DOWNLOAD Harman Kardon AVR 230 (serv.man8) Service Manual ↓ Size: 877.14 KB | Pages: 44 in PDF or view online for FREE

Model
AVR 230 (serv.man8)
Pages
44
Size
877.14 KB
Type
PDF
Document
User Manual / Operation Manual
Brand
Device
Audio
File
avr-230-sm8.pdf
Date

Harman Kardon AVR 230 (serv.man8) User Manual / Operation Manual ▷ View online

INSTALLEREN EN AANSLUITEN
13
Installeren en Aansluiten
9. Gebruikt u een camcorder, videospelletje of
ander audio/video apparaat dat is zo nu en dan
tijdelijk wordt aangesloten op de AVR, verbind
de audio, video en digitale audio uitgangen van
dat apparaat dan met de Front Ingangen
*ÓÔ. Een op Video 4 ingang Ô aange-
sloten apparaat wordt gekozen als Video 4
ingang en aangesloten op de digitale ingan-
gen
*Ó gekozen als 'Optisch 3' of 'Coax 3'
ingang. Zie pagina 17 voor nadere informatie
over de configuratie van de ingangen.
Opmerkingen over video-aansluitingen:
• Y/Pr/Pb Component, RGB (zie pagina 13) 
S-Video of Composiet videosignalen kunnen
alleen in hun oorspronkelijke vorm worden
bekeken en worden niet omgezet naar andere
formaten. S-Video signalen worden naar compo-
siet omgezet. De in-beeld display verschijnt in
elk geval op het scherm, wanneer S-Video of
Video op de TV is gekozen.
• Wanneer de component video-aansluitingen
gebruikt worden zullen de on-screen menu’s niet
zichtbaar zijn. U moet overschakelen op de stan-
daard composiet of S-video ingang van uw TV
om deze menu’s te zien.
• Alle component in- en uitgangen kunnen ook
voor RGB signalen worden gebruikt, op dezelfde
wijze als beschreven voor de Y/Pr/Pb signalen,
en verbonden met de aansluitingen van over-
eenkomstige kleur.
Maar dat werkt alleen zolang de drie RGB video-
signalen door de bron worden afgegeven, alleen
met een sync signaal in het ‘G’ signaal, zonder
een afzonderlijk sync signaal van de bron.
Scart A/V-aansluitingen
Voor alle hiervoor omschreven verbindingen
gebruikt uw videoapparaat cinch-aansluitingen
en/of S-video aansluitingen, zowel voor de
audio- als de videosignalen: elk normaal video-
apparaat (niet S-VHS of High 8) gebruikt voor
alleen afspelen 3 cinch verbindingen; video-
recorders voor afspelen en opnemen zelfs 
6 cinch verbindingen. Alle S-video-apparaten 
(S-VHS, High 8) hebben 2 cinch (audio) en 
1 S-video verbinding nodig voor afspelen, of 
4 cinch (audio in/uit) en 2 S-video (video in/uit)
verbindingen als het een videorecorder betreft.
Veel Europese videoapparaten zijn maar ten dele
voorzien van cinch of S-video aansluitingen, niet
voor alle audio- en video in- en -uitgangen die
nodig zijn als eerder beschreven, maar via een
zogeheten Scart of Euro-AV connector, een vrij-
wel haakse plug met 21 pennen, zie afbeelding.
In dat geval zijn de volgende scart/cinch-adap-
ters of kabels nodig:
• Voor weergave van satellietontvangers,
camcorders, DVD- of LD-spelers, een adapter van
scart naar 3 cinch pluggen, zie afbeelding 1
(normale videoapparaten), of van scart naar 2
cinch +1 S-video stekkers, zie afbeelding 4 
(S-videoapparaten).
• HiFi-videorecorders hebben een adapter van
scart naar 6 cinch pluggen nodig, zie afbeelding
2 (normale video), of van scart naar 4 audio +2
S-video pluggen, zie afbeelding 5 (S-video VCR).
Lees de instructies bij de adapter zorgvuldig, om
vast te stellen welke van de zes stekkers voor
het opnamesignaal is (aansluiten op de uitgan-
gen van de AVR) en welke voor het weergavesig-
naal van de videorecorder (aansluiten op de
Ingangen van de AVR). Maak onderscheid tussen
audio- en videosignalen. Aarzel niet uw leveran-
cier te raadplegen indien u twijfels heeft.
• Gebruikt u uitsluitend normale videoappara-
ten, dan is voor de TV-monitor een adapter van
3 cinch pluggen naar scart nodig (zie afbeelding
3). Gebruikt u ook S-video apparaten, dan is een
extra adapter van 2 cinch + 1 S-video plug naar
scart nodig (afbeelding 6), verbonden met de
scart-ingang van uw TV, geschikt voor S-video.
Alleen de videopluggen (de ‘gele’ cinch pluggen
in afbeelding 3 en de S-video plug in afbeelding
6) worden aangesloten op de TV/Monitor
Uitgang
 en het volume van de TV wordt
geheel teruggedraaid.
Belangrijke opmerking over
adapterkabels
Wanneer de cinch aansluitingen van de adapter
die u gebruikt gemarkeerd zijn, sluit de audio en
video ingangspluggen dan altijd aan op de
audio en video uitgangen van de AVR en om-
gekeerd. Is dat niet het geval, let dan op de sig-
naalrichting zoals die is aangegeven in boven-
staande afbeeldingen en in de aanwijzingen bij
de adapter. Heeft u twijfels, aarzel dan niet uw
leverancier om inlichtingen te vragen.
Belangrijke opmerkingen over S-video
1. Alleen de S-video in/uit van S-video appara-
tuur mag verbonden worden met de AVR, NOOIT
zowel de normale als de S-video aansluitingen,
uitgezonderd de TV, zie punt 2.
Wanneer beide aansluitingen gemaakt zijn zal
alleen het S-Video signaal zichtbaar gemaakt
worden.
2. Net als alle normale AV apparatuur zet de
AVR het composiet videosignaal niet om naar S-
Video, maar wèl omgekeerd. Wanneer zowel
video als S-video bronnen gebruikt worden, die-
nen dus beide verbindingen van de AVR naar de
TV gemaakt worden, waarbij ook de juiste
ingang op de TV gekozen wordt.
Aansluitingen van videoapparatuur
Videoapparatuur wordt op dezelfde manier aan-
gesloten als audiocomponenten. Het gebruik van
signaalkabel van goede kwaliteit is belangrijk
voor het behoud van de signaalkwaliteit.
1. Verbind de audio- en video Play/Out uitgan-
gen met de Video 1 of Video 2 In ingangen
#% op de achterzijde. De audio en
video Record/In ingangen van de VCR worden
verbonden met de Video 1 of Video 2 Out
uitgangen
" van de AVR.
2. Verbind de analoge audio en video uitgangen
van een satellietontvanger, kabel-TV converter,
televisie, of enig andere videobron met de 
Video 3 ingangen
$.
3. Verbind de analoge audio- en video-uitgan-
gen van een DVD- of laserdiscspeler met de 
DVD-ingang
.
4. Verbind de digitale audio uitgangen van een
CD- of DVD-speler, satellietontvanger, kabel- of
HDTV-converter aan op de juiste Optische of
Coaxiale digitale ingangen 
 !*Ó.
5. Verbind de Composiet en S-Video (indien 
S-Video wordt gebruikt) Monitor Uitgang
op de achterzijde van de receiver met de
composiet of S-Video ingang van de televisie of
videoprojector.
6. Indien u DVD-speler en monitor beide
component video aansluitingen hebben, sluit de
component video uitgangen van de DVD-speler
dan aan op de Component video video-
ingangen
. Merk op dat zelfs wanneer de
component video-aansluitingen gebruikt wor-
den, de audio-aansluitingen nog steeds gemaakt
moeten worden op de analoge DVD audio-
ingangen
 of op de Coaxiale of Optische
digitale ingangen
 !.
7. Indien u een ander component video-appa-
raat ter beschikking hebt, sluit het dan aan op
de Video 2 component video-ingangen
De audio-aansluitingen voor dit apparaat dienen
te worden gemaakt op de Video 2 ingangen
# of op de Coaxiale of Optische digitale
ingangen 
 !.
8. Indien de component video-ingangen gebruikt
worden, sluit dan de Component video-uit-
gangen
 aan op de component video-ingan-
gen van uw TV, projector of weergave-apparaat.
14 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Installeren en Aansluiten
Belangrijk bij gebruik van 
scart/cinch adapters
Wanneer videobronnen op de TV aangesloten
zijn via een scartkabel worden naast de
audio/videosignalen ook stuursignalen naar de
TV gezonden. Met deze signalen werkt bijvoor-
beeld de automatische bronkeuze, zodat de TV
automatisch naar de juiste bron schakelt zodra
de videobron wordt gestart. En bij DVD-spelers
wordt de TV ook automatisch op 16:9 gescha-
keld (met 16:9 TV’s of met 4:3 TV’s waarop het
16:9 formaat kan worden gekozen) en wordt de
RGB videodecoder van de TV in/uitgeschakeld,
afhankelijk van de instelling van de DVD-speler.
Bij gebruik van een adapterkabel gaan deze 
signalen verloren en dient de TV met de hand op
de juiste positie gezet te worden.
Opmerking over het RGB-signaal 
met SCART:
indien u een toestel gebruikt dat RGB-signalen
op een SCART-uitgang (b.v. de meeste DVD-
spelers doen dit) levert en u wilt dit RGB-signaal
gebruiken, dan moet de SCART-uitgang recht-
streeks op uw TV aangesloten worden. Hoewel
de AVR driewegs-videosignalen kan schakelen
(zoals component signalen Y/Pb/Pr), hebben TV’s
aparte sync-signalen nodig naast RGB (ook met
SCART) die niet additioneel door de AVR gescha-
keld en geleverd kunnen worden.
RGB signalen kunnen alleen door de AVR geleid
worden wanneer geen afzonderlijk synchroni-
satie signaal nodig is (zie laatste opmerking bij
Video Aansluiting op pagina 13).
Black
Yellow
Red
Afbeelding 1:
scart/cinch adapter voor 
weergave;
richting: scart 
cinch
Black
Red
Blue
Yellow
Green
White
Afbeelding 2:
scart/cinch adapter voor
opnemen en weergeven;
richting: scart 
↔ cinch
Black
Yellow
Red
Afbeelding 3:
cinch/scart adapter voor
weergave:
richting: cinch 
scart
Rot
Schwarz
S-Video In
Afbeelding 4:
scart/S-video adapter
voor weergave:
richting: scart 
cinch
Schwarz
Rot
Blau
Gelb
S-Video In
S-Video Out
Afbeelding 5:
scart/S-video adapter
voor opname en 
weergave:
richting: scart 
↔ cinch
Rot
Schwarz
S-Video Out
Afbeelding 6:
scart/S-video adapter
voor weergave:
richting: cinch 
scart
Zwart
Geel
Rood
Zwart
Rood
Blauw1
Geel
Groen1
Wit
Zwart
Geel
Rood
Zwart
Rood
S-video in
Rood
Zwart
S-video uit
Zwart
Rood
Blauw
1
Geel
S-video in
S-video uit
1
Ook andere kleuren mogelijk, b.v. bruin en grijs
Systeem en eindversterker
verbindingen
Uitbreiding afstandsbediening 
centrale kamer
Wanneer de ontvanger in een gesloten kast
staat of achter donker glas, dan kan dat er toe
leiden dat de sensor van de afstandsbediening
geen bevelen ontvangt. In dat geval kan de
afstandsbedieningsensor van een ander Harman
Kardon, of geschikt apparaat, die wel ontvangst
heeft, worden gebruikt. Hiervoor kan ook een
extra sensor gebruikt worden.
Verbind de IR-uitgang voor afstandsbediening
van dat apparaat, of de uitgang van de afstands-
bedieningsensor aan op de ingang IR
afstandsbediening
.
Wanneer ook andere componenten geen beve-
len van de afstandsbediening ontvangen, is
maar één sensor nodig. Gebruik eenvoudig de
sensor van dit apparaat, of een extra sensor
door een verbinding te maken van uitgang IR
afstandsbediening
 naar de aansluiting
afstandsbediening ingang op de Harman Kardon
of andere geschikte apparatuur.
Lichtnetuitgangen
Dit apparaat is voorzien van twee lichtnetuitgan-
gen voor andere apparatuur. Het is belangrijk
dat geen apparatuur wordt aangesloten die veel
vermogen opneemt, zoals eindversterkers of
monitoren. Het totale opgenomen vermogen
mag per uitgang niet boven de 100 watt liggen.
De geschakelde lichtnetuitgang 
 voert
alleen spanning wanneer het apparaat geheel is
ingeschakeld. Gebruik deze uitgang voor appa-
raten die geen netschakelaar hebben, of een
mechanische netschakelaar die continu inge-
schakeld kan blijven.
Opmerking: veel audio- en videoproducten
gaan over op standby wanneer deze met
geschakelde lichtnetuitgangen worden gebruikt
en kunnen via zo’n uitgang niet worden geacti-
veerd, zonder gebruik van de afstandsbediening
van dat product.
De ongeschakelde lichtnetuitgang
 voert
alleen spanning zolang de AVR op het lichtnet is
aangesloten en de lichtnetschakelaar
1
ingedrukt is.
De AVR 230 trekt aanzienlijk meer stroom uit
het stopcontact dan andere huishoudelijke
apparatuur met losse netsnoeren zoals compu-
ters. Daarom is het belangrijk dat alleen het bij-
geleverde netsnoer wordt gebruikt en dat bij
vervanging een identiek exemplaar wordt
gebruikt.
Is het netsnoer eenmaal aangesloten dan bent u
bijna klaar om van de AVR 230 te gaan
genieten!
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 15
Installeren en Aansluiten
Luidsprekerkeuze
Welk merk luidsprekers ook wordt gebruikt,
neem altijd hetzelfde merk en type voor de front
luidsprekers links, midden en rechts. Zo ontstaat
een consistent front geluidsbeeld en wordt voor-
komen dat zich vervelende bijeffecten voordoen,
zoals bij front luidsprekers die niet goed bij
elkaar passen. Harman Kardon adviseert luid-
sprekers van JBL of Infinity.
Opstelling van de luidsprekers
De opstelling van de luidsprekers in een home
theater systeem met meerdere kanalen heeft een
aanzienlijke invloed op de bereikte geluids-
kwaliteit.
Afhankelijk van het type centrum luidspreker en
uw televisietoestel, dient u uw centrum luidspre-
ker ofwel direct op of onder de TV opgesteld te
worden, dan wel in het midden achter een
akoestisch doorzichtig projectiescherm.
Nadat de centrum luidspreker is geïnstalleerd,
worden de front luidsprekers links en rechts
opgesteld en wel op een onderlinge afstand die
gelijk is aan de afstand tussen de centrum luid-
spreker en de gewenste luisterpositie. Idealiter
dienen de front luidsprekers zo te worden opge-
steld dat de tweeters zich niet meer dan 60 cm
boven of onder de tweeter in de centrum luid-
spreker bevinden.
Houd de front luidsprekers minimaal op een
afstand van 0,5 meter van de TV, tenzij de luid-
sprekers magnetisch afgeschermd zijn om ver-
vorming van het TV-beeld te voorkomen. Denk er
aan dat de meeste luidsprekers niet magnetisch
zijn afgeschermd, zelfs die in complete surround
sets, meestal is alleen de centrum luidspreker
wel afgeschermd.
Afhankelijk van de kamerakoestiek en het type
luidsprekers dat wordt gebruikt, kan het resul-
taat worden verbeterd door de front luidsprekers
links en rechts ten opzichte van de centrum luid-
spreker iets naar voren te plaatsen. Corrigeer zo
mogelijk alle front luidsprekers zo dat deze op
oorhoogte staan wanneer u zich op uw luister-
positie bevindt. Aan de hand van deze uitgangs-
punten kunt u experimenteren met de opstelling
van de front luidsprekers in uw systeem. Aarzel
niet de onderdelen te verplaatsen, net zo lang
tot het systeem een optimaal resultaat laat
horen. Verplaats de luidsprekers tot de audio-
overgangen van de front luidsprekers gebalan-
ceerd klinken. Surround luidsprekers dienen
tegen de zijwanden van de kamer te worden
opgesteld, ter hoogte van of iets achter de luis-
terpositie. Het hart van de luidspreker wordt op
de kamer gericht. Wanneer het niet mogelijk is
de luidsprekers tegen de zijwanden op te stellen,
kunnen de luidsprekers tegen de achterwand
worden geplaatst, achter de luisterpositie. De
luidsprekers bij voorkeur niet meer dan 2 meter
achter de luisterpositie opstellen.
Wanneer de AVR wordt gebruikt in de 5.1
kanaals functie kunnen de surround luidsprekers
het beste tegen de zijwanden van de kamer wor-
den opgesteld, of iets achter de luisterpositie. In
een 7.1 systeem zijn zowel surround luidsprekers
aan de zijkant als aan de achterzijde nodig. Het
centrum van de luidsprekers is naar de luisteraar
gekeerd. Zie hiernaast.
De opstelling van de achter luidsprekers worden
bepaald door de specifieke eisen aan uw systeem.
Gebruikt u alleen de ingebouwde versterkers van
de AVR 230 stel bij een "6.1" systeem de enkele
surround achter luidspreker dan zo dicht moge-
lijk bij het midden van de achterwand op.
Is een extra externe versterker beschikbaar zodat
beide Surround Achter Links en Surround Achter
Rechts kanalen worden gebruikt, stel de beide
luidsprekers dan op als aangegeven in de teke-
ning. Opstelling tegen de achterwand is ook
mogelijk kan ook in plaats van opstelling tegen
de zijwand bij 5.1 systemen, in gevallen waarin
het niet praktisch is de hoofd surround luidspre-
kers aan de zijkant in de kamer op te stellen.
Net als bij de zij luidsprekers dienen de achter
surround luidsprekers met de onderzijde mini-
maal 60 cm boven de oren van de luidsprekers
te staan en niet meer dan 2 meter achter de
achterzijde van het luistergebied.
Worden tegen de achter- of zijwand van de
kamer of dipool luidsprekers gebruikt denk er
dan aan dat een eventuele pijl op de zij luidspre-
ker naar het front van de kamer moet wijzen en
bij de achterluidsprekers naar het midden van de
achterwand.
Subwoofers produceren grotendeels niet gericht
geluid en kunnen bijna overal in de ruimte
worden opgesteld. De opstelling dient te worden
gebaseerd op de afmetingen en vorm van het
vertrek en het type subwoofer dat wordt gebruikt.
Een methode om de optimale locatie voor een
subwoofer te vinden is deze eerst in het front van
de kamer te zetten, ongeveer 15 cm van een
muur, of in de buurt van een hoek. Een andere
methode is de subwoofer tijdelijk op de plaats te
zetten waar u gewoonlijk zult zitten en vervolgens
in de kamer rond te lopen totdat u een plaats
vindt waar de subwoofer het beste klinkt. Zet de
subwoofer dan op die plaats. Volg ook de instruc-
ties van de fabrikant van de subwoofer op, of
experimenteer om de beste locatie voor een sub-
woofer in de luisterruimte te vinden.
Right Front
Speaker
Left Front
Speaker
No more than 
         60cm
Center Front Speaker
A) Opstelling van de front luidsprekers bij een 
TV-toestel of een projector achter het scherm.
Center Front
Speaker
Rear-Wall Mounting
TV or Projection Screen
Right Front
Speaker
Left Front
Speaker
No more than 6 feet
when rear-mounted
speakers are used
7.1
7.1
6.1
B) Opstelling tegen de achterwand in de posities
aangegeven met "7.1" is een alternatief voor 5.1
systemen en dient ook gebruikt te worden bij
volledige 7.1 systemen, in het geval een extra
externe eindversterker wordt gebruikt voor het
sturen van de achter luidsprekers. Worden de
AVR versterkers gebruikt voor een 6.1 configu-
ratie dan dient de positie voor "6.1"te worden
gebruikt.
Centrum luidspreker
Max.
60 cm
Front rechts
Front links
TV of projectiescherm
Centrum
Front links
Front rechts
Alternatieve opstelling tegen achterwand
Max.
2 meter
Minimaal 15 cm van het plafond
Minimaal 60 cm
16 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Zijn de luidsprekers in de kamer eenmaal opge-
steld en aangesloten, dan dient het geheugen van
de systeem geconfigureerd te worden. De 
AVR beschikt over twee soorten geheugens, indi-
viduele geheugens die verbonden zijn met de
gekozen ingang, b.v. surroundfuncties, en andere
die onafhankelijk zijn van de gekozen bron, zoals
de uitgangsniveaus van de luidsprekers, wissel-
frequenties of vertragingstijden die door de sur-
round processor gebruikt worden.
In gebruik name en 
in-beeld display
Schakel de AVR nu in, zodat deze laatste instellin-
gen kunnen worden uitgevoerd.
1. Steek de stekker van het netsnoer
 in een
ongeschakeld stopcontact.
2. Druk op de netschakelaar
1 zodat deze
ingedrukt blijft staan. Controleer of de licht-
netindicatie
3 oranje wordt, ten teken dat het
apparaat in standby staat.
3. Verwijder de plastic beschermingsfolie van het
venster op de afstandsbediening. Met die folie zal
het bereik van de afstandsbediening aanzienlijk
kleiner zijn.
4. Installeer de drie bijgeleverde AAA batterijen in
de afstandsbediening, als in de afbeelding aange-
geven. Let op de polariteit (+) en (–), die op de
bodem van het batterijvakje staat aangegeven.
5. Schakel de AVR in door op Standby
2 te
drukken, of met de ingangskeuze
% op de
voorzijde, dan wel op de afstandsbediening op
Inschakelen
3, AVR keuze 5, of op een
van de toetsen Ingangskeuze
46 te druk-
ken. De lichtnetindicatie
3 wordt nu blauw
ten teken dat het apparaat ingeschakeld is en de
display
˜ licht op.
Opmerking: nadat op één van de toetsen van de
ingangskeuze
4 om het apparaat in te scha-
kelen is gedrukt, drukt u op AVR keuze
5 om
de afstandsbediening de AVR te laten besturen.
Gebruik van de in-beeld display
Het maken van de volgende instellingen gaat het
eenvoudigste via de in-beeld display van het TV
toestel of projectiescherm. Zo kan de huidige
status van de AVR gemakkelijk worden afgelezen,
wat prettig is bij het kiezen van de luidsprekers,
de vertraging en andere instellingen. Om de in-
beeld display te activeren dient een verbinding
gemaakt te zijn tussen de video monitor uit-
gang
 op de achterzijde naar de composiet- of
S-video ingang van uw TV of projector. Om de in-
beeld informatie van de AVR te kunnen zien, dient
ook op de monitor/projector de juiste videobron
gekozen te zijn. Denk er aan dat de in-beeld
menu’s niet beschikbaar zijn wanneer een compo-
nent video display wordt gebruikt.
Belangrijk: bij gebruik van in-beeld menu’s via
een conventionele beeldbuis is het belangrijk dat
deze niet langdurig in beeld blijven staan. Zoals
bij alle videoschermen, maar in het bijzonder bij
projectoren, kan het continu weergeven van stati-
sche beelden als deze menu’s, of beelden van
videospelletjes, permanent ‘inbranden’ van de
beeldbuis of projector veroorzaken. Dergelijke
schade valt niet onder de garantie van de 
AVR en is vrij zeker ook niet onder de garantie
van de TV of projector. De AVR heeft twee in-
beeld weergavefuncties: ‘semi-OSD’ (gedeeltelijk)
en ‘Full-OSD’ (volledig). Bij het configureren raden
wij u aan Full-OSD functie te gebruiken. De volle-
dige status en de opties verschijnen dan in beeld,
wat het gemakkelijker maakt uit de beschikbare
mogelijkheden te kiezen en instellingen te maken.
De Semi-OSD functie gebruikt slechts één regel.
Denk er aan dat bij het Full-OSD (volledig inbeeld)
de gekozen menu’s niet in de display
˜ ver-
schijnen. Wanneer de volledige In-Beeld Display
(OSD) wordt gebruikt verschijnt 
OSD O N
in de
display
˜ om aan te geven dat een beeld-
scherm gebruikt dient te worden.
Wordt het Semi-OSD systeem (gedeeltelijk in-
beeld) gebruikt met de afzonderlijke configuratie-
toetsen, dan in-beeld een enkele regel tekst met
de huidige menukeuze te zien zijn. Die keuze
wordt ook aangegeven in de display
˜.
Het volledige in-beeld menu kan altijd worden
opgeroepen of verwijderd door op In-beeld
Display
L te drukken. Wanneer u op deze
toets drukt zal het hoofdmenu 
MASTER
MENU
(Afb. 1) verschijnen en kunnen instellin-
gen gemaakt worden vanuit de individuele
menu’s. Denk er aan dat de menu’s na de laatste
handeling gedurende 20 seconden zichtbaar zul-
len blijven, daarna uit beeld verdwijnen. Deze tijd
kan verlengd worden tot 50 seconden door naar
het 
ADVANCED SELECT
menu te gaan en
het item 
FULL OSD TIME OUT
te wijzigen.
De Semi-OSD is ook beschikbaar als standaard
systeeminstelling en kan worden uitgeschakeld
via het 
ADVANCED SELECT
menu. Zie
pagina 36. Met het semi OSD systeem kunt u
direct instellingen maken door op de toetsen op
de voorzijde of op de afstandsbediening te druk-
ken. Om bijvoorbeeld de digitale ingang voor een
bron te wijzigen drukt u op Digitale Keuze
Û
G en een van de keuzetoetsen
/
7 or
/
¤
D op de voorzijde of de afstandsbedie-
ning.
Afbeelding 1
Systeemopzet
De AVR bezit een modern geheugensysteem
waarmee u verschillende configuraties kunt vast-
leggen voor de luidsprekeropzet, digitale ingan-
gen, surround functies, vertragingen, wisselfre-
quenties en luidsprekerinstellingen voor elke bron.
Om de luidspreker instelling te vergemakkelijken
kan dezelfde luidspreker instelling ook voor alle
ingangen tegelijk worden gemaakt. Deze flexi-
biliteit maakt het mogelijk de manier waarop naar
elke bron geluisterd wordt op maat in te stellen
en in de AVR op te slaan. Dat betekent bijvoor-
beeld dat u verschillende surround functies en
analoge of digitale ingangen met verschillende
bronnen kunt combineren, of verschillende luid-
sprekerconfiguraties kunt instellen met afwijkende
instellingen voor de behandeling van het laag, of
het gebruik van de centrum luidspreker en/of de
subwoofer. Zijn die instellingen eenmaal gemaakt,
dan worden deze automatisch weer opgeroepen
zodra die ingang wordt gekozen.
In de fabrieksinstelling van de AVR zijn alle ingan-
gen geconfigureerd voor een analoge ingang, uit-
gezonderd de DVD-ingang, waar de Coax
Digital Ingang
! standaard is. Is het DSP pro-
cessor systeem voor het eerst gebruikt voor een
willekeurige ingang, dan wordt de luidsprekerin-
stelling automatisch in ‘Small’ (klein) en de sub-
woofer op ‘LFE’ gezet. De standaardinstelling voor
de surround functies is Logic 7 Music, hoewel
Dolby Digital of DTS automatisch worden gekozen
wanneer een bron met een digitaal signaal in
gebruik is.
Voordat het apparaat in gebruik wordt genomen,
zullen de instellingen voor de meeste ingangen
waarschijnlijk gewijzigd dienen te worden, om ze
correct te configureren voor het gebruik met digi-
tale of analoge ingangen en de surround functie
die aan de ingang is gekoppeld. Denk eraan dat
deze instellingen voor elke gebruikte ingang
gemaakt dienen te worden, aangezien het geheu-
gensysteem van de AVR de instellingen voor elke
    *   M A S T E R   M E N U   *
I N P U T   S E T U P
S U R R O U N D   S E T U P
S P E A K E R   S E T U P
D E L A Y   A D J U S T
C H A N N E L   A D J U S T
M U L T I - R O O M
A D V A N C E D
Page of 44
Display

Click on the first or last page to see other AVR 230 (serv.man8) service manuals if exist.