DOWNLOAD Harman Kardon DPR 2005 (serv.man9) Service Manual ↓ Size: 955.36 KB | Pages: 58 in PDF or view online for FREE

Model
DPR 2005 (serv.man9)
Pages
58
Size
955.36 KB
Type
PDF
Document
User Manual / Operation Manual
Brand
Device
Audio
File
dpr-2005-sm9.pdf
Date

Harman Kardon DPR 2005 (serv.man9) User Manual / Operation Manual ▷ View online

SYSTEEMCONFIGURATIE 21
Opzet Ingangen
De eerste stap bij het configureren van de DPR is
het kiezen van een ingang, om een analoge of
digitale ingang te koppelen aan elke bron, b.v. CD
of DVD. Denk er aan dat wanneer de ingang is
gekozen, alle instellingen voor de Digitale Ingang,
Luidspreker Configuratie en Surround Functie
daaraan gekoppeld zullen worden en in een
geheugen worden opgeslagen. Dat betekent dat
deze instellingen ook automatisch voor andere
ingangen gebruikt zullen worden. Daarom dienen
onderstaande instellingen voor elke ingang her-
haald te worden, zodat elke ingang naar eigen
inzicht en voorkeur aangepast kan worden.
Eenmaal gemaakt, is wijziging alleen nodig wan-
neer u voor een bepaalde ingang een andere
instelling wenst.
De configuratie van de luidspreker op het punt
‘size’ (grootte) kan eenmaal worden ingesteld
voor alle ingangen, maar u kunt ook een verschil-
lende configuratie kiezen per ingang via de
INDEPENDENT
(onafhankelijk) instelling,
zoals beschreven op pagina 23.
Wanneer u het Full-OSD (volledig in-beeld) sys-
teem gebruikt om instellingen te maken, drukt u
eenmaal op OSD
L waarop het hoofdmenu
MASTER MENU
(Afb. 1) verschijnt. Denk er
aan dat de 
cursor naast de regel van de
IN/OUT SETUP
staat. Druk op Setup
F
om het menu te openen, waarna het 
IN/OUT
SETUP
menu (Afb. 2) in beeld verschijnt. Druk
op 
/
E tot de gewenste ingang bij de
Ingangsindicatie
ˆ gemarkeerd wordt. Als de
ingang gebruik maakt van de standaard
links/rechts analoge ingang is er geen verdere
instelling nodig (uitgezonderd DVD).
Wanneer u door het overzicht van de beschikbare
ingangen loopt, kunt u van tijd tot tijd een lichte
klik horen. Dat is normaal en wordt veroorzaakt
door het relais dat gebruikt wordt om te schake-
len tussen de beide Component Video Ingangen.
Afbeelding 2
Wanneer één van de five Video ingangen als bron
is gekozen kunt u de ingang een andere naam
geven zodar deze in beeld en in de display ver-
schijnt. Handig wanneer u over meer dan één
videorecorder beschikt en u bijvoorbeeld een
merknaam met de ingang wilt associëren of een
naam wilt gebruiken waaraan u de gekozen bron
gemakkelijk kunt herkennen.
Om de naam van de ingang te wijzigen drukt u
op 
/
¤
Navigatie
E op de afstandsbedie-
ning zodat de cursor 
➞ naar 
NAME
(naam)
wijst. Druk vervolgens op Set
F en houd deze
een paar seconden vast tot rechts van de kolom
een knipperend hokje verschijnt. Laat dan meteen
Set
F los en u kunt de nieuwe naam invoeren.
Druk op 
/
¤
Navigatie
E waarop een over-
zicht van alle alfanumerieke karakters verschijnt,
beginnend met hoofdletters, gevolgd door kleine
letters en tenslotte nummers en symbolen. Drukt
u op 
¤
Navigatie
E dan verschijnt een reeks
symbolen en nummers, gevolgd door een omge-
keerd overzicht van kleine letters. Druk nu op de
toets in de gewenste richting tot het eerste karak-
ter van de gewenste naam verschijnt. Wilt u een
spatie als eerste karakter gebruiken, druk dan op
Navigatie
E.
Zodra het gewenste karakter verschijnt drukt u op
Navigatie
E en u herhaalt deze procedure
voor de volgende letter, enzovoort tot de gewens-
te naam van maximaal 14 karakters is ingevoerd.
Druk op Set
F om de ingevoerde naam in het
systeemgeheugen op te slaan en verder te gaan
met de configuratie.
Wanneer uw systeem een bron bevat die is voor-
zien van Y/Pr/Pb component video ingangen kan
de DPR deze omschakelen en de juiste signalen
naar het beeldscherm sturen. Elk van de twee
Component Video Ingangen
 kan aan
elke bron worden toegewezen voor extra systeem
flexibiliteit. Standaard is de Component Video
Ingang 1
 toegewezen aan DVD en de 6/8
kanaals ingangen en de Component Video
Ingang 2
 aan de overige ingangen. Beschikt
uw systeem (nog) niet over component video of
hoeft de standaard instelling niet gewijzigd te
worden, druk dan op 
¤
Navigatie
E om naar
de volgende instelling te gaan.
Om de toewijzing van Component Video te wijzi-
gen eerst controleren of de 
➞ cursor in het menu
naar 
COMPONENT I N
wijst en druk dan op
/
Navigatie
E tot de gewenste ingang
gemarkeerd wordt. Wanneer u door het overzicht
van de beschikbare ingangen loopt, kunt u van
tijd tot tijd een lichte klik horen. Dat is normaal
en wordt veroorzaakt door het relais dat gebruikt
wordt om te schakelen tussen de beide
Component Video Ingangen.
Is de gewenste ingang gekozen, druk dan op 
¤
Navigatie
E om naar de volgende instelling te
gaan.
Indien een van de digitale ingangen gekoppeld
moet worden aan de gekozen bron drukt u op 
¤
E op de afstandsbediening terwijl het menu
IN/OUT SETUP
(Afb. 2) in beeld staat en de
cursor gaat naar beneden, naar de regel 
DIGI-
TAL IN
. Druk zo vaak op 
/
E tot de naam
van de gewenste digitale ingang verschijnt. Om
terug te gaan naar de 
ANALOG
ingang, drukt u
op deze toetsen tot het woord ‘analog’ verschijnt.
Staat de gewenste ingang in beeld, druk dan
weer op 
¤
E tot de u cursor naast 
BACK T O
MASTER MENU
, en druk op instellen
F.
Om een analoge of digitale ingang te koppelen
aan de gekozen ingang kunt u op elk moment op
de Digitale Ingangskeuze
Û
G op de voor-
zijde of op de afstandsbediening drukken wan-
neer volledige in-beeld niet actief is. Binnen vijf
seconden wordt nu de ingang gekozen met in-
stellen
7$ op de voorzijde, of met 
/
¤
E
op de afstandsbediening tot de gewenste digitale
of analoge ingang in de display
˜ en in het
onderste deel van de videodisplay die op de DPR
is aangesloten. Druk tenslotte op instellen
F
om de nieuwe digitale instelling op te slaan.
Sommige digitale videobronnen zoals een kabel-
box of een HDTV set-top kunnen wisselen tussen
analoog en digitaal signaal, afhankelijk van de
ontvangen zender. De Auto Polling (automatische
doorschakeling) van de DPR 2005 voorkomt dat
het audiosignaal in zo’n situatie wegvalt, door
zowel het analoge als het digitale signaal met de
DPR te verbinden. Digitale audio is de standaard
positie, maar het apparaat schakelt automatisch
over naar de analoge ingang wanneer het digitale
audiosignaal wegvalt.
In die gevallen waar alleen een digitale bron
wordt gebruikt, kan het nodig zijn de automati-
sche doorschakeling los te koppelen om te voor-
komen dat de DPR een analoog signaal probeert
te vinden wanneer het digitale wegvalt. Om de
automatische doorschakeling voor een bepaalde
ingang uit te schakelen kijkt u eerst of de 
➞ cur-
sor op de 
AUTO POLL
regel in het menu
staat. Vervolgens drukt u op 
/
Navigatie
E
zodat 
OFF
in negatief video wordt aangegeven.
Herhaal de procedure om zonodig later de auto-
matische doorschakeling weer te herstellen door
O N
(aan) te kiezen.
Wanneer de wijzigingen in de automatische door-
schakeling zijn voltooid, drukt u op 
¤
Navigatie
E om naar de volgende instelling te gaan.
Een exclusieve Harman Kardon functie is de
mogelijkheid de aansluitingen op de voorzijde van
normaal gebruik als ingang om te kunnen schake-
len op uitgang, voor het gemakkelijk aansluiten
van draagbare recorders.
Op de DPR dient de digitale ingang 3 coax
Ó
normaal als ingang, maar kan worden omgescha-
keld als digitale uitgang voor gebruik met CD-
R/CD-RV decks, MD-recorders en andere digitale
recorders. Druk op 
/
¤
E, terwijl het
IN/OUT SETUP
menu in beeld is en de cur-
sor u naast 
COAXIAL 3
staat om de ingang in
een uitgang te veranderen. Druk vervolgens op
/
E tot het woord 
OUT
wordt gemarkeerd.
Merk op dat de status digitale ingang 3 coax
( rood wordt, ten teken dat de aansluiting nu
een uitgang is.
De analoge Video 5 aansluitingen
Ô op de
voorzijde worden normaal gesproken gebruikt als
ingang voor camcorders, videospelletjes en ande-
re draagbare audio/video producten, maar kan
worden omgeschakeld als uitgang voor aanslui-
ting van draagbare audio/video recorders. Om ze
tijdelijk naar uitgang om te schakelen, roept u
eerst het 
IN/OUT SETUP
menu op. Druk op
¤
E tot de in-beeld cursor 
op het item
VIDEO 5
staat. Druk op 
E tot het woord
    *   I N / O U T   S E T U P   *    
I N P U T :
   
V I D E O   1
N A M E :                
C O M P O N E N T   I N :
C O M P   V   2
D I G I T A L   I N :    
A N A L O G
A U T O   P O L L :       O F F  
O N
C O A X I A L   3 :      
I N
  O U T
V I D E O   5 :          
I N
  O U T
R E C   O U T :          
A N A L O G
B A C K   T O   M A S T E R   M E N U
Systeemconfiguratie
22 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
OUT
gemarkeerd is. Denk er aan dat de Status
ingang/uitgang
( tussen S and Composite
video aansluitingen rood wordt, als teken dat de
analoge Video 5 aansluitingen
Ô nu opname
uitgangen zijn.
Opmerking: er staat alleen een signaal op deze
uitgang wanneer het gekozen signaal voor de
DPR een digitaal signaal is. Digitale signalen wor-
den ongeacht het type doorgegeven en ongeacht
de ingang (coax of optisch) waarvan ze afkomstig
zijn. Analoge signalen worden echter niet in digi-
tale omgezet en het formaat van het signaal (b.v.
PCM, Dolby Digital of DTS) wordt niet veranderd.
Het omzetten van de uitgang blijft effectief zolang
de DPR ingeschakeld blijft. Na uitschakeling en
opnieuw inschakelen wordt de instelling terugge-
zet op de normale instelling als ingang.
De 
REC OUT
regel biedt de mogelijkheid het
soort signaal te kiezen dat naar de Opname-
Uitgangen 
gaat, te weten de Tape
$, Video 1
 en Video 2  uitgangen. De standaardinstel-
ling is 
ANALOG
waarbij het analoge signaal
van elke bron naar alle drie de analoge opname-
uitgangen gaat.
Wilt u de uitgang van een digitale bron kiezen als
opnamesignaal, druk dan op 
/
Navigatie
E
terwijl de 
➞ cursor op de regel 
REC OUT
(opname uit) staat, zodat 
DSP DOWNMIX
(DSP downmix) in negatief video verschijnt. In dat
geval zal de DPR een gemengd en analoog sig-
naal van het Dolby Digital of DTS-gecodeerde sig-
naal naar de opname-uitgangen sturen, te weten
de Tape
$, Video 1  en Video 2  uitgan-
gen en de Video 5 uitgang indien ook deze als
uitgang is geconfigureerd. Op deze manier kunt u
een analoge opname maken – indien wettelijk
toegestaan – van een digitale geluidsbron.
Om ervoor te zorgen dat er altijd een signaal aan-
wezig is op de opname-uitgangen raden wij u
nogmaals aan een analoge verbinding te maken
als uitwijkmogelijkheid voor alle digitale bronnen.
Dat is vooral belangrijk voor bronnen als kabel
set-tops om te voorkomen dat de opname wordt
afgebroken wanneer het digitale audiosignaal
wegvalt wanneer van programma wordt veran-
derd.
Wanneer al de nodige instellingen zijn gemaakt
drukt u op 
¤
Navigatie
E tot de ➞ cursor op
de regel 
BACK T O MASTER MENU
(terug
naar hoofdmenu) staat om verder te gaan met de
systeemconfiguratie.
Audio Opzet
In dit menu kunt u de klankregeling configureren
en de upsampling in- of uitschakelen. Wilt u op dit
moment de instellingen niet veranderen, ga dan
verder naar het volgende menu. Mocht u wel
wijzigingen willen aanbrengen, controleer dan of
het 
HOOFD MENU
in beeld staat en dat de 
cursor naar 
AUDIO SETUP
(audio opzet)
wijst en druk op Set
F. Het 
AUDIO
SETUP
menu verschijnt (Afb. 3).
Afbeelding 3
Op de eerste regel wordt bepaald of de hoog/laag
klankregeling in de signaalweg wordt opgeno-
men. Standaard is deze ingeschakeld en wanneer
u deze wilt verwijderen om de schakeling of
‘recht’ te zetten, controleer dan of de 
➞ cursor
naar de regel 
TONE
(klankregeling) in het menu
wijst en druk op 
/
Navigatie
E zodat 
OUT
(uit) in negatief video wordt gemarkeerd.
Wilt u de klankregeling in de signaalweg laten
staan, dan kunt u laag en hoog versterker of ver-
zwakken door op 
/
¤
Navigatie
E zodat de
➞ cursor naast de regel staat die u wilt corrige-
ren. Vervolgens drukt u op 
/
Navigatie
E
tot de gewenste instelling verschijnt.
Dit menu kent ook een instelling om de upsamp-
ling van het apparaat in en uit te schakelen. In
normaal gebruik is deze functie uitgeschakeld,
wat wil zeggen dat digitale bronnen worden
bewerkt op hun oorspronkelijke sampling rate.
Voorbeeld: een bron met 48 kHz sampling fre-
quentie wordt ook op 48 kHz behandeld. Maar de
DPR kan binnenkomende 48 kHz signalen ook op
96 kHz behandelen voor extra resolutie.
Om van deze functie te profiteren drukt u op
/
¤
Navigatie
E zodat de ➞ cursor naast
de regel 
UPSAMPLING
staat en druk op 
/
Navigatie
E zodat 
O N
(aan) in negatief video
wordt gemarkeerd. Denk er aan dat deze moge-
lijkheid alleen beschikbaar is voor Dolby Pro
Logic, Dolby Pro Logic II en Pro Logic IIx Music en
Movie functies.
Luidspreker Optimalisatie
De luidspreker optimalisatie functie is belangrijk
om optimale resultaten te krijgen met de DPR,
omdat deze de werking van de digitale versterker
optimaal aanpast aan uw specifieke luidsprekers.
Denk eraan dat deze correctie elektronisch werkt
en niet elektrisch zoals de 8 ohm/4 ohm omscha-
keling op oude versterkers en u hoeft de DPR dan
ook niet uit te schakelen om de instelling te ver-
anderen. Toch raden we u aan geen program-
mamateriaal af te spelen tijdens het wijzigen van
deze instellingen van de DPR.
Voordat u deze correcties kunt maken, moet u
weten welke impedantie uw luidsprekers hebben.
Meestal vindt u deze gegevens op een label aan
de luidspreker, of anders in de handleiding van de
luidspreker. Is deze informatie niet voorhanden,
wendt u dan tot de importeur of de fabrikant van
uw luidsprekers of tot diens website.
In systemen met luidsprekers die verschillende
impedanties hebben, zoals 8 ohm voor de front
links/rechts en center luidsprekers en 6 ohm voor
de surround luidsprekers, gebruikt u de instelling
voor de front luidsprekers, daar deze vrijwel altijd
voor alle soorten programmamateriaal worden
gebruikt.
Kunt u de juiste gegevens niet achterhalen, dan is
er niets op tegen de standaard instelling van 8
ohm te gebruiken, daar de meeste huiskamerluid-
sprekers die impedantie hebben. Merkt u echter
dat de prestaties van uw systeem op hogere fre-
quenties en hoog volume wat beperkt zijn, dan
kan het zin hebben om te schakelen naar de 6- of
4 ohm instelling.
Wanneer uw luidsprekers echter overeenkomen
met de fabrieksinstelling van 8 ohm is geen ver-
dere instelling nodig en kunt u het menu weer
verlaten door op 
¤
Navigatie
E te drukken
zodat de 
➞ cursor op de regel 
BACK T O
MASTER MENU
(terug naar het hoofdmenu)
staat en vervolgens op Instellen
F te drukken.
Om de instelling te wijzigen drukt u op 
/
Navigatie
E tot de gewenste impedantie
wordt aangegeven.
Wanneer alle gewenste wijzigingen zijn doorge-
voerd, drukt u op 
/
¤
Navigatie
E zodat de
➞ cursor op de regel 
BACK T O MAIN
MENU
(terug naar hoofdmenu) komt te staan en
u drukt op Set
F.
Luidspreker Opzet
In dit menu wordt vastgelegd welke typen luid-
sprekers in gebruik zijn. Dat is belangrijk omdat
daarmee de instelling wordt gecorrigeerd die
bepaalt of uw systeem werkt met ‘5-kanalen’ of
‘6-kanalen/7-kanalen’ functies, naast het vastleg-
gen welke luidsprekers de lage frequenties moe-
ten weergeven.
In elk van deze instellingen gebruikt u de positie
LARGE
(groot) wanneer de luidsprekers voor
een bepaalde positie traditionele breedband luid-
sprekers zijn.
Gebruik de instelling 
SMALL
(klein) voor kleine-
re, satellietachtige luidsprekers die geen frequenties
beneden 200 Hz kunnen weergeven. Denk er aan
dat bij toepassing van kleine luidsprekers voor front
links en rechts, een subwoofer onmisbaar is voor
het weergeven van de lage frequenties.
In dit menu kunnen de instellingen voor het
Quadruple Crossover filter van de DPR worden
ingevoerd, zodat verschillende wisselfrequenties
voor front links/rechts, center, surround en sur-
round achter luidsprekers. In systemen met breed-
bandluidsprekers in het front, of waar verschillen-
de merken luidsprekers in de diverse posities wor-
den toegepast, kan het laag met grotere precisie
dan ooit worden gerealiseerd. Tenslotte kunt u
hier kiezen of de gekozen instelling geldt voor alle
ingangen (
GLOBAL
) dan wel afzonderlijk voor
elke ingang (
INDEPENDENT
).
      *   A U D I O   S E T U P   *    
T O N E
:
I N  
O U T
B A S S
: 0
T R E B L E
: 0
U P S A M P L I N G : $ $ $
S P K R   O P T I M I Z E R :   8   O H M
B A C K   T O   M A S T E R   M E N U
SYSTEEMCONFIGURATIE  23
Opmerkingen:
• Is "Independent" gekozen bij de luidspreker
instellingen (zie hieronder), dan dient voor elke
ingang afzonderlijk ingesteld te worden en kunt u
kiezen welke luidspreker opzet wordt gebruikt
afhankelijk van de gekozen ingang. Zo kunt u
bijvoorbeeld de Centrum luidspreker en/of de
Subwoofer uitschakelen bij de gekozen muziek-
bron en ze bij elk filmsignaal wèl gebruiken.
• Met de huidige ingang worden alle luidspreker-
instellingen gekopieerd naar alle andere geluids-
functies, voorzover de luidsprekers daarvoor
nodig zijn, en hoeven niet herhaald te worden
wanneer een andere surround functie met die
ingang wordt gekozen.
Kies eerst een willekeurige DTS Neo:6 functie,
omdat daarmee alle luidsprekers en alle luidspre-
kerfuncties beschikbaar zijn. Deze functies kun-
nen gemakkelijk gekozen worden zonder in-beeld
display, druk daarvoor op OSD
L om de in-
beeld display uit te schakelen. Druk vervolgens op
DTS Neo:6
 op de afstandsbediening.
Het wordt aanbevolen de juiste luidspreker-
instellingen te maken via het 
SPEAKER
SETUP
menu (Afb. 4). Staat dat menu nog niet
in beeld van de voorgaande instellingen, druk dan
op in-beeld display
L om het 
MASTER
MENU
(Afb. 1) op te roepen, en druk tweemaal
op 
¤
E zodat de cursor naar de regel
SPEAKER SETUP
gaat. Druk vervolgens op
instellen
F om het 
SPEAKER SETUP
menu op te roepen (Afb. 4).
Afbeelding 4
In de eerste regel van het 
SPEAKER SETUP
menu (afb. 4) kunt u de gekozen luidspreker-
grootte veranderen of het exacte crossover punt
voor die luidsprekergroep indien deze op 'small'
staat. Laat bij de eerste doorgang van het menu
de instelling van het crossover zoals die is en ga
verder als hieronder aangegeven. Zijn de luidspre-
ker typen ingesteld, ga dan zonodig terug om het
cross-overpunt in te stellen.
1. Voordat u de luidsprekers instelt, dient u te
bepalen of u alle ingangen met dezelfde luidspre-
kergrootte instelling wilt gebruiken (
GLOBAL
)
of dat alle ingangen individueel ingesteld moeten
worden (
INDEPENDENT
). Om alle ingangen
op "Global" (identiek) of op "Independent"
(afzonderlijk) te zetten drukt u tweemaal op 
E om de cursor te verplaatsen naar de regel
BASS MGR
.
Met deze instelling kiest u voor alle ingangen
dezelfde luidspreker configuratie ("Global") of
voor afzonderlijke instellingen per ingang
("Independent"). In de meeste gevallen zal de
fabrieksinstelling 
GLOBAL
de juiste zijn daar
de meeste gebruikers geen afzonderlijke instellin-
gen nodig hebben. Sommige echter, vooral zij die
in het bezit zijn van grote breedband front luid-
sprekers, die zowel voor films als voor muziek
worden gebruikt, zullen veelal afzonderlijke
instellingen prefereren voor het luisteren naar CD
en voor DVD, VCR of kabel/satelliet TV.
Wilt u de luidspreker instelling afzonderlijk per
ingang kiezen, zet de cursor dan op de regel
BASS MGR
en druk op 
/
E tot 
INDEPENDENT
wordt gemarkeerd. Wanneer
deze instelling wordt gekozen verschijnen alle
instellingen van de luidsprekers met hun stan-
daard grootte in het menu en alle andere ingan-
gen gaan naar 
INDEPENDENT
(onafhanke-
lijk). Nu kunt u de gewenste luidspreker grootte
invoeren voor de gekozen ingang, als verderop
beschreven. Onthoud dat in dit geval de ingevoer-
de instelling ALLEEN geldt voor de gekozen
ingang en dat u terug dient te gaan naar het
IN/OUT
menu om een andere ingang te kie-
zen, om vervolgens weer naar deze pagina te
gaan om de instelling voor de volgende ingang in
te stellen. Herhaal deze procedure voor elke
ingang die u een van de standaard afwijkende
instelling wilt geven.
Begin met te controleren of de cursor naar de
LEFT/RIGHT
(links/rechts) regel wijst waar-
mee de configuratie van de front links en rechts
luidsprekers wordt bepaald. Wilt u de configuratie
van de front luidsprekers veranderen, druk dan op
/
E zodat 
LARGE
(groot) of 
SMALL
(klein) verschijnt, conform de hiervoor gegeven
omschrijving.
Wanneer 
SMALL
wordt gekozen, zullen de lage
tonen voor de front kanalen alleen naar de sub-
wooferuitgang gestuurd worden. Kiest u deze optie
en is geen subwoofer aangesloten, dan hoort u
geen lage frequenties via de front kanalen.
Wordt 
LARGE
gekozen, dan wordt een full-
range signaal naar de linker en rechter front
kanalen gestuurd. Afhankelijk van de keuze voor
het item 
SUBWOOFER
in dit menu (zie
verderop), kan het laag voor front links en rechts
ook naar een subwoofer worden gestuurd.
Opmerking: wanneer de front luidsprekers op
LARGE
(groot) staan en de surround functie
staat op “Surround off”, of op tweekanaals ste-
reo, zodra een analoog signaal aanwezig is, wordt
het direct naar de volumeregelaar geleid zonder
bewerking of digitalisering. Gebruikt u breedband
front luidsprekers en wilt u de digitale bewerking
uit de signaalweg verwijderen, kies dan deze
configuratie. Wilt u deze opzet slechts met één
ingang gebruiken, bijvoorbeeld CD-speler met
externe DAC of een externe pu-voorversterker,
dan DIENT u ook 
INDEPENDENT
(onafhan-
kelijk) TE kiezen op de regel 
BASS MGR
regel
onderin het menu, zodat alleen die ingangen
waarbij de analoge passeerschakeling gewenst is
op deze wijze worden behandeld, terwijl andere
analoge ingangen zoals VCR of kabel-TV voor
surround processing worden gedigitaliseerd.
Belangrijk: wanneer een luidsprekerset met sub-
woofer en twee front satellieten, verbonden met de
luidsprekeruitgangen van de subwoofer wordt
gebruikt, dienen de ingangen van de subwoofer
verbonden te worden met de Front luidspreker-
uitgangen
 en dient 
LARGE
(groot) voor de
front luidsprekers gekozen te worden (en NONE
voor de subwoofer, zie verderop).
3. Zodra de keuze voor de front luidsprekers is
gemaakt drukt u op 
¤
E op de afstandsbedie-
ning om de cursor naar
CENTER
te verplaatsen.
4. Druk op 
/
E op de afstandsbediening om
de optie te kiezen die het beste de gebruikte cen-
trum luidspreker omschrijft, als elders op deze
pagina aangegeven.
Wordt 
SMALL
gekozen, dan zullen de lagen
tonen voor het centrum kanaal naar de front
kanalen gestuurd worden, mits deze zijn ingesteld
op 
LARGE
en de subwoofer is uitgeschakeld. Is
de subwoofer ingeschakeld, dan zullen de lage
tonen van het centrum kanaal uitsluitend naar de
subwoofer gestuurd worden.
Wanneer 
LARGE
is gekozen zal het volledige
frequentiebereik naar de centrum luidspreker ge-
stuurd worden, en bij analoge en digitale sur-
roundfuncties wordt GEEN signaal van het cen-
trum kanaal naar de subwooferuitgang gestuurd
(behalve wanneer de Pro Logic II Music in gebruik
is).
Opmerking: kiest u Logic 7 als surround functie
voor een specifieke ingang, waarvoor u de luid-
sprekers configureert, dan is de optie LAGRE voor
de centrum luidspreker niet beschikbaar. Dat komt
de door de eisen die het Logic 7 proces stelt en
duidt niet op een probleem met uw receiver.
Is 
NONE
(geen) gekozen, wordt geen signaal
naar de centrum kanaal uitgang gestuurd. De
receiver werkt dan in een ‘fantoom’ centrum
functie. De informatie van het centrum kanaal
wordt verdeeld over de linker en rechter front
luidsprekers en het laag van het centrum kanaal
wordt naar de subwoofer gestuurd, mits 
SUB
L/R+LFE
is gekozen in het item 
SUB-
WOOFER
in dit menu; zie hieronder. Deze func-
tie is nodig wanneer geen centrum luidspreker
wordt gebruikt. Denk er aan dat wanneer de
Logic 7 Cinema of Enhanced functie is gekozen
wel een centrum luidspreker noodzakelijk is; de
Logic 7 Music functie werkt prima zonder cen-
trum luidspreker.
5. Nadat de keuze voor het centrum kanaal is
gemaakt, drukt u op 
¤
E op de afstands-
bediening om de cursor te verplaatsen naar
SURROUND
.
    *   S P E A K E R   S E T U P   *
M O D E
:
S I Z E
  X - O V E R
L E F T / R I G H T
:
S M A L L
C E N T E R        
:
S M A L L
S U R R O U N D    
:
S M A L L
S U R R   B A C K  
:
S M A L L   M A I N
S U B W O O F E R  
:
S U B
B A S S   M G R
:
G L O B A L
B A C K   T O   M A S T E R   M E N U
Systeemconfiguratie
24 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
6. Druk op 
/
E op de afstandsbediening om
de optie te kiezen die het beste de surround luid-
sprekers in uw systeem omschrijft, op basis van
de definities op pagina 21.
Is 
SMALL
(klein) gekozen, dan zal bij alle digi-
tale surround functies het laag van de surround
kanalen naar de front luidsprekers, indien geen
subwoofer wordt gebruikt, of naar de subwoofer
wanneer deze wèl aanwezig is. Bij elke analoge
surround functie hangt de laag sturing naar de
achter luidsprekers af van de gekozen functie en
de instelling van de subwoofer en de front luid-
sprekers.
Wanneer 
LARGE
is gekozen wordt het volledige
frequentiebereik naar de surround kanalen
gestuurd (bij alle analoge en digitale surround-
functies) en, met uitzondering van de Hall en
Theater functies, wordt geen laag van de
surround kanalen naar de subwoofer gestuurd.
Wanneer 
NONE
is gekozen, zal de surround
informatie verdeeld worden over de uitgangen
links front en rechts front. Merk op dat voor opti-
male weergave zonder surround luidsprekers
gekozen dient te worden voor de VMAx functie.
Gebruikt u surround achter luidsprekers in uw sys-
teem druk dan op 
¤
E op de afstandsbedie-
ning om de cursor naar 
SURR BACK
.Deze
keuze dient twee functies: niet alleen de instelling
van de surround achter – indien aanwezig –
kanalen wordt geconfigureerd, ook bepaalt het of
de processing van de DPR voor 5.1 dan wel 7.1
geconfigureerd moet worden.
Druk op 
/
op de afstandsbediening om de
optie te kiezen waarmee de gebruikte luidspre-
kers voor surround achter links en rechts het best
worden omschreven, gebaseerd op de definities
op deze pagina:
Wanneer 
NONE
(geen) wordt gekozen stelt het
systeem zich zo in dat alleen 5.1 kanaals sur-
round processor/decoder functies beschikbaar zijn
en de surround achter kanalen worden niet
gebruikt. Wanneer dat in uw systeem het geval is,
kunt u ervoor kiezen gebruik te maken van de
mogelijkheid met dit versterkerpaar een paar
extra luidsprekers in een meerkamersysteem met
een eigen bron te sturen. Zie pagina 42 voor meer
informatie.
Wanneer 
SMALL
(klein) is gekozen dan stelt
het systeem zich zo in dat 6.1/7.1 surround pro-
cessor/decoder wordt gebruikt, terwijl de laag-
frequent informatie beneden het crossover punt
(identiek aan dat voor de surround luidsprekers)
naar de subwoofer wordt gestuurd wanneer de
subwoofer op ON (in) staat, of naar de front
links/rechts luidsprekers wanneer de subwoofer
op OFF (uit) staat.
Is 
LARGE
(groot) gekozen dat stelt het systeem
zich zo in dat 6.1/7.1 surround processor/decoder
wordt gebruikt en wordt een breedband signaal
naar de achter kanalen gestuurd, zonder dat lage
frequenties naar de subwoofer uitgang worden
gestuurd.
7. Zijn de instellingen voor de surround kanalen
gereed, druk dan op 
¤
E op de afstandsbe-
diening om de cursor te verplaatsen naar
SUBWOOFER
.
8. Druk op 
/
E op de afstandsbediening om
de optie te selecteren die best uw systeem
omschrijft.
De beschikbare keuzes voor de opstelling van de
subwoofer worden bepaald door de instellingen
voor de andere luidsprekers, vooral de front links
en rechts posities. Wanneer de front links/rechts
luidsprekers op 
SMALL
staan wordt de sub-
woofer automatisch op 
SUB
gezet, wat betekent
dat deze actief is. Wanneer de front links/rechts
luidsprekers op 
LARGE
staan, zijn drie opties
beschikbaar:
• Is geen subwoofer aangesloten op de DPR, druk
dan op 
/
E op de afstandsbediening, zodat
NONE
in het in-beeld menu verschijnt. Wordt
deze optie gekozen, dan wordt alle laag informa-
tie naar de front links/rechts ‘hoofdluidsprekers’
gestuurd.
• Is wel een subwoofer aangesloten op de DPR,
dan bestaat de optie de front links/rechts ‘hoofd’
luidsprekers het laag in alle gevallen te laten
weergeven en de subwoofer alleen te activeren
wanneer de DPR wordt gebruikt met een digitale
bron die een speciaal Low Frequency Effects, of
LFE geluidsspoor omvat. Dan kunnen zowel de
hoofdluidsprekers als de subwoofer gebruikt wor-
den voor het speciale laag van bepaalde films. Die
optie wordt gekozen door op 
/
E op de
afstandsbediening te drukken zodat 
SUB
(LFE) in
het in-beeld menu verschijnt.
• Wanneer een subwoofer is aangesloten en deze
wordt gebruikt voor de laagweergave in combina-
tie met de hoofdluidsprekers front links/rechts,
ongeacht het type programmabron of de gekozen
surroundfunctie, druk dan op 
/
E op de
afstandsbediening waarop 
SUB L/R+LFE
in
het in-beeld menu verschijnt. Wordt deze optie
gekozen, dan gaat een breedband signaal naar de
front links en rechts hoofdluidsprekers. De sub-
woofer ontvangt de front links en rechts lage fre-
quenties beneden de wisselfrequentie, die in het
volgende item in dit menu wordt gekozen, als
hierna beschreven, en tevens het LFE signaal.
9. Wanneer alle luidsprekerformaten zijn ingesteld
kunt u de Quadruple Crossover van de DPR active-
ren, waarmee verschillende wisselfilter instellin-
gen voor elke luidspreker die op 'small' is inge-
steld, kunnen worden gekozen. Het wisselpunt
wordt bepaald door het ontwerp van de gebruikte
luidsprekers en is de laagste frequentie die deze
luidspreker kan weergeven. Voordat u iets aan de
instellingen van het wisselfilter verandert raden
we u aan het wisselpunt voor de luidsprekers in
elk van de vier groepen – front links/rechts, cen-
ter, surround en surround achter - op te zoeken in
de handleidingen van de luidsprekers, of via de
website van de fabrikant, dan wel de leverancier.
U heeft deze gegevens nodig bij de volgende
instellingen.
De op de fabriek ingestelde standaardwaarde
voor alle kanalen is 100 Hz. Mocht deze waarde
acceptabel zijn, dan kunt u deze instelling over-
slaan. Wilt u echter één van deze instellingen wij-
zigen, druk dan op 
E zodat de cursor naar
boven gaat in het overzicht van de opties. Druk
op 
/
E zodat 
X-OVER
gemarkeerd wordt
en de menu data veranderen als aangegeven in
afbeelding 5.
Afbeelding 5
Om de instelling van elk van de vier groepen
Links/Rechts, Centrum, Surround of Surround
Achter, te kunnen veranderen, drukt u op 
/
¤
E tot de cursor op de regel staat waar u iets
wilt wijzigen en vervolgens drukt u op 
/
E
tot de gewenste instelling verschijnt. De beschik-
bare wisselfrequenties waar beneden de lage fre-
quenties naar de subwoofer worden gestuurd (of
naar de front links/rechts luidsprekers wanneer de
subwoofer op OFF staat) en niet naar het luid-
sprekerkanaal, zijn 40, 60, 80, 100, 120 en 
200 Hz. Kies de frequentie die overeenkomt met
de informatie die u over uw luidsprekers heeft
gevonden, of, wanneer een exacte overeenkomst-
niet voorhanden is, de waarde die het dichtst
BOVEN de gewenste wisselfrequentie of laagfre-
quent limiet ligt. Dit om een ‘gat’ in het laag te
voorkomen, omdat het systeem daar geen laag
geeft.
Wanneer 
LARGE
is gekozen voor de front luid-
sprekers en 
LFE+L/R
als optie voor de sub-
woofer, wordt het geluid voor de front kanalen
beneden de voor de L/R front luidsprekers geko-
zen wisselfrequentie (wanneer voor front “Small”
– klein – is gekozen), naar zowel de front luid-
sprekers als de subwoofer gestuurd.
Wanneer alle luidsprekers op 
LARGE
– groot –
zijn gekozen zal de wisselfrequentie voor de front
luidsprekers (kiesbaar wanneer deze op “Small” –
klein – staan) alleen effect hebben op het LFE sig-
naal en het laag van de front luidsprekers voor de
subwoofer (mits de sub op L/R+LFE staat, zie
hiervoor). In dat geval dient de standaard waarde
van 100 Hz als wisselfrequentie voor de L/R front
aangehouden te worden (kiesbaar indien “Small”
is gekozen), als aangegeven *en gemarkeerd met
*) achter de 
LEFT/RIGHT
regel in het luid-
spreker opzetmenu wanneer de X-OVER optie is
gekozen.
* *   S P E A K E R   S E T U P   * *
M O D E             : S I Z E  
X - O V E R
L E F T / R I G H T :
1 0 0 H Z
C E N T E R         :
1 0 0 H Z
S U R R O U N D     :
1 0 0 H Z
S U R R   B A C K   :
1 0 0 H Z
L F E
    :
L E F T / R I G H T
B A S S   M G R     :
G L O B A L
B A C K   T O   M A S T E R   M E N U
Page of 58
Display

Click on the first or last page to see other DPR 2005 (serv.man9) service manuals if exist.