UNIT
en
kies de gewenste eenheid voor afstand, feet of
meter. Druk nu op 
/
E& tot de juiste
afstand van de centrum luidspreker tot de luister-
positie wordt aangegeven. Wanneer de
CENTER DELAY
is ingevoerd, drukt u een-
maal op 
¤
D om naar de volgende regel te
gaan.
* *   D E L A Y   A D J U S T   * *
F R O N T                 : 1 0 F T
C E N T E R               : 1 0 F T
S U R R O U N D           : 1 0 F T
S U R R   B A C K         : 1 0 F T
U N I T                   : F E E T
B A C K   T O   M A S T E R   M E N U
22 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Nu staat de cursor 
op 
SURROND
en kan de
vertraging voor de surround luidsprekers worden
ingesteld. Druk op 
/
E& tot de juiste
afstand van het videobeeld tot de surround luid-
sprekers wordt aangegeven. Tenslotte, wanneer
het systeem voor 7.1 geconfigureerd is door
LARGE
(groot) of 
SMALL
(klein) op de regel
SURRBACK van het 
SPEAKER SETUP
menu
in te voeren, drukt u nogmaals op 
¤
D en u
drukt op 
/
E& om de afstand van het
videoscherm voor in de kamer tot de surround
luidsprekers aan te geven. Denk eraan dat deze
laatste instelling alleen nodig is wanneer sur-
round achter luidsprekers geïnstalleerd zijn en
Dolby Digital als surround functie is gekozen.
Zijn instellingen voor de vertragingen gemaakt,
druk dan eenmaal op 
¤
n zodat de cursor
terug gaat naar 
BACK T O MASTER MENU
(terug naar hoofdmenu) en druk op instellen
BACK T O MASTER MENU
om naar
MASTER
terug te gaan.
Denk er aan dat de vertragingen ook op elk
moment ingesteld kunnen worden wanneer de
Dolby Digital of Dolby Pro Logic II functies wor-
den gebruikt, door op Delay
% (vertraging) op
de afstandsbediening te drukken. Druk dan op
/
¤
D op de afstandsbediening om de cen-
trum of achter kanalen te kiezen en druk op
instellen
F. Druk dan op 
/
¤
D op de
afstandsbediening tot het gewenste cijfer in de
display
˜ verschijnt en druk tweemaal op
instellen
F om de instelling te bevestigen en
naar de normale display terug te keren.
Instellen nachtfunctie
De nachtfunctie is een functie van Dolby Digital
die een speciale bewerking gebruikt om het
dynamisch bereik en de verstaanbaarheid van het
filmgeluid te behouden, terwijl het piekniveau
begrensd wordt. Zo wordt voorkomen dat plotse-
ling pieken anderen storen, zonder dat de impact
van de digitale bron al te zeer wordt aangetast.
Merk op dat de nachtfunctie alleen beschikbaar
is bij weergave van Dolby Digital signalen.
Om de Nacht Functie vanuit het menu in te stel-
len drukt u op OSD
L zodat het 
MASTER
(hoofd) menu verschijnt. Druk dan eenmaal op 
¤
D en druk op instellen F om 
SUR-
ROUND SETUP
te kiezen. Druk nogmaals
een keer op
¤
D en druk op instellen F
om het 
DOLBY
menu te kiezen. Zie afbeelding
6.
Afbeelding 6
Om de Nacht Functie in te stellen kijkt u of de
cursor 
op 
NIGHT
in het 
DOLBY
menu
staat. Druk dan op 
/
E& om te kiezen uit
de volgende mogelijkheden:
OFF
(uit): wanneer OFF (uit) verschijnt werkt 
de nachtfunctie niet.
MID
(medium): wanneer MID (medium)
verschijnt is wordt een geringe compressie
toegepast worden.
MAX
: wanneer MAX verschijnt is wordt een
sterke compressie toegepast.
Wanneer u de Nacht Functie wilt gebruiken,
raden we u aan de MID instelling als uitgangs-
punt te nemen en later zonodig naar MAX te
gaan.
Is de instelling gemaakt druk dan op 
/
¤
D
zodat de cursor 
op 
BACK T O SURR
SELECT
en druk op instellen 
F om naar het
SURROUND SELECT
menu terug te gaan.
Merk op dat de nachtfunctie rechtstreeks kan
worden gecorrigeerd wanneer een Dolby Digital
bron speelt door op nachtfunctie
B te druk-
ken. Wanneer u op de toets drukt verschijnt 
D-RANGE
in het onderste derde deel van het
beeld en in de display
˜. Druk binnen drie
seconden op de 
/
¤
D om de gewenste
instelling te kiezen en vervolgens op instellen
F om de instelling te bevestigen.
Wanneer alle instellingen voor de surroundfunctie
gemaakt zijn drukt u op 
/
¤
D zodat de u
cursor naast 
RETURN T O MENU
staat en u
drukt op instellen
F om terug te gaan naar
het hoofdmenu.
Instellen uitgangsniveau
Het instellen van de uitgangsniveaus is een
belangrijk onderdeel van het configuratieproces
bij een surround sound product. Het is in het bij-
zonder belangrijk bij een Dolby Digital ontvanger
als de AVR, aangezien de juiste uitgangssignalen
ervoor zorgen dat het filmgeluid met de juiste
richting en intensiteit wordt weergegeven.
Opmerking: iuisteraars zijn vaak onzeker over
werking van de surround kanalen. Sommigen
menen dat er altijd geluid uit alle luidsprekers
moet komen, terwijl er juist voor het merendeel
van de tijd weinig of geen geluid uit de surround
kanalen komt. Dat komt omdat ze alleen gebruikt
worden wanneer een regisseur of geluidstechni-
cus daar specifiek een geluid toevoegt om een
klankbeeld te creëren, een geluidseffect of een
actie te laten bewegen van het front van de
kamer naar de achterzijde. Wanneer de uitgangs-
niveaus correct zijn ingesteld, is het normaal dat
de surround luidsprekers slechts zo nu en dan
actief zijn. Het volume van de achter luidsprekers
extra verhogen kan juist de illusie van een omrin-
gend klankbeeld teniet doen, in afwijking van de
manier waarop het geluid in een bioscoop of
concertzaal wordt ervaren.
BELANGRIJK: het uitgangsniveau kan apart wor-
den ingesteld voor elke digitale en analoge sur-
round functie. Daarmee kunnen niveauverschillen
tussen de luidsprekers gecompenseerd worden, en
tevens kunnen verschillen afhankelijk van de geko-
zen surround functie, of het niveau van bepaalde
luidsprekers naar eigen inzicht verhoogd of ver-
laagd worden. Denk er aan instellingen die
gemaakt zijn voor een surround functie ook effec-
tief zijn voor alle ingangen die gerelateerd zijn aan
die surround functie.
Voor het instellen van de uitgangsniveaus er voor
zorgen dat alle luidsprekers correct zijn aan-
gesloten. Het systeemvolume aanvankelijk geheel
terug draaien. Zorg er tenslotte voor dat 
balans
Ò in het midden staat ‘op 12 uur’.
Gebruik EzSet
Met de exclusieve EzSet afstandsbediening van
Harman Kardon kunnen de uitgangsniveaus van
de AVR snel en nauwkeurig worden ingesteld,
zonder gebruik te hoeven maken van een
geluidsdrukmeter, hoewel ook een handinstelling
beschikbaar is. Voor een snelle en gemakkelijke
instelling de onderstaande procedure volgen ter-
wijl u op de luisterpositie heeft plaatsgenomen:
1. Controleer of alle luidsprekers op de juiste
manier zijn geconfigureerd op LARGE en SMALL
als eerder beschreven en schakel zonodig de in-
beeld display uit.
2. Stel het volume zo in dat 
"15
wordt aange-
geven, als aangegeven in de in-beeld display en
de display
˜.
3. Kies een willekeurige ingang die gekoppeld is
aan de surround functie waarvan u het uit-
gangsniveau wilt veranderen. Vergeet niet
dezelfde correcties te maken met alle andere
surroundfuncties gecombineerd met de gebruik-
te ingangen.
4. Houd de afstandsbediening voor u en zorg
ervoor dat u de EzSet Sensor Microfoon
Q
niet wordt afgedekt. De microfoon bevindt zich
op de voorzijde van de afstandsbediening en richt
hem op de AVR, niet verticaal zoals u met een
gewone microfoon zou doen.
5. Druk op SPL Indicatie
* en houd deze drie
seconden vast. Laat deze los zodra de
Programma/SPL Indicatie
2 constant
brandt. Druk op cijfertoets 5
H wanneer het
systeem voor 5.1 is geconfigureerd met stan-
daard luidsprekers, of, wanneer het voor 7.1
geconfigureerd, maar de surround achter luid-
sprekers niet worden gebruikt met de gekozen
surround functie. Druk alleen op cijfertoets 7
H op de afstandsbediening wanneer uw
systeem is geconfigureerd voor 6.1/7.1 met
volledige luidsprekerbezetting, inclusief achter
surround luidsprekers bij de gekozen surround
functie. Denk er aan dat de actieve luidsprekers
altijd afgelezen kunnen worden in de Luid-
spreker indicatie
$ in de display. Is de juiste
SYSTEEMCONFIGURATIE  23
Systeemconfiguratie
luidspreker configuratie gekozen, dan hoort u
een testsignaal in de front links luidspreker.
6. Op dat moment neemt EzSet over en wordt
het uitgangsniveau van elk kanaal ingesteld
zodat ze allen gelijk zijn en op de referentie zijn
ingesteld. Dit proces duurt een paar minuten,
afhankelijk van de benodigde correcties.
7. Tijdens het instellen kan het kanaal dat wordt
gecorrigeerd worden afgelezen in zowel de 
in-beeld display (indien actief) als in de display
˜, om en om met een indicatie van de instelling
ten opzichte van het gekozen volume. Bij het
instellen worden een paar zaken geregeld:
• De kanaalpositie die gecorrigeerd wordt knip-
pert in de luidspreker/kanaal functie
$.
Hoort u het signaal uit een andere luidspreker
dan die welke wordt aangegeven, dan is er een
fout gemaakt bij het aansluiten van de luidspre-
kers. In dat geval drukt u TWEEMAAL op test-
signaal
8 om het instellen te stoppen.
Schakel het apparaat vervolgens uit en controleer
alle luidsprekeruitgangen 
 of deze
juist zijn aangesloten. Start daarna het instelpro-
ces opnieuw.
• Nadat de afzonderlijke kanalen zijn ingesteld,
de kanalen verschijnen het bewuste kanaal en de
instelling in de in-beeld display (indien actief) en
in de display
˜. Terwijl het niveau wordt aan-
gepast verandert de kleur van de programma/
SPL indicatie
2 in relatie tot het verschil met
de referentie. Rood geeft aan dat het niveau te
hoog is, amber is te laag. Groen tenslotte geeft
aan dat het niveau juist is en het testsignaal gaat
naar het volgende kanaal.
• Terwijl de instellingen worden gemaakt
knippert de rode LED onder de AVR keuze
5.
Dat is normaal en geeft aan dat EzSet actief is.
8. Nadat het testsignaal eenmaal alle kanalen
heeft gehad, gaat het nogmaals rond om de
instelling te controleren.
9. Na twee complete rondgangen van het
testsignaal zijn de niveaus ingesteld. De
Programma/SPL indicatie
2 blijft voor elk
kanaal groen. Na completering van de tweede
ronde knippert Programma/SPL indicatie
2
tweemaal groen en dooft. Het testsignaal stopt
en de AVR keert terug naar normaal gebruik.
Wanneer u meent dat de niveaus die met EzSet
zijn gekozen veel hoger of lager zijn dan de 0 dB
instelling, of zelfs tegen de limiet van het 
+/-10 dB bereik van de uitgangsniveaus ligt,
kunt u afhankelijk van de gevoeligheid van de
luidsprekers en de inrichting van uw kamer, de
procedure herhalen. Ga terug naar stap 2 en stel
het hoofdvolume hoger of lager, in verhouding
met de eerder ingestelde niveaus. Werden de
niveaus b.v. op ca. -7 dB ingesteld, draai de volu-
meregelaar dan 7 dB terug. U kunt deze proce-
dure zo vaak herhalen als nodig om een goed
resultaat te bereiken. OM schade aan de luid-
sprekers of uw oren te vermijden, raden we u
aan de master volumeregelaar niet boven 0 dB in
te stellen.
Opmerking: het niveau van de subwoofer
wordt niet gecorrigeerd met het testsignaal. Om
de subwoofer in te stellen dient een externe bron
gebruikt te worden, als beschreven op pagina 31.
Handinstelling uitgangsniveau
De uitgangsniveaus kunnen ook met de hand
worden ingesteld, hetzij om ze met een SPL
meter zelf in te stellen, dan wel om fijninstellin-
gen te maken ten opzichte van de niveaus die de
EzSet afstandsbediening heeft gemaakt.
Handinstelling is het gemakkelijkst via het
OUTPUT ADJUST
menu (Afb. 8). Staat het
hoofdmenu nog in beeld druk dan op 
¤
D tot
de in-beeld 
cursor naast 
OUTPUT
ADJUST
staat. Bent u niet in het hoofdmenu,
druk dan op in-beeld display
L om het
MASTER MENU
(Afb. 1) op te roepen en druk
vervolgens viermaal op ⁄ zodat de 
cursor u op
de regel uitgangsniveaus staat. Druk op instel-
len
F om het 
OUTPUT ADJUST
menu in
beeld te laten verschijnen.
Afbeelding 8
Verschijnt het menu in beeld verplaats de cursor
dan met de toets 
D naar de regel
TEST TONE
(testsignaal). Druk op 
/
E& tot 
O N
(aan) is gemarkeerd.
U hoort nu een testsignaal dat van luidspreker
tot luidspreker gaat in de richting van de klok.
Deze testruis gaat van luidspreker naar luidspre-
ker, met de klok mee. De testruis zal gedurende
twee seconden op elke luidspreker te horen zijn,
voordat deze verder gaat, tevens zal er een knip-
perende cursor in beeld naast de naam van elke
luidsprekerpositie verschijnen wanneer het geluid
bij die luidspreker is. Draai nu het volume
omhoog tot u de ruis goed kunt horen.
BELANGRIJK: omdat dit testsignaal een veel
lager niveau heeft dan normale muziek dient u
het volume, na de instelling van alle kanalen,
terug te nemen. Het juiste volume dient weer
hersteld te zijn VOORDAT u terugkeert in het
hoofdmenu en het testsignaal uitgeschakeld
wordt.
Opmerking: vergeet niet te controleren of de
luidsprekers correct zijn aangesloten. Terwijl het
testsignaal rond gaat controleert u of het geluid
ook werkelijk komt van de luidspreker die in de
display 
˜ wordt aangegeven. Zou dat bij een
luidspreker niet kloppen, schakel de AVR dan uit
met de netschakelaar
1 en controleer de luid-
sprekeraansluitingen en eventuele verbindingen
naar externe versterkers om er zeker van te zijn
dat alle luidsprekers met de juiste kanalen zijn
verbonden.
Nadat u de luidsprekerposities gecontroleerd
heeft, laat u het testsignaal weer rondgaan en
luistert u of een kanaal luider klinkt dan de ande-
re. Met de front luidspreker links als referentie
drukt u op 
/
¤
D op de afstandsbediening
om alle luidsprekers op hetzelfde niveau te bren-
gen. Merk op dat drukken op 
/
E& het
testsignaal op dat kanaal zal blijven om de tijd te
geven de afregeling te maken. Laat u de toets los
dan gaat de ruis na vijf seconden weer rond. De
cursor 
u in beeld kan ook direct naar de af te
regelen luidspreker verplaatst worden met de
/
¤
D toetsen op de afstandsbediening.
Ga door met het regelen van de afzonderlijke
luidsprekers tot ze alle hetzelfde volume hebben.
Merk op dat de regelingen alleen gemaakt die-
nen te worden met 
/
E& op de
afstandsbediening, NIET met de volumeregeling.
Gebruikt u een geluidsdrukmeter (SPL) voor een
exacte instelling met het testsignaal, zet de
volumeregelaar
) dan op –15 dB en stel
het niveau voor elk kanaal zo in dat de meter 
75 dB aangeeft, C-gewogen, traag. (C-weighted,
slow). Nadat de instellingen zijn gemaakt draait
u het volume weer terug.
U kunt de uitgangsniveaus ook met de hand
instellen en gebruik maken van de niveau indica-
tie op de EzSet afstandsbediening. Om de sensor
en de indicatie te activeren drukt u op SPL
indicatie
* op de afstandsbediening terwijl
het testsignaal rondgaat rondgaat en zet de
*   C H A N N E L   A D J U S T   *
F L     :   0 d B     S B R   :   0 d B          
C E N   :   0 d B     S B L   :   0 d B
F R     :   0 d B     S L     :   0 d B
S R     :   0 d B     S U B   :   0 d B
C H A N N E L   R E S E T     :   O F F
T E S T   T O N E             :   O F F
B A C K   T O   M A S T E R   M E N U
24 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
master volumeregelaar
) op –15 DB (zono-
dig lager of hoger als hiervoor aangegeven). De
programma/SPL indicatie 
2 verandert van
kleur om het niveau aan te geven. Omdat de
afstandsbediening nu als niveau indicatie dienst
doet kunnen de correcties alleen gemaakt wor-
den via het frontpaneel, en heeft u assistentie
nodig. Corrigeer het niveau met 
/
E& op
de afstandsbediening tot de LED voor alle kana-
len groen is. Druk op SPL indicator keuze
*
als u klaar bent om de sensor en de indicatie uit
te schakelen.
Opmerking: het uitgangsniveau van de sub-
woofer kan niet gecorrigeerd worden met
behulp van het testsignaal. Om het niveau van
de subwoofer te corrigeren volgt u de stappen
voor het instellen van het uitgangsniveau op
pagina 31.
Wanneer alle kanalen hetzelfde niveau hebben
is de afregeling gereed. Zet nu met volume
)
het niveau op ca. –40 dB, anders zal het afspeel-
niveau te hoog zijn zodra de muziek begint te
spelen. Om dit menu te verlaten drukt u op 
/
¤
D tot de cursor 
u in beeld naast de regel
BACK T O MASTER MENU
staat en u drukt
op instellen
F om het testsignaal uit te
schakelen en terug te keren naar het 
MASTER MENU
.
De uitgangsniveaus kunnen ook afgeregeld wor-
den door de afzonderlijke toetsen en het Semi-
OSD systeem te gebruiken. Om op deze manier
de uitgangsniveaus te regelen drukt u op test-
signaal
8. Vanaf het moment dat u op de
toets drukt gaat het testsignaal, zoals eerder
beschreven, rond. Het juiste kanaal vanwaar u
het testsignaal wilt horen, wordt aangegeven in
het onderste derde deel van het beeld en in de
display
˜. Als een extra aanwijzing wordt het
juiste kanaal, terwijl het testsignaal rondgaat,
ook aangegeven door de luidspreker/kanaal
keuze
$, door een knipperende letter in het
correcte kanaal. Draai het volume
) hoger
tot u de ruis duidelijk kunt horen.
Om het uitgangsniveau te regelen drukt u op
/
¤
D op de afstandsbediening tot het
gewenste niveau in de display of in beeld wordt
aangegeven. Zodra u de toetsen loslaat gaat het
testsignaal na vijf seconden opnieuw rond.
Wanneer alle kanalen hetzelfde uitgangsniveau
hebben, zet u met volume
) het niveau op
ca. –40 dB, anders zal het afspeelniveau te hoog
zijn zodra de muziek begint te spelen. Daarna
drukt u op testsignaal
8 om de testtoon uit
te schakelen en het proces af te ronden.
BELANGRIJK: se afregeling van het uitgangs-
niveau zal niet effectief zijn voor alle ingangen,
maar alleen voor de werkelijk geselecteerde sur-
roundfuncties. Om ook effectief te zijn voor een
andere functie, kiest u die functie (met welke
ingang dan ook) en u herhaalt de boven
omschreven inregeling. Zo kunt u verschillen in
niveaus tussen luidsprekers, die per surround-
functie kunnen verschillen, compenseren, of het
niveau van bepaalde luidsprekers opzettelijk
verhogen of verlagen, e.e.a. afhankelijk van de
gekozen surroundfunctie.
Opmerking: niveau inregeling is niet beschik-
baar voor de VMAx of Surround uit functie, aan-
gezien er geen surround luidsprekers gebruikt
worden (en er dus geen niveauverschillen kun-
nen optreden tussen luidsprekers in dezelfde
kamer). Maar om niveauverschillen te compen-
seren tussen stereo, VMAx en andere surround-
functies (onafhankelijk van de gekozen ingang)
kunnen de uitgangen ingeregeld worden met de
procedure voor fijnregeling van de niveaus, zie
pagina 31, ook voor de Surround uit (stereo) en
VMAx functies. Zodra de op de vorige pagina
beschreven instellingen zijn gemaakt kan de 
AVR gebruikt worden. Hoewel er nog extra
instellingen gemaakt kunnen worden, dient dit
bij voorkeur te gebeuren nadat u naar meerdere
bronnen heeft geluisterd met verschillende soor-
ten bronmateriaal. Deze geavanceerde instellin-
gen worden op pag. 32-33 van deze handleiding
beschreven. Bovendien kan elke instelling die u
in het begin gemaakt heeft, later gewijzigd
worden.
Bij het toevoegen van nieuwe of andere bronnen
of luidsprekers, of u wilt de instelling corrigeren
naar uw eigen smaak, volgt u eenvoudig de
aanwijzingen voor het veranderen van de para-
meter als hiervoor beschreven. Denk er aan dat
alle wijzigingen op elk moment, ook bij gebruik
van afzonderlijke toetsen, in het geheugen van
de AVR worden opgeslagen, ook wanneer deze
geheel wordt uitgeschakeld, tenzij deze wordt
gereset (zie pagina 42).
Nu u klaar bent met de instelling en configuratie
van de AVR staat u op het punt het beste in
muziek en home theater weergave te beleven.
Veel plezier!
Page of 44
Display

Click on the first or last page to see other AVR 230 (serv.man8) service manuals if exist.