DOWNLOAD Harman Kardon AVR 5000 (serv.man12) Service Manual ↓ Size: 1.09 MB | Pages: 58 in PDF or view online for FREE

Model
AVR 5000 (serv.man12)
Pages
58
Size
1.09 MB
Type
PDF
Document
User Manual / Operation Manual
Brand
Device
Audio
File
avr-5000-sm12.pdf
Date

Harman Kardon AVR 5000 (serv.man12) User Manual / Operation Manual ▷ View online

BEDIENING  29
Bediening
Keuze Surround Functies
Eén van de belangrijkste eigenschappen van de
AVR 5000 is de mogelijkheid een volledig meer-
kanaals surround klankbeeld weer te geven van
digitale bronnen, analoge matrix gecodeerde
programma’s en standaard stereo en zelfs mono
programma’s. Alles bij elkaar zijn dertien luister-
functies beschikbaar op de AVR 5000.
De keuze van de surroundfunctie is gebaseerd
op persoonlijk voorkeur en het gebruikte soort
bronmateriaal. Bijvoorbeeld, films of TV-pro-
gramma’s met het logo van een van de bekende
surround systemen, zoals Dolby Surround, DTS
Stereo of UltraStereo, worden afgespeeld met
Dolby 3 Stereo of Dolby Pro Logic surroundfunc-
ties, afhankelijk van het bronmateriaal en de
gebruikte luidsprekers.
Om echter met alle analoge stereo en surround
opnamen een wijder en omringend geluidsbeeld
te krijgen met duidelijkere bewegingen, horizon-
taal en diagonaal, kiest u de exclusieve Harman
Kardon Logic 7 functie. Deze creëert linker en
rechter stereo achtersignalen, net als in werke-
lijkheid, zodat geluiden van linksachter ook
alleen daar gehoord worden. Een werkelijk
indrukwekkende verbetering ten opzichte van de
normale Pro Logic functie.
Opmerking: wanneer een programma is
gecodeerd met matrix surround informatie blijft
deze informatie behouden zolang het program-
ma in stereo wordt uitgezonden. Films met
surround geluid kunnen dus gedecodeerd wor-
den met elke analoge surround functie, zoals Pro
Logic of Logic 7, wanneer deze door conventio-
nele TV-zenders, betaal-TV of satellieten worden
uitgezonden. Bovendien worden er steeds meer
TV-programma’s, sportuitzendingen, hoorspelen
en muziek-CD’s opgenomen met surround
geluid. U kunt een overzicht van deze program-
ma’s bekijken op het web van Dolby
Laboratories: www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet wordt aan-
gegeven als drager van standaard surround
informatie, zult u merken dat de Pro Logic, Dolby
3 Stereo of Logic 7 functies vaak een omringend
surround klankbeeld leveren, gebruik makend
van de natuurlijke surround informatie die in alle
stereo opnamen aanwezig is.
Probeer daarom bij stereoprogramma’s zonder
surround informatie de Theater, Hall en 5
kanaals stereo functies (5 kanaals stereo is voor-
al effectief met oude, extreem-stereo opnamen)
en met monoprogramma’s raden we aan de
Theater of Hall functies te proberen. En bij
gebruik van uitsluitend twee front luidsprekers
bevelen wij het door Harman gepatenteerde
VMAx aan, waarmee een nagenoeg driedimen-
sionaal ruimtebeeld wordt bereikt met slechts
twee luidsprekers. Surroundfuncties worden met
de toetsen op het frontpaneel of op de afstands-
bediening geselecteerd. Om een surroundfunctie
op het frontpaneel te kiezen, drukt u op sur-
roundfunctie 
7 om door het overzicht van
beschikbare functies te lopen. Om een surround-
functie te kiezen met de afstandsbediening drukt
u op surroundfunctie
A en vervolgens op
de 
/
¤
D om de functie te wijzigen.
Wanneer u op deze toetsen drukt verschijnt de
naam van de surroundfunctie in de display Y
en tevens licht een afzonderlijke indicatie C D
F H I J K L N op. Wanneer de
surroundfunctie wordt gewijzigd zal een groene
LED naast de huidige surroundfunctie indica-
ties 
˜ op het frontpaneel oplichten. Merk op
dat de functies Dolby Digital en DTS slechts
gekozen kunnen worden wanneer een digitale
bron gekozen is. Bovendien zal de AVR 5000 bij
aanwezigheid van een digitale bron automatisch
naar de juiste functie (Dolby Digital of DTS) over-
schakelen, e.e.a. onafhankelijk van de tevoren
gekozen functie. Meer informatie over het kiezen
van digitale bronnen in het volgende hoofdstuk
van deze handleiding.
Om naar een programma te luisteren in traditio-
neel tweekanaals stereo met alleen de front
luidsprekers links en rechts (en de subwoofer
indien geïnstalleerd en geconfigureerd), volgt u
de hierboven gegeven aanwijzingen voor de
afstandsbediening tot SURR OFF in de dis-
play 
Y verschijnt.
Digitale audioweergave
Digitale audio is een grote vooruitgang ten
opzichte van vroegere systemen zoals Dolby Pro
Logic. Het beschikt over vijf gescheiden kanalen:
front links, midden, front rechts, links surround en
rechts surround. Elk kanaal reproduceert het vol-
ledige frequentiebereik (20 Hz tot 20 kHz) en
bezit een aanzienlijk groter dynamisch bereik en
ruimere signaal/ruis-afstand. Bovendien hebben
digitale systemen de mogelijkheid een extra
kanaal te leveren dat speciaal bedoeld is voor
lage frequenties. Dit is het ‘.1’ kanaal waarnaar
wordt verwezen wanneer u deze systemen
beschreven ziet als ‘5.1’ bijvoorbeeld. Het baska-
naal is gescheiden van de andere kanalen, maar
aangezien de bandbreedte opzettelijk beperkt is,
hebben technici er die specifieke benaming aan
gegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital (aanvankelijk bekend als AC-3
®
) is
een standaard onderdeel van DVD, en beschik-
baar op speciaal gecodeerde laserdiscs en satel-
lietuitzendingen. Het maakt deel uit van het
nieuwe high-definition televisie (HDTV) systeem.
Merk op dat er een extra, externe RF demodula-
tor nodig is om de AVR 5000 te gebruiken met
de Dolby Digital soundtracks op laserdiscs. Sluit
de RF uitgang van de LD-speler aan op de
demodulator en sluit vervolgens de digitale uit-
gang van de demodulator aan op de optische
of coax ingangen
#% van de AVR
5000. Voor DVD-spelers en DTS-gecodeerde
laserdiscs is geen demodulator nodig.
DTS
DTS is een ander digitaal audio systeem dat 5.1
audio kan leveren. Hoewel zowel DTS als Dolby
Digital digitaal zijn, maken ze gebruik van ande-
re methoden om de signalen te coderen en heb-
ben daarom andere decoders nodig om de digi-
tale signalen weer naar analoog om te zetten.
DTS-gecodeerde soundtracks zijn op bepaalde
DVD’s en LD’s beschikbaar, en op speciale alleen
voor audio bestemde DTS CD’s. U kunt elke LD,
DVD of CD-speler voorzien van een digitale uit-
gang gebruiken om DTS-gecodeerde speciale
audio-CD’s met de AVR 5000 af te spelen, maar
DTS-LD’s en DTS-DVD’s kunnen alleen op resp.
LD-spelers en op DVD-spelers worden afge-
speeld. U hoeft zulke spelers slechts aan te slui-
ten op de optische of coax ingangen
#% van de AVR 5000.
Om DVD’s die DTS zijn gecodeerd te beluisteren
dient de DVD-speler compatibel zijn met het DTS-
signaal, wat wordt aangegeven met het DTS-logo
op het voorpaneel van de speler. Merk op dat
sommige vroegere DVD-spelers misschien niet in
staat zijn om DTS-gecodeerde DVD’s af te spelen.
Dit wijst niet op een probleem met de AVR 5000,
want sommige spelers kunnen het DTS-signaal
niet doorgeven via de digitale uitgangen. Indien u
eraan twijfelt of uw DVD-speler DTS DVD’s kan
afspelen, raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing
van de speler.
PCM Audio afspelen
PCM (Puls Code Modulation) is een niet-gecom-
primeerd digitaal audiosysteem dat gebruikt
wordt voor compact discs, niet-Dolby Digital/DTS
Laserdiscs en sommige speciaal PCM gecodeer-
de DVD’s. De digitale schakelingen in de AVR
5000 kunnen digitaal-naar-analoog omzetten in
hoge kwaliteit en kunnen rechtstreeks worden
verbonden met de digitale audio-uitgang van uw
CD- of LD-speler. (LD alleen voor PCM- of DTS-
programma’s, voor Dolby Digital discs is een RF-
adapter nodig, zie pagina ‘Dolby Digital’).
Verbinden met de optische of coax ingangen
 op de achterzijde, of op de digitale
ingangen 
#% op de voorzijde.
Om naar een PCM digitale bron te luisteren
moet eerst de ingang voor de gewenste bron
worden geselecteerd (b.v. CD) om het video-
signaal (indien aanwezig) naar de TV monitor te
leiden en een analoog audiosignaal te leveren
voor opname. Druk vervolgens op de digitale
ingangskeuze 
Ú
G en gebruik vervolgens
de 
/
¤
D op de afstandsbediening of
instellen 5 op het frontpaneel, tot de gewen-
ste keuze OPTICAL of COAX in de dis-
play 
Y verschijnt. Druk op instellen Ô
F
om de gewenste keuze in te voeren.
30 BEDIENING
Bediening
Wanneer een PCM bron speelt, zal de PCM-indi-
cator A oplichten. Tijdens het spelen van PCM
kunt u welke surround modus dan ook kiezen,
met uitzondering van Dolby Digital of DTS. Wan-
neer een HDCD gecodeerde schijf wordt
gespeeld (zie hieronder), en de CD-speler is aan-
gesloten op de AVR 5000 met een digitale ver-
binding, kies dan Surround Off als de surround
modus om van de voordelen van het HDCD pro-
ces te genieten. Het afspelen van PCM bronnen
kan ook voordeel hebben van Logic 7. Bij het
afspelen van stereo of surround gecodeerde
PCM bronnen, zoals LD of CD of een PCM audi-
onummer van DVD, gebruikt u de Logic 7 C of
Cinema functie. Voor stereo of surround
gecodeerde zuivere muziekopnamen gebruikt u
de Logic 7 M of Muziek functie, die een breder
front klankbeeld biedt (zie Surround Functie
overzicht op pagina 28).
HDCD
HDCD, wat staat voor High Definition Compati-
ble Digital, is een ‘state of the art’ proces dat de
AVR 5000 in staat stelt een uitstekende digitaal-
naar-analoog decodering uit te voeren van PCM-
signalen van welke DVD- of CD-speler, aangeslo-
ten op een digitale ingang van de AVR 50000,
dan ook onafhankelijk van welk type CD of DVD
er gespeeld wordt, en zelfs wanneer normale,
niet HDCD-compatibele spelers gebruikt worden
(alleen een digitale uitgang is noodzakelijk).
Wanneer een CD met het HDCD-logo gespeeld
wordt kan de AVR 5000 gebruik maken van het
speciale opnameproces dat gebruikt wordt voor
de creatie van HDCD-discs. De speciale circuits
leveren audio met buitengewone getrouwheid,
verbazingwekkende resolutie en de hoogst
mogelijke totaalkwaliteit.
De AVR 5000 zal automatisch detecteren dat het
over een HDCD opname gaat en de HDCD-indi-
cator 
A zal op het frontpaneel oplichten om u
erop te wijzen dat er een HDCD-disc aan het
spelen is.
Het is belangrijk op te merken dat het HDCD
procédé volledig compatibel is met standaard
opnamen. Inderdaad, de geavanceerde digitaal-
naar-anloog circuits die deel uitmaken van de
HDCD en de HDCD decodeerchip, die de monoli-
tische digitale filters in conventionele DAC’s ver-
vangt, leidt ook tot een verbetering van de
prestaties bij normaal, niet-HDCD-gecodeerd
programmamateriaal.
MP3 Audio Playback
De AVR 5000 is een van de eerste A/V receivers
die een ingebouwde decoder bezit voor het MP3
audioformaat dat bij bepaalde computer audio
bestanden en draagbare MP3 spelers/recorders
wordt gebruikt. Bovendien zijn sommige nieuwe
CD en DVD spelers geschikt voor optische discs
die zijn opgenomen in MP3, en niet in standaard
CD audio informatie. Met MP3 decodering kan
de AVR 5000 de digitale signalen nauwkeuriger
omzetten naar analoog, plus het voordeel naar
MP3 audio te kunnen luisteren via de high cur-
rent versterker van de AVR 5000 en de luidspre-
kers van het surround systeem, in plaats van de
kleine luidsprekers en de kleine versterkers van
de computer.
Om de MP3 mogelijkheden van de AVR 5000 te
gebruiken sluit u de PCM uitgang van een com-
puter simpelweg aan op een geluidskaart van de
computer die het MP3 signaal in digitale vorm
afgeeft, of het PCM signaal van een MP3 com-
patibele CD- of DVD-speler, dan wel een draag-
bare MP3-speler met digitale uitgang op de
digitale ingang #% op de voorzijde, of op
de digitale ingang
 op de achterzijde. Is
het digitale MP3 signaal gekozen, dan licht de
indicatie MP3 signaaltype A op en het
afspelen begint.
Opmerkingen:
• de AVR 5000 kan uitsluitend signalen in het
MP3 (MPEG 1/Layer 3) formaat afspelen. Hij is
niet geschikt voor andere computer audiocodes.
• De MP3 DSP functie op de nieuwe AVR 5000
vereist MP3 SPDIF stream. Op het moment
wordt dit slechts door een paar apparaten gebo-
den, maar komende generaties moederborden
en opwaarderingen van besturingssystemen
zullen volgen, daar SPDIF de standaard is voor
audio & video hardware.
• Het digitale audio ingangssignaal kan zowel
optisch als coax zijn, maar het signaal dient in
het PCM formaat te staan. Directe verbinding
van USB of seriële data worden niet afgegeven,
ook niet wanneer de signalen in het MP3 for-
maat staan. Heeft u vragen over de data output
van uw computer of de geluidskaart, raadpleeg
dan de handleiding daarvan, of neem contact op
met de leverancier.
Digitale bron kiezen
Om een digitale functie te gebruiken dient een
digitale bron correct op de AVR 5000 te zijn
aangesloten. Sluit de digitale uitgangen van de
DVD-spelers, HDTV-ontvangers, satellietsystemen
en CD-spelers aan op de optische of coax
ingangen
#% op de achterzijde of de
voorzijde aan. Om ook analoog te kunnen opne-
men, dienen de analoge uitgangen van de digi-
tale bron te worden verbonden met de juiste
ingangen op de achterzijde van de AVR 5000
(voorbeeld: sluit de analoge stereo uitgang van
een DVD-speler aan op de DVD-ingang 
 op
de achterzijde als u de digitale uitgangen van de
bron aansluit).
Voor het afspelen van een digitale bron als DVD,
kiest u eerst de ingang via de afstandsbediening
of op de voorzijde, als in deze handleiding
beschreven, om het videosignaal (indien aanwe-
zig) naar de TV-monitor te sturen en het analoge
audiosignaal voor opname beschikbaar te heb-
ben. Wanneer de digitale ingang van de DVD-spe-
ler niet automatisch wordt gekozen (ten gevolge
van eerder gemaakte instellingen bij de configura-
tie van het systeem, zie pagina 21), kies dan de
digitale bron met de digitale ingangskeuze
G
Ú en gebruik 
/
¤
D op de afstandsbedie-
ning  of de insteltoetsen 5 op de voorzijde om
de OPTICAL of COAXIAL ingangen te
kiezen, zoals deze in de display indicaties
B E of de in-beeld display verschijnen. Speelt
een digitale bron, Speelt een digitale bron, dan
zal de AVR 5000 automatisch signaleren of een
meerkanaals Dolby Digital dan wel een DTS of
een HDCD, MP3 of conventioneel PCM signaal
wordt toegevoerd, wat de standaard is bij CD-
spelers. De signaaltype indicatie A licht op in
de display Û ter bevestiging dat het digitale
signaal Dolby Digital, DTS, MP3, PCM of HDCD is.
Denk er aan dat een digitale ingang (b.v. coax)
verbonden blijft met de analoge ingang (b.v.
DVD) zodra het is gesignaleerd, zodat het digita-
le signaal niet opnieuw gekozen hoeft te worden
telkens wanneer een bepaalde ingang, bijvoor-
beeld DVD, wordt gekozen.
Digitale status indicaties
Wanneer een digitale bron speelt, signaleert de
AVR 5000 het type bitstream data dat aanwezig
is. Gebruik makend van deze informatie wordt de
juiste surroundfunctie automatisch gekozen.
Voorbeeld: DTS bitstreams laten het apparaat
naar de DTS decoder omschakelen, en Dolby
Digital bitstreams zorgt voor omschakeling op de
Dolby Digital decoder. Signaleert het apparaat
PCM data van CD’s en LD’s en sommige muziek
DVD’s of bepaalde nummers op normale DVD’s,
dan kan de juiste surroundfunctie met de hand
worden gekozen. Daar de beschikbare surround-
functies worden bepaald van het type digitale
data, maakt de AVR 5000 gebruik van een aantal
indicaties waaraan u kunt zien om wat voor sig-
naal het gaat. Dit verheldert de keuze van functies
en ingangen afhankelijk van het materiaal op de
disc.
Wanneer een digitale bron speelt zal de bitstre-
am indicatie 
A oplichten ten teken om welk
signaal het gaat:
DOLBY D
: wanneer de Dolby D indicatie
oplicht wordt een Dolby Digital bitstream ontvan-
gen. Afhankelijk van het gekozen audionummer
op de speler en het aantal kanalen op de disc
zijn verschillende surroundfuncties mogelijk.
Merk op dat het mogelijk is dat er maar één
kanaal zonder subwoofer, aangeduid als ‘1.0’
audio, kan zijn opgenomen op digitale surround
audionummers, of juist alle vijf kanalen met sub-
woofer (‘5.1’ audio), en alle denkbare tussenvor-
men. Wanneer het Dolby Digital slechts uit twee
kanalen bestaat (‘2.0’), dan bevatten deze twee
kanalen (links en rechts) vaak Pro Logic surround
informatie. Bij die nummers schakelt de AVR
5000 automatisch naar de Pro Logic functie,
maar ook de VMAx functie kan gekozen worden.
BEDIENING  31
Bediening
DTS
: wanneer de DTS indicatie oplicht wordt
een DTS bitstream ontvangen. Wordt dit type
gegevens detecteert, dan kan alleen de DTS func-
tie gebruikt worden.
PCM
: wanneer de PCM indicatie oplicht wordt
er een standaard Pulse Code Modulation of PCM
signaal ontvangen. Dit is het type digitale audio
dat gebruikt wordt op conventionele compact
disc en laserdisc opnamen. Wanneer een PCM
bitstream aanwezig is, dan zijn alle functies uit-
gezonderd Dolby Digital en DTS, beschikbaar.
Merk op dat het PCM signaalformaat op de
DVD-speler voor elke audionummer kan worden,
zelfs voor Dolby Digital tracks (maar niet met
Dolby Digital decodering). Er kunnen dus, indien
gekozen, zelfs ‘2.0’ DD audiotracks met alle sur-
roundfuncties afgespeeld worden, ook met het
meest effectieve Logic 7.
®
: wanneer deze indicatie samen met
de PCM indicatie oplicht, wil dat zeggen dat de
lopende CD wordt gedecodeerd via het speciale
High Definition Compatible Digital
®
proces.
HDCD
®
discs maken gebruik van een 20 bit code-
ring en andere speciale processen en bieden
ultieme CD-kwaliteit. Denk er aan dat HDCD pro-
cessing alleen beschikbaar is in de Stereo en
Surround uit functies.
MP3
: wanneer de MP3 indicatie oplicht wordt
een compatibel MPEG 1/Layer 3 digitaal signaal
ontvangen. Een populair audioformaat dat door
veel computerprogramma’s wordt gebruikt voor
gecomprimeerde audio files. Wanneer een MP3
bitstream aanwezig is, wordt het geluid automa-
tisch in stereo afgespeeld (surround uit). De sur-
roundfuncties zijn niet beschikbaar bij MP3
weergave. Naast de signaaltype indicaties
biedt de AVR 5000 een stel unieke kanaal indica-
ties die u vertellen hoeveel kanalen in de digitale
informatie ontvangen worden en of het digitale
signaal onderbroken wordt.
Deze indicaties zijn de letters L/C/R/LS/RS/LFE in
de middelste vakjes van de luidspreker/kanaal
functie 
Q in de display Û op de voorzijde.
Wanneer een standaard stereosignaal of matrix
surround signaal gebruikt wordt zullen alleen de
indicaties ‘L’ en ‘R’ oplichten, aangezien analoge
signalen alleen respectievelijk een linker en een
rechter kanaal hebben. Dat geldt zelfs bij sur-
round opnamen, die de surround informatie
alleen in het linker en rechter kanaal dragen.
Digitale signalen daarentegen kunnen een tot
zes kanalen bevatten, e.e.a. afhankelijk van het
programmamateriaal, de uitzendmethode en de
manier waarop zij gecodeerd werden. Wanneer
een digitaal signaal wordt afgespeeld zullen de
letters in de indicaties oplichten als gevolg van
het signaal dat ontvangen wordt. Het is belang-
rijk op te merken dat hoewel bijvoorbeeld naar
Dolby Digital verwezen wordt als een ‘5.1’
systeem, niet alle Dolby Digital DVD of audio-
nummers op een DVD of ander Dolby Digital
materiaal gecodeerd zijn voor 5.1. Het is dus nor-
maal dat voor een DVD met Dolby Digital geluid
alleen de ‘L’ en ‘R’ indicaties geactiveerd worden.
Opmerking: veel DVD’s zijn opgenomen met
zowel een ‘5.1’ als een ‘2.0’ versie van hetzelfde
materiaal, waarbij de ‘2.0’ versie vaak gebruikt
wordt voor andere talen. Wanneer u een DVD
afspeelt, controleer dan steeds het type materiaal
op de schijf. De meeste schijven geven deze
informatie in de vorm van een overzicht of sym-
bool op de hoes. Wanneer een schijf meerdere
systemen aanbiedt, zult u misschien instellingen
op uw DVD-speler moeten wijzigen (meestal met
de ‘Audio select’ toets of via een menu op de
schijf) om een volledig 5.1 signaal naar de AVR
5000 te sturen of om het juiste geluid en de
juiste taal te kiezen (‘2.0’ audio kan met alle sur-
roundfuncties afgespeeld worden, zelfs met Logic
7, zie indicatie ‘PCM’ op pagina 30). Het is ook
mogelijk dat het type signaal verandert tijdens
het afspelen van een DVD. In sommige gevallen
zullen de voorproefjes van speciaal materiaal in
2.0 audio opgenomen zijn, terwijl het hoofdpro-
gramma beschikbaar is in 5.1 audio. Zolang uw
DVD-speler is ingesteld op 6-kanaals uitgangs-
signaal zal de AVR 5000 automatisch de veran-
deringen in de bitstream en het aantal kanalen
detecteren en dit met de indicaties aangeven. De
letters zoals gebruikt bij de indicaties luidspre-
kers/kanaal functie 
Q knipperen ook om aan
te geven wanneer een bitstream onderbroken
wordt. Dat gebeurt wanneer een digitale ingang
voor het afspelen gekozen is, of wanneer een
digitale bron zoals een DVD op pauze staat. De
knipperende indicaties wijzen erop dat het afspe-
len is onderbroken door de afwezigheid van een
digitaal signaal en niet door een fout in de AVR.
Dit is normaal en de digitale weergave zal hervat
worden zodra het afspelen opnieuw gestart
wordt.
Nachtfunctie: een speciale functie van Dolby
Digital. Deze functie stelt u in staat om Dolby
Digital bronnen volledig verstaanbaar af te spe-
len, maar met beperkte maximale piekniveaus,
terwijl de zwakke signalen 1/4 tot 1/3 opgetrok-
ken worden. Dat vermijdt dat abrupt luide over-
gangen anderen storen, zonder de impact van de
digitale bron te beperken. De nachtfunctie is
alleen beschikbaar wanneer de Dolby Digital
functie gekozen is.
De nachtfunctie kan worden gekozen wanneer
een Dolby Digital DVD speelt door op nacht-
functie
B op de afstandsbediening. Druk ver-
volgens op 
/
¤
D om de gematigde of de
volledige compressie (medium of full) van de
nachtfunctie te kiezen. Om de nachtfunctie uit te
schakelen drukt u op 
/
¤
D tot de aanwijzing
onderin de video display en de display Y
D-RANGE OFF
aangeeft. Wanneer de
nachtfunctie actief is licht ook de indicatie
nachtfunctie O op. U kunt ook voor kiezen de
nachtfunctie op een van de twee compressienive-
aus voortdurend ingeschakeld te laten via de
opties in het surround instelmenu. Zie pagina 24
voor informatie over het gebruik van de menu’s
om deze optie in te stellen.
BELANGRIJK BIJ DIGITALE WEERGAVE
1. Wanneer de digitale bron stopt, in pauze, in de
functie snel zoeken of hoofdstuk zoeken staat,
zullen de digitale gegevens tijdelijk stoppen en
de kanaalposities in de luidspreker/kanaal
functie 
Q zullen knipperen. Dit is normaal en
wijst niet op een probleem met de AVR 5000 of
met de bron. De AVR zal, zodra de gegevens
weer beschikbaar zijn en wanneer het apparaat
weer op afspelen staat, naar de normale digitale
weergave terugkeren.
2. Hoewel de AVR 5000 bijna alle DVD films,
CD’s en HDTV bronnen kan decoderen, is het
mogelijk dat sommige toekomstige digitale for-
maten niet compatibel zijn met de AVR 5000.
3. Denk er aan dat niet alle digitaal gecodeerde
programma’s en niet alle audionummers op een
DVD volledig 5.1-kanaals audio bevatten.
Raadpleeg de handleiding van het programma bij
uw DVD of laserdisc om na te gaan welk type
audio op de disc is opgenomen. De AVR 5000 zal
automatisch het type digitale surround codering
detecteren, deze vervolgens aangeven in de
luidspreker/kanaal functie Q indicatie en
instellingen maken ter verwerking.
4. Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
is het mogelijk dat u onder bepaalde omstandig-
heden enkele van de analoge surroundfuncties
niet kunt kiezen, zoals Dolby Pro Logic, Dolby 3,
Stereo, Hall, Theater, 5-kanaals Stereo of Logic 7,
tenzij u gebruik maakt van speciale audionum-
mers (zie indicatie ‘Dolby Digital’ op de voor-
gaande pagina) of gekozen data formaat (zie
‘PCM’ op voorgaande pagina).
5. Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
kan geen analoge opname worden gemaakt via
de Tape uitgangen
 of Video 1 of Video 2
! uitgangen, wanneer de bron alleen is
verbonden met een digitale ingang op de AVR
5000. Maar het analoge tweekanaals signaal van
die bron, de ‘Downmix’ naar Stereo of Dolby
Surround, kan worden opgenomen door de
analoge audio uitgangen met de juiste analoge
ingangen (DVD bijvoorbeeld) van de AVR 5000,
ook wanneer de digitale ingang van de AVR
5000 gekozen blijft. Bovendien worden de
digitale signalen doorgegeven naar de digitale
audio uitgangen
 .
, HDCD
®
, en High Definition Compatible Digital
®
zijn geregistreerde handelsmerken, dan wel handelsmerken van Pacific Microsonics™, Inc. in de Verenigde Staten
en/of andere landen. HDCD systeem gefabriceerd onder licentie van Pacific Microsonics, Inc.
32
BEDIENING
Bediening
Opnemen op cassette
Bij normaal gebruik worden de audio en video
signalen die op de AVR 5000 voor kijken en
luisteren zijn gekozen door gestuurd naar de
opname uitgangen. Dat betekent dat elk pro-
gramma waar u naar kijkt of luistert simpelweg
kan worden opgenomen door recorders aan te
sluiten op de uitgangen Tape Outputs 
 of
Video 1 of 2 Outputs
. Wordt een
digitale audiorecorder aangesloten op één van
de digital audio uitgangen
$ dan kunt u de
digitale signalen opnemen met CD-R, MiniDisc
of ander digitaal opnamesysteem. Denk er aan
dat alle digitale signalen worden doorgestuurd
naar zowel de coax als optisch digitale
uitgangen, ongeacht het type digitale ingang
dat werd gekozen.
Naast de digitale uitgangen op de achterzijde
bezit de AVR 5000 de exclusieve Harman Kardon
omschakelbare aansluiting op de voorzijde. Voor
gemakkelijk aansluiten van draagbare appara-
tuur kunt u de Digitale coax aansluiting % of
de video 4 aansluiting ^ van ingang op uit-
gang omschakelen op de volgende wijze:
1. Druk op in-beeld display
L om het
MASTER M E N U
op te roepen (afb. 1).
2. Druk op instellen
F om het IN/OUT
SETUP
menu op te roepen (afb. 2).
3. Druk op 
¤
D waardoor de in-beeld 
cur-
sor naar VIDEO 4 of COAXIAL 3 wordt
verplaatst afhankelijk van de inagng die u wilt
veranderen in een uitgang. Elk van beide of alle-
bei kunnen op elk moment worden veranderd.
4. Druk op 
/
E/! zodat het woord
OUT
gemarkeerd wordt.
5. Druk weer op in-beeld display
L om de
menu’s te verlaten en naar normaal bedrijf terug
te keren.
Merk op dat na deze instelling desbetreffende
indicatie status ingang/uitgang $ rood
wordt, als teken dat de gekozen analoge of digi-
tale aansluiting nu een uitgang is, in plaats van
de standaard instelling als ingang. Eenmaal
omgeschakeld naar uitgang blijft dat zo zolang
de AVR 5000 ingeschakeld is, tenzij dit weer
wordt veranderd via het in-beeld menu, als
boven beschreven. Denk er wel aan dat bij het
uitschakelen deze instelling ongedaan wordt
gemaakt; wordt het apparaat weer ingeschakeld
dan staan de aansluitingen weer in hun normale
positie als ingang. Wilt u ze weer als uitgang
gebruiken, dan dient opnieuw via het in-beeld
menu omgeschakeld te worden.
Opmerkingen:
• De digitale uitgangen zijn alleen actief wanneer
er een digitaal signaal aanwezig is en ze zetten
een analoog ingangssignaal niet naar een digitaal
uitgangssignaal om, noch veranderen zij het for-
maat van het digitale signaal (b.v. Dolby Digital
naar PCM of vice versa, maar coax digitale signa-
len worden naar optisch omgezet en omgekeerd).
Bovendien dient de digitale recorder compatibel
te zijn met het uitgangssignaal. Voorbeeld: het
PCM digitale ingangssignaal van een CD-speler
kan opgenomen worden op een CD-R of
MiniDisc, maar Dolby Digital of DTS-signalen niet.
Het signaal van een Dolby Digital of DTS-bron
opnemen is niet mogelijk, als de bron uitsluitend
is aangesloten op een digitale ingang van de AVR
5000. Maar het analoge tweekanaals signaal van
die bron kan opgenomen worden (zie pagina 26).
• Een analoge opname te maken van een Dolby
Digital of DTS bron is niet mogelijk wanneer de
bron uitsluitend is aangesloten op een digitale
ingang van de AVR 5000. Een analoog tweeka-
naals signaal van deze bron kan wel opgenomen
worden (zie punt 5 ‘Belangrijk bij digitale weer-
gave’ op de voorgaande pagina).
Aanpassing van uitgangsniveau
aan het programmamateriaal
Het normale weergaveniveau van de AVR 5000
wordt ingesteld met behulp van het testsignaal,
als beschreven op pagina 24-25. In sommige
gevallen echter, is het wenselijk om de weerga-
veniveaus aan te passen aan de diverse pro-
gramma’s waar u bekend mee bent. Verder kun-
nen de weergave niveaus voor de sub-woofer en
de Stereo and VMAx functies alleen maar via
deze procedure aangepast worden.
Om de weergaveniveaus aan programma’s aan
te kunnen passen, dient eerst de surroundfunctie
waarin u de luidsprekers wilt afstellen (zie
opmerking hieronder) gekozen te worden. Start
vervolgens het door u gekozen programma en
stel, met volume Ó
$î het referentie
niveau voor de front luidsprekers links en rechts
in.
Als het referentieniveau eenmaal is ingesteld,
drukt u op kanaalkeuze
C Ù waarop
FRONT L LEV verschijnt in de display Y. Om
het niveau te veranderen drukt u eerst op
instellen
FÔ en vervolgens gebruikt u de
insteltoetsen 5 of 
/
¤
D om het niveau
te verhogen of te verlagen. Gebruik NIET de
volumeregelaar, want dit zal de referentie instel-
ling wijzigen. Druk op de toets instellen
FÔ, zodra de wijziging doorgevoerd is en
druk vervolgens op de insteltoetsen 5 of
/
¤
D om de locatie van zonodig een ander
kanaal dat u wenst aan te passen, te kiezen.
Om het niveau van de subwoofer aan te passen,
drukt u op de insteltoetsen 5 of 
/
¤
D
tot de aanwijzing WOOFER LEV in de
display Y of op de in-beeld display verschijnt
(alleen van toepassing indien de subwoofer
geactiveerd is).
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal
in de display Y en in beeld verschijnt, op
instellen
FÔ en volg de instructies op.
Herhaal de procedure zonodig, tot alle kanalen
die u wilt afstellen zijn ingesteld. Als alle afstel-
lingen zijn uitgevoerd drukt u tweemaal op de
insteltoets
FÔ en de AVR 5000 zal terug-
keren naar normale bediening.
Gebruikt u een disc met testsignalen (ruis) of
een externe generator als bron voor het instellen
van de niveaus, dan kunt u de EzSet functie van
de afstandsbediening gebruiken om het juiste
SPL niveau in te stellen. Om de afstandsbedie-
ning voor dit doel te gebruiken start u het test-
signaal van de bron en u drukt op SPL indica-
tie keuze
& en u laat deze snel los om de
sensor te activeren. Wanneer het testsignaal
naar de luidspreker gaat die u wilt instellen ver-
andert de programma/SPL indicatie
2 van
kleur om het niveau aan te geven. Corrigeer het
niveau van dat kanaal tot de LED groen oplicht
voor alle kanalen. Rood betekent dat het niveau
te hoog is, amber is te laag. Wordt de afstands-
bediening gebruikt als niveau indicatie (SPL sen-
sor), dan kunnen alle kanalen worden gekozen
en het niveau ingesteld als eerder omschreven,
alleen met de kanaalkeuze Ù en de instel-
len 
5 en instellen Ô op het frontpaneel van
de AVR (met hulp van een ander persoon).
Nadat de niveaus van alle kanalen zijn ingesteld
drukt u op SPL indicatie keuze 
& om de
sensor en de indicaties uit te schakelen. De
kanaaluitgang gekoppeld aan welke ingang dan
ook, kan ook aangepast worden m.b.v. het
menu systeem ‘volledig in-beeld display’. Stel
allereerst met volume Ó
$î op een ple-
zierig geluidsniveau in. Druk vervolgens op
in-beeld display 
L om in het hoofdmenu
MASTER MENU
(Afb.1) te komen. Druk
daarna op 
¤
tot de cursor 
naast de regel
CHANNEL ADJUST
(KANAALKEUZE)
staat. Druk op de toets instellen
F om het
menu CHANNEL ADJUST (KANAAL-
KEUZE) (Afb. 8) te activeren.
Afbeelding 8
Zodra het menu in beeld verschijnt, kunt u met
/
¤
D de cursor 
in beeld naast het door u
aan te passen kanaal te zetten. Druk vervolgens
op de toetsen 
/
› 
E! om het uitgangs-
niveau te verhogen of te verlagen.
*   C H A N N E L   A D J U S T   *
F R O N T   L E F T       :   0 d B          
C E N T E R               :   0 d B
F R O N T   R I G H T     :   0 d B
S U R R   R I G H T       :   0 d B
S U R R   L E F T         :   0 d B
S U B W O O F E R         :   0 d B
C H A N N E L   R E S E T :  
O F F
  O N
R E T U R N   T O   M E N U
Page of 58
Display

Click on the first or last page to see other AVR 5000 (serv.man12) service manuals if exist.