DOWNLOAD Harman Kardon AVR 135 (serv.man11) Service Manual ↓ Size: 947.05 KB | Pages: 42 in PDF or view online for FREE

Model
AVR 135 (serv.man11)
Pages
42
Size
947.05 KB
Type
PDF
Document
User Manual / Operation Manual
Brand
Device
Audio
File
avr-135-sm11.pdf
Date

Harman Kardon AVR 135 (serv.man11) User Manual / Operation Manual ▷ View online

INSTALLEREN EN AANSLUITEN
13
Installeren en Aansluiten
Scart A/V-aansluitingen
Voor alle hiervoor omschreven verbindingen
gebruikt uw videoapparaat cinch-aansluitingen
en/of S-video aansluitingen, zowel voor de
audio- als de videosignalen: elk normaal video-
apparaat (niet S-VHS of High 8) gebruikt voor
alleen afspelen 3 cinch verbindingen; videorecor-
ders voor afspelen en opnemen zelfs 6 cinch ver-
bindingen. Alle S-video-apparaten (S-VHS, High
8) hebben 2 cinch (audio) en 1 S-video verbin-
ding nodig voor afspelen, of 4 cinch (audio
in/uit) en 2 S-video (video in/uit) verbindingen
als het een videorecorder betreft.
Veel Europese videoapparaten zijn maar ten dele
voorzien van cinch of S-video aansluitingen, niet
voor alle audio- en video in- en -uitgangen die
nodig zijn als eerder beschreven, maar via een
zogeheten Scart of Euro-AV connector, een vrij-
wel haakse plug met 21 pennen, zie afbeelding.
In dat geval zijn de volgende scart/cinch-adap-
ters of kabels nodig:
• Voor weergave van satellietontvangers, cam-
corders, DVD- of LD-spelers, een adapter van
scart naar 3 cinch pluggen, zie afbeelding 1
(normale videoapparaten), of van scart naar 2
cinch +1 S-video stekkers, zie afbeelding 4 
(S-videoapparaten).
• HiFi-videorecorders hebben een adapter van
scart naar 6 cinch pluggen nodig, zie afbeelding
2 (normale video), of van scart naar 4 audio +2
S-video pluggen, zie afbeelding 5 (S-video VCR).
Lees de instructies bij de adapter zorgvuldig, om
vast te stellen welke van de zes stekkers voor
het opnamesignaal is (aansluiten op de uitgan-
gen van de AVR) en welke voor het weergavesig-
naal van de videorecorder (aansluiten op de
Ingangen van de AVR). Maak onderscheid tussen
audio- en videosignalen. Aarzel niet uw leveran-
cier te raadplegen indien u twijfels heeft.
• Gebruikt u uitsluitend normale videoappara-
ten, dan is voor de TV-monitor een adapter van
3 cinch pluggen naar scart nodig (zie afbeelding
3). Gebruikt u ook S-video apparaten, dan is een
extra adapter van 2 cinch + 1 S-video plug naar
scart nodig (afbeelding 6), verbonden met de
scart-ingang van uw TV, geschikt voor S-video.
Alleen de videopluggen (de ‘gele’ cinch pluggen in
afbeelding 3 en de S-video plug in afbeelding 6)
worden aangesloten op de TV/Monitor
Uitgang
 en het volume van de TV wordt
geheel teruggedraaid.
Belangrijke opmerking over
adapterkabels
Wanneer de cinch aansluitingen van de adapter
die u gebruikt gemarkeerd zijn, sluit de audio en
video ingangspluggen dan altijd aan op de
audio en video uitgangen van de AVR en 
omgekeerd. Is dat niet het geval, let dan op de
signaalrichting zoals die is aangegeven in
bovenstaande afbeeldingen en in de aanwijzin-
gen bij de adapter. Heeft u twijfels, aarzel dan
niet uw leverancier om inlichtingen te vragen.
Belangrijke opmerkingen over S-video
1. Alleen de S-video in/uit van S-video appara-
tuur mag verbonden worden met de AVR, NOOIT
zowel de normale als de S-video aansluitingen,
uitgezonderd de TV, zie punt 2.
2. Net als alle normale AV apparatuur zet de
AVR het composiet videosignaal niet om naar 
S-video of omgekeerd. Wanneer zowel video als
S-video bronnen gebruikt worden, dienen dus
beide verbindingen van de AVR naar de TV
gemaakt worden, waarbij ook de juiste ingang
op de TV gekozen wordt.
Belangrijk bij gebruik van 
scart/cinch adapters
Wanneer videobronnen op de TV aangesloten
zijn via een scartkabel worden naast de
audio/videosignalen ook stuursignalen naar de
TV gezonden. Met deze signalen werkt bijvoor-
beeld de automatische bronkeuze, zodat de TV
automatisch naar de juiste bron schakelt zodra
de videobron wordt gestart. En bij DVD-spelers
schakelt het signaal de TV automatisch tussen
4:3/16:9 formaten - bij 16:9 TV's of bij 4:3 TV's
die naar 16:9 omschakelbaar zijn - en wordt de
RGB en wordt de RGB videodecoder van de TV
in/uitgeschakeld, afhankelijk van de instelling van
de DVD-speler. Bij gebruik van een adapterkabel
gaan deze signalen verloren en dient de TV met
de hand in de juiste positie gezet te worden.
Afbeelding 1:
Scart/cinch adapter voor 
weergave;
Richting: scart 
cinch
Afbeelding 2:
Scart/cinch adapter voor
opnemen en weergeven;
Richting: scart 
↔ cinch
Black
Yellow
Red
Afbeelding 3:
Cinch/scart adapter voor
weergave:
Richting: cinch 
scart
Afbeelding 4:
Scart/S-video adapter
voor weergave:
Richting: scart 
cinch
Afbeelding 5:
Scart/S-video adapter
voor opname en 
weergave:
Richting: scart 
↔ cinch
Afbeelding 6:
Scart/S-video adapter
voor weergave:
Richting: cinch 
scart
Zwart
Geel
Rood
Zwart
Rood
Blauw 
(1)
Geel
Groen 
(1)
Wit
Zwart
Geel
Rood
Zwart
Rood
S-video in
Rood
Zwart
S-video uit
Zwart
Rood
Blauw 
(1)
Geel
S-video in
S-video uit
1
Ook andere kleuren mogelijk, B.V. bruin en grijs
14 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Installeren en Aansluiten
Lichtnetuitgangen
Dit apparaat is voorzien van twee lichtnetuitgan-
gen voor andere apparatuur. Het is belangrijk
dat geen apparatuur wordt aangesloten die veel
vermogen opneemt, zoals eindversterkers of
monitoren. Het totale opgenomen vermogen
mag per uitgang niet boven de 100 watt liggen.
De geschakelde lichtnetuitgang 
 voert
alleen spanning wanneer het apparaat geheel is
ingeschakeld. Gebruik deze uitgang voor appa-
raten die geen netschakelaar hebben, of een
mechanische netschakelaar die continu inge-
schakeld kan blijven.
OPMERKING: veel audio- en videoproducten
gaan over op standby wanneer deze met
geschakelde lichtnetuitgangen worden gebruikt
en kunnen via zo’n uitgang niet worden geacti-
veerd, zonder gebruik van de afstandsbediening
van dat product.
De ongeschakelde lichtnetuitgang
 voert
alleen spanning zolang de AVR op het lichtnet is
aangesloten en de lichtnetschakelaar 1
ingedrukt is.
Tenslotte wordt, nadat alle aansluitingen tot
stand gebracht zijn, de stekker van het netsnoer
in een spanning voerend stopcontact van 
220-240 V. De AVR 135! is dan bijna gereed
voor gebruik!
Luidsprekerkeuze
Welk merk luidsprekers ook wordt gebruikt,
neem altijd hetzelfde merk en type voor de front
luidsprekers links, midden en rechts. Zo ontstaat
een consistent front geluidsbeeld en wordt voor-
komen dat zich vervelende bijeffecten voordoen,
zoals bij front luidsprekers die niet goed bij
elkaar passen. Harman Kardon adviseert luid-
sprekers van JBL of Infinity.
Opstelling van de luidsprekers
De opstelling van de luidsprekers in een home
theater systeem met meerdere kanalen heeft
een aanzienlijke invloed op de bereikte geluids-
kwaliteit.
Afhankelijk van het type centrum luidspreker en
uw televisietoestel, dient u uw centrale luidspre-
ker ofwel direct op of onder de TV opgesteld te
worden, dan wel in het midden achter een akoe-
stisch doorzichtig projectiescherm.
Nadat de centrum luidspreker is geïnstalleerd,
worden de front luidsprekers links en rechts
opgesteld en wel op een onderlinge afstand die
gelijk is aan de afstand tussen de centrum luid-
spreker en de gewenste luisterpositie. Idealiter
dienen de front luidsprekers zo te worden opge-
steld dat de tweeters zich niet meer dan 60 cm
boven of onder de tweeter in de centrum luid-
spreker bevinden.
Houd de front luidsprekers minimaal op een
afstand van 0,5 meter van de TV, tenzij de luid-
sprekers magnetisch afgeschermd zijn om ver-
vorming van het TV-beeld te voorkomen. Denk er
aan dat de meeste luidsprekers niet magnetisch
zijn afgeschermd, zelfs die in complete surround
sets, meestal is alleen de centrum luidspreker
wel afgeschermd.
Afhankelijk van de kamerakoestiek en het type
luidsprekers dat wordt gebruikt, kan het resul-
taat worden verbeterd door de front luidsprekers
links en rechts ten opzichte van de centrum luid-
spreker iets naar voren te plaatsen.
Corrigeer zo mogelijk alle front luidsprekers zo
dat deze op oorhoogte staan wanneer u zich op
uw luisterpositie bevindt. Aan de hand van deze
uitgangspunten kunt u experimenteren met de
opstelling van de front luidsprekers in uw sys-
teem. Aarzel niet de onderdelen te verplaatsen,
net zo lang tot het systeem een optimaal resul-
taat laat horen. Verplaats de luidsprekers tot de
audio-overgangen van de front luidsprekers
gebalanceerd klinken.
Wanneer de AVR wordt gebruikt in de 5.1
kanaals functie kunnen de surround luidsprekers
het beste tegen de zijwanden van de kamer
worden opgesteld, of iets achter de luisterposi-
tie. In een 6.1 kanalen systeem zijn zowel zij sur-
round als achter surround luidsprekers aanwe-
zig. Het centrum van de luidsprekers is naar de
luisteraar gekeerd. Zie hiernaast.
Opstelling tegen de achterwand is ook mogelijk
kan ook in plaats van opstelling tegen de zij-
wand bij 5.1 systemen, in gevallen waarin het
niet praktisch is de hoofd surround luidsprekers
aan de zijkant in de kamer op te stellen.
Net als bij de zij luidsprekers dienen de achter
surround luidsprekers met de onderzijde mini-
maal 60 cm boven de oren van de luidsprekers
te staan en niet meer dan 2 meter achter de
achterzijde van het luistergebied.
Worden tegen de achter- of zijwand van de
kamer of dipool luidsprekers gebruikt denk er
dan aan dat een eventuele pijl op de zij luidspre-
ker naar het front van de kamer moet wijzen en
bij de achterluidsprekers naar het midden van de
achterwand.
A)  Opstelling van de front luidsprekers bij een 
TV-toestel of een projector achter het scherm.
Centrum luidspreker
Max.
60 cm
Front rechts
Front links
B)  Achter luidsprekers tegen de wand bij ge-
bruikmaking van de “5.1” posities is een alterna-
tieve opstelling bij 5.1 systemen. Wanneer de in
de AVR ingebouwde versterker uitsluitend wordt
gebruikt voor een 6.1 luidspreker configuratie,
dient de positie “6.1” te worden gebruikt.
TV of projectiescherm
Centrum
Front links
Front rechts
Max.
2 meter
Alternatieve opstelling tegen achterwand
Subwoofers produceren grotendeels niet gericht
geluid en kunnen bijna overal in de ruimte
worden opgesteld. De opstelling dient te worden
gebaseerd op de afmetingen en vorm van het
vertrek en het type subwoofer dat wordt
gebruikt. Een methode om de optimale locatie
voor een subwoofer te vinden is deze eerst in
het front van de kamer te zetten, ongeveer 15
cm van een muur, of in de buurt van een hoek.
Een andere methode is de subwoofer tijdelijk op
de plaats te zetten waar u gewoonlijk zult zitten
en vervolgens in de kamer rond te lopen totdat
u een plaats vindt waar de subwoofer het beste
klinkt. Zet de subwoofer dan op die plaats. Volg
ook de instructies van de fabrikant van de sub-
woofer op, of experimenteer om de beste locatie
voor een subwoofer in de luisterruimte te vinden.
SYSTEEMCONFIGURATIE 15
Systeemconfiguratie
Zijn de luidsprekers in de kamer eenmaal opge-
steld en aangesloten, dan dient het geheugen van
de systeem geconfigureerd te worden. De 
AVR beschikt over twee soorten geheugens, indi-
viduele geheugens die verbonden zijn met de
gekozen ingang, b.v. surroundfuncties, en andere
die onafhankelijk zijn van de gekozen bron, zoals
de uitgangsniveaus van de luidsprekers, wissel-
frequenties of vertragingstijden die door de sur-
round processor gebruikt worden.
In gebruik name en 
in-beeld display
Schakel de AVR nu in, zodat deze laatste instellin-
gen kunnen worden uitgevoerd.
1. Steek de stekker van het netsnoer
 in een
ongeschakeld stopcontact.
2. Druk op de netschakelaar 1 zodat deze
ingedrukt blijft staan. Controleer of de licht-
netindicatie 
3 oranje wordt, ten teken dat het
apparaat in standby staat.
3. Verwijder de plastic beschermingsfolie van het
venster op de afstandsbediening. Met die folie zal
het bereik van de afstandsbediening aanzienlijk
kleiner zijn.
4. Installeer de drie bijgeleverde AAA batterijen in
de afstandsbediening, als in de afbeelding aange-
geven. Let op de polariteit (+) en (–), die op de
bodem van het batterijvakje staat aangegeven.
5. Schakel de AVR in door op Standby 2 te
drukken, of met de ingangskeuze % op de
voorzijde, dan wel op de afstandsbediening op
Inschakelen
3, AVR keuze 5, of op een
van de toetsen Ingangskeuze
46 te druk-
ken. De lichtnetindicatie 3 wordt nu blauw
ten teken dat het apparaat ingeschakeld is en de
display ˜ licht op.
Opmerking: nadat op één van de toetsen van de
ingangskeuze
4 om het apparaat in te scha-
kelen is gedrukt, drukt u op AVR keuze
5 om
de afstandsbediening de AVR te laten besturen.
Gebruik van de in-beeld display
Het maken van de volgende instellingen gaat het
eenvoudigste via de in-beeld display van het TV
toestel of projectiescherm. Zo kan de huidige
status van de AVR gemakkelijk worden afgelezen,
wat prettig is bij het kiezen van de luidsprekers,
de vertraging en andere instellingen. Om de in-
beeld display te activeren dient een verbinding
gemaakt te zijn tussen de video monitor uit-
gang
 op de achterzijde naar de composiet- of
S-video ingang van uw TV of projector. Om de in-
beeld informatie van de AVR te kunnen zien, dient
ook op de monitor/projector de juiste videobron
gekozen te zijn. Denk er aan dat de in-beeld
menu’s niet beschikbaar zijn wanneer een compo-
nent video display wordt gebruikt.
Belangrijk: bij gebruik van in-beeld menu’s via
een conventionele beeldbuis is het belangrijk dat
deze niet langdurig in beeld blijven staan. Zoals
bij alle videoschermen, maar in het bijzonder bij
projectoren, kan het continu weergeven van stati-
sche beelden als deze menu’s, of beelden van
videospelletjes, permanent ‘inbranden’ van de
beeldbuis of projector veroorzaken. Dergelijke
schade valt niet onder de garantie van de 
AVR en is vrij zeker ook niet onder de garantie
van de TV of projector. De AVR heeft twee in-
beeld weergavefuncties: ‘semi-OSD’ (gedeeltelijk)
en ‘Full-OSD’ (volledig). Bij het configureren raden
wij u aan Full-OSD functie te gebruiken. De volle-
dige status en de opties verschijnen dan in beeld,
wat het gemakkelijker maakt uit de beschikbare
mogelijkheden te kiezen en instellingen te maken.
De Semi-OSD functie gebruikt slechts één regel.
Denk er aan dat bij het Full-OSD (volledig inbeeld)
de gekozen menu’s niet in de display ˜ ver-
schijnen. Wanneer de volledige In-Beeld Display
(OSD) wordt gebruikt verschijnt 
OSD O N
in de
display ˜ om aan te geven dat een beeld-
scherm gebruikt dient te worden.
Wordt het Semi-OSD systeem (gedeeltelijk in-
beeld) gebruikt met de afzonderlijke configuratie-
toetsen, dan in-beeld een enkele regel tekst met
de huidige menukeuze te zien zijn. Die keuze
wordt ook aangegeven in de display ˜.
Het volledige in-beeld menu kan altijd worden
opgeroepen of verwijderd door op In-beeld
Display
L te drukken. Wanneer u op deze
toets drukt zal het hoofdmenu 
MASTER
MENU
(Afb. 1) verschijnen en kunnen instellin-
gen gemaakt worden vanuit de individuele
menu’s. Denk er aan dat de menu’s na de laatste
handeling gedurende 20 seconden zichtbaar zul-
len blijven, daarna uit beeld verdwijnen. Deze tijd
kan verlengd worden tot 50 seconden door naar
het 
ADVANCED SELECT
menu te gaan en
het item 
FULL OSD TIME OUT
te wijzigen.
De Semi-OSD is ook beschikbaar als standaard
systeeminstelling en kan worden uitgeschakeld
via het 
ADVANCED SELECT
menu. Zie pagi-
na 34. Met het semi OSD systeem kunt u direct
instellingen maken door op de toetsen op de
voorzijde of op de afstandsbediening te drukken.
Om bijvoorbeeld de digitale ingang voor een bron
te wijzigen drukt u op Digitale Keuze Û
G
en een van de keuzetoetsen
/
7 or 
/
¤
D op de voorzijde of de afstandsbediening.
Afbeelding 1
Systeemopzet
De AVR bezit een modern geheugensysteem
waarmee u verschillende configuraties kunt vast-
leggen voor de luidsprekeropzet, digitale ingan-
gen, surround functies, vertragingen, wisselfre-
quenties en luidsprekerinstellingen voor elke bron.
Om de luidspreker instelling te vergemakkelijken
kan dezelfde luidspreker instelling ook voor alle
ingangen tegelijk worden gemaakt. Deze flexi-
biliteit maakt het mogelijk de manier waarop naar
elke bron geluisterd wordt op maat in te stellen
en in de AVR op te slaan. Dat betekent bijvoor-
beeld dat u verschillende surround functies en
analoge of digitale ingangen met verschillende
bronnen kunt combineren, of verschillende luid-
sprekerconfiguraties kunt instellen met afwijkende
instellingen voor de behandeling van het laag, of
het gebruik van de centrum luidspreker en/of de
subwoofer. Zijn die instellingen eenmaal gemaakt,
dan worden deze automatisch weer opgeroepen
zodra die ingang wordt gekozen.
In de fabrieksinstelling van de AVR zijn alle ingan-
gen geconfigureerd voor een analoge ingang, uit-
gezonderd de DVD-ingang, waar de Coax
Digital Ingang
 standaard is. Is het DSP pro-
cessor systeem voor het eerst gebruikt voor een
willekeurige ingang, dan wordt de luidsprekerin-
stelling automatisch in ‘Small’ (klein) en de sub-
woofer op ‘LFE’ gezet. De standaardinstelling voor
de surround functies is Logic 7 Music, hoewel
Dolby Digital of DTS automatisch worden gekozen
wanneer een bron met een digitaal signaal in
gebruik is.
Voordat het apparaat in gebruik wordt genomen,
zullen de instellingen voor de meeste ingangen
waarschijnlijk gewijzigd dienen te worden, om ze
correct te configureren voor het gebruik met digi-
tale of analoge ingangen en de surround functie
die aan de ingang is gekoppeld. Denk eraan dat
deze instellingen voor elke gebruikte ingang
gemaakt dienen te worden, aangezien het geheu-
gensysteem van de AVR de instellingen voor elke
ingang afzonderlijk opslaat. Anderzijds zullen
eerst nieuwe instellingen gemaakt dienen te
worden nadat de systeemcomponenten gewijzigd
zijn.
16 SYSTEEMCONFIGURATIE
Om dit proces snel en eenvoudig uit te voeren
raden wij aan het Full-OSD (volledig) systeem met
menu’s in beeld te gebruiken en stap voor stap
alle ingangen te doorlopen.
Opzet Ingangen
De eerste stap bij het configureren van de AVR is
het kiezen van een ingang, om een analoge of
digitale ingang te koppelen aan elke bron, b.v.
CD of DVD. Denk er aan dat wanneer de ingang
is gekozen, alle instellingen voor de Digitale
Ingang, Luidspreker Configuratie, Vertraging en
Surround Functie daaraan gekoppeld zullen
worden en in een geheugen worden opgeslagen.
Dat betekent dat deze instellingen ook automa-
tisch voor andere ingangen gebruikt zullen wor-
den. Daarom dienen onderstaande instellingen
voor elke ingang herhaald te worden, zodat elke
ingang naar eigen inzicht en voorkeur aangepast
kan worden. Eenmaal gemaakt, is wijziging alleen
nodig wanneer u voor een bepaalde ingang een
andere instelling wenst.
Wanneer u het Full-OSD (volledig in-beeld) sys-
teem gebruikt om instellingen te maken, drukt u
eenmaal op OSD
L waarop het hoofdmenu
MASTER MENU
(Afb. 1) verschijnt. Denk er aan
dat de 
cursor naast de regel van de 
INPUT
SETUP
staat. Druk op instellen
F om het
menu te openen, waarna het 
INPUT SETUP
menu (Afb. 2) in beeld verschijnt. Druk op 
/
E& tot de gewenste ingang gemarkeerd
wordt en een blauwe LED oplicht bij de ingangs-
indicatie 
ˆ op de voorzijde. Als de ingang
gebruik maakt van de standaard links/rechts ana-
loge ingang is er geen verdere instelling nodig.
Afbeelding 2
Indien een van de digitale ingangen gekoppeld
moet worden aan de gekozen bron drukt u op 
¤
D op de afstandsbediening terwijl het menu
INPUT SETUP
(Afb. 2) in beeld staat en de
cursor gaat naar beneden, naar de regel 
DIGI-
TAL IN
. Druk zo vaak op 
/
E& tot de
naam van de gewenste digitale ingang verschijnt.
Om terug te gaan naar de 
ANALOG
ingang,
drukt u op deze toetsen tot het woord ‘analog’
verschijnt. Staat de gewenste ingang in beeld,
druk dan weer op 
¤
D tot de 
cursor naast
BACK T O MASTER MENU
, en druk op
instellen
F.
Om een analoge of digitale ingang te koppelen
aan de gekozen ingang kunt u op elk moment op
de Digitale Ingangskeuze Û
G op de voor-
zijde of op de afstandsbediening drukken wan-
neer volledige in-beeld niet actief is. Binnen vijf
seconden wordt nu de ingang gekozen met in-
stellen 7 op de voorzijde, of met 
/
¤
D op
de afstandsbediening tot de gewenste digitale of
analoge ingang in de display ˜ en in het
onderste deel van de videodisplay die op de AVR
is aangesloten. Druk tenslotte op instellen
F
om de nieuwe digitale instelling op te slaan.
Sommige digitale videobronnen zoals een kabel-
box of een HDTV set-top kunnen wisselen tussen
analoog en digitaal signaal, afhankelijk van de
ontvangen zender. De Auto Polling (automatische
doorschakeling) van de AVR 135 voorkomt dat
het audiosignaal in zo’n situatie wegvalt, door
zowel het analoge als het digitale signaal met de
AVR te verbinden. Digitale audio is de standaard
positie, maar het apparaat schakelt automatisch
over naar de analoge ingang wanneer het digitale
audiosignaal wegvalt.
In die gevallen waar alleen een digitale bron
wordt gebruikt, kan het nodig zijn de automati-
sche doorschakeling los te koppelen om te voor-
komen dat de AVR een analoog signaal probeert
te vinden wanneer het digitale wegvalt. Om de
automatische doorschakeling voor een bepaalde
ingang uit te schakelen kijkt u eerst of de 
➞ cur-
sor op de 
AUTO POLL
regel in het menu staat.
Vervolgens drukt u op 
/
Navigatie
E&
zodat 
OFF
(uit) in negatief video wordt aange-
geven. Herhaal de procedure om zonodig later de
automatische doorschakeling weer te herstellen
door 
O N
(aan) te kiezen.
Opzet luidsprekers
In dit menu wordt vastgelegd welk type luidspre-
kers met de AVR worden gebruikt. Dat is belangrijk
omdat daarmee de instellingen worden gecorri-
geerd die bepalen of het systeem de “5-kanalen”
dan wel de “6/7-kanalen” functies gebruikt, en
welke luidsprekers de lage frequenties – bassen –
krijgen toegevoerd. Gebruik voor elke instelling
hier de positie
LARGE
(groot) wanneer traditio-
nele luidsprekers worden aangesloten die geschikt
zijn voor frequenties beneden 200 Hz. Gebruik de
instelling 
SMALL
(klein) voor kleinere, satelliet-
achtige luidsprekers die geen frequenties beneden
200 Hz kunnen weergeven. Denk er aan dat bij
toepassing van kleine luidsprekers voor front links
en rechts, een subwoofer onmisbaar is voor het
weergeven van de lage frequenties.
In dit menu kunnen de instellingen voor het
Tripple Crossover filter van de AVR worden inge-
voerd, zodat verschillende wisselfrequenties voor
front links/rechts, centrum en surround luidspre-
kers kunnen worden gebruikt. In systemen met
breedbandluidsprekers in het front, of waar ver-
schillende merken luidsprekers in de diverse posi-
ties worden toegepast, kan het laag met grotere
precisie dan ooit worden gerealiseerd.
Tenslotte kunt u hier kiezen of de gekozen
instelling geldt voor alle ingangen (
GLOBAL
)
dan wel afzonderlijk voor elke ingang
(
INDEPENDENT
).
Opmerkingen:
• Is "Independent" gekozen bij de luidspreker
instellingen (zie hieronder), dan dient voor elke
ingang afzonderlijk ingesteld te worden en kunt u
kiezen welke luidspreker opzet wordt gebruikt
afhankelijk van de gekozen ingang.Zo kunt u
bijvoorbeeld de Centrum luidspreker en/of de
Subwoofer uitschakelen bij de gekozen muziek-
bron en ze bij elk filmsignaal wèl gebruiken.
• Met de huidige ingang worden alle luidspreker-
instellingen gekopieerd naar alle andere geluids-
functies, voorzover de luidsprekers daarvoor
nodig zijn, en hoeven niet herhaald te worden
wanneer een andere surround functie met die
ingang wordt gekozen.
Het wordt aanbevolen de juiste luidspreker-
instellingen te maken via het 
SPEAKER
SETUP
menu (Afb. 3). Staat dat menu nog niet
in beeld van de voorgaande instellingen, druk dan
op in-beeld display
L om het 
MASTER
MENU
(Afb. 1) op te roepen, en druk tweemaal
op 
¤
D zodat de cursor naar de regel
SPEAKER SETUP
gaat. Druk vervolgens op
instellen
F om het 
SPEAKER SETUP
menu op te roepen (Afb. 3).
Afbeelding 3
In de eerste regel van het 
SPEAKER SETUP
menu (afb. 3) kunt u de gekozen luidspreker-
grootte veranderen of het exacte crossover punt
voor die luidsprekergroep indien deze op 'small'
staat. Laat bij de eerste doorgang van het menu
de instelling van het crossover zoals die is en ga
verder als hieronder aangegeven. Zijn de luidspre-
ker typen ingesteld, ga dan zonodig terug om het
cross-overpunt in te stellen.
1. Voordat u de luidsprekers instelt, dient u te
bepalen of u alle ingangen met dezelfde luidspre-
kergrootte instelling wilt gebruiken ( 
GLOBAL
)
of dat alle ingangen individueel ingesteld moeten
worden ( 
INDEPENDENT
).
Om alle ingangen op "Global" (identiek) of op
"Independent" (afzonderlijk) te zetten drukt u
tweemaal op 
D om de cursor te verplaatsen
naar de regel 
BASS MGR
.
Met deze instelling kiest u voor alle ingangen
dezelfde luidspreker configuratie ("Global") of
voor afzonderlijke instellingen per ingang
("Independent"). In de meeste gevallen zal de
standaard 
GLOBAL
instelling voldoen, daar de
meeste gebruikers geen individuele luidsprekerin-
stellingen nodig hebben. Sommige echter, vooral
zij die in het bezit zijn van grote breedband front
luidsprekers, die zowel voor films als voor muziek
worden gebruikt, zullen veelal afzonderlijke
instellingen prefereren voor het luisteren naar CD
Systeemconfiguratie
Page of 42
Display

Click on the first or last page to see other AVR 135 (serv.man11) service manuals if exist.