DOWNLOAD Harman Kardon AVR 507 (serv.man11) Service Manual ↓ Size: 917.39 KB | Pages: 48 in PDF or view online for FREE

Model
AVR 507 (serv.man11)
Pages
48
Size
917.39 KB
Type
PDF
Document
User Manual / Operation Manual
Brand
Device
Audio
File
avr-507-sm11.pdf
Date

Harman Kardon AVR 507 (serv.man11) User Manual / Operation Manual ▷ View online

BEDIENING 33
Bediening 
de AVR automatisch de veranderingen in de bit-
stream en het aantal kanalen detecteren en dit
met de indicaties aangeven. De letters zoals
gebruikt bij de indicaties.
Belangrijk: Wanneer een digitale surround bron
(Dolby Digital, DTS) wordt afgespeeld zullen de
letters SBL/SBR voor de surround achter kanalen
alleen verschijnen bij een DTS-ES DISCRETE 6.1
bron. Deze functie wordt dan in de display aan-
gegeven en in-beeld. Bij alle andere opnamen
kunnen de indicaties voor de achter surround
luidsprekers oplichten (mits deze luidsprekers
geconfigureerd zijn) om aan te geven dat er een
signaal naar toe gaat (matrix gedecodeerd met
NEO:6, LOGIC 7 of 7 Kan. Stereo) maar geen let-
ters lichten op wanneer de AVR geen ingangssig-
naal ontvangt voor de surround achter kanalen.
Luidsprekers/kanaal functie $ knipperen
ook om aan te geven wanneer een bitstream
onderbroken wordt. Dat gebeurt wanneer een
digitale ingang voor het afspelen gekozen is, of
wanneer een digitale bron zoals een DVD op
pauze staat. De knipperende indicaties wijzen
erop dat het afspelen is onderbroken door de
afwezigheid van een digitaal signaal en niet door
een fout in de AVR. Dit is normaal en de digitale
weergave zal hervat worden zodra het afspelen
opnieuw gestart wordt.
Nachtfunctie
Een speciale functie van Dolby Digital. Deze func-
tie stelt u in staat om Dolby Digital bronnen
volledig verstaanbaar af te spelen, maar met
beperkte maximale piekniveaus, terwijl de zwak-
ke signalen 1/4 tot 1/3 opgetrokken worden. Dat
vermijdt dat abrupt luide overgangen anderen
storen, zonder de impact van de digitale bron te
beperken. De nachtfunctie is alleen beschikbaar
wanneer de Dolby Digital functie gekozen is.
De nachtfunctie kan worden gekozen wanneer
een Dolby Digital DVD speelt door op nacht-
functie
B op de afstandsbediening. Druk ver-
volgens op 
/
¤
D om de gematigde of de
volledige compressie (medium of full) van de
nachtfunctie te kiezen. Om de nachtfunctie uit te
schakelen drukt u op 
/
¤
D tot de aanwijzing
onderin de video display en de display ˜
D-RANGE OFF
.
De Nacht Functie kan ook permanent op het
gewenste compressie niveau worden gekozen
zodra de Dolby Digital functie wordt geactiveerd
via de opties in het 
DOLBY
menu. Zie pagina
24 voor informatie over het menu voor deze
optie.
BELANGRIJK BIJ DIGITALE WEERGAVE
1. Wanneer de digitale bron stopt, in pauze, in de
functie snel zoeken of hoofdstuk zoeken staat,
zullen de digitale gegevens tijdelijk stoppen en
de kanaalposities in de luidspreker/kanaal
functie 
$ zullen knipperen. Dit is normaal en
wijst niet op een probleem met de AVR of met de
bron. De AVR zal, zodra de gegevens weer
beschikbaar zijn en wanneer het apparaat weer
op afspelen staat, naar de normale digitale weer-
gave terugkeren.
• Hoewel de AVR bijna alle DVD films, CD’s en
HDTV bronnen kan decoderen, is het mogelijk dat
sommige toekomstige digitale formaten niet
compatibel zijn met de AVR.
• Denk er aan dat niet alle digitaal gecodeerde
programma’s en niet alle audionummers op een
DVD volledig 5.1 of 6.1-kanaals audio bevatten.
Raadpleeg de handleiding van het programma bij
uw DVD of laserdisc om na te gaan welk type
audio op de disc is opgenomen. De AVR herkent
automatisch het type digitale surround codering
en geeft dat aan in de Kanaal Indicaties $ en
stelt zich hierop in.
• Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
kunnen normaal gesproken geen analoge sur-
round functies als Dolby Pro LogicII, Dolby 3
Stereo, Hall, Theater, 5Kan/7Kan Stereo of Logic 7
worden gekozen, uitgezonderd met Dolby Digital
2.0 opnamen, die met Dolby Por Logic II afge-
speeld kunnen worden. Zie pagina 31.
• Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
kan een analoge opname worden gemaakt via de
Tape uitgangen
 of Video 1 of Video 2
"& uitgangen, ook wanneer de bron is ver-
bonden met een digitale ingang op de AVR,
zolang 'Surround Off' is gekozen (kan alleen met
een PCM bron). Maar het analoge tweekanaals
signaal, zelfs van een Dolby Digital bron (geen
DTS), de 'Downmix' naar Stereo of Dolby
Surround, kan worden opgenomen door de
analoge audio uitgangen met de juiste analoge
ingangen (DVD bijvoorbeeld) van de AVR, van de
AVR te verbinden. Bovendien worden de digitale
signalen doorgegeven naar de digitale audio
uitgangen
.
Opnemen op cassette
Bij normaal gebruik worden de audio en video
signalen die op de AVR voor kijken en luisteren
zijn gekozen door gestuurd naar de opname uit-
gangen. Dat betekent dat elk programma waar u
naar kijkt of luistert simpelweg kan worden
opgenomen door recorders aan te sluiten op de
uitgangen Tape Outputs 
 of Video 1 of 
2 Outputs
"&. Wordt een digitale
audiorecorder aangesloten op één van de digital
audio uitgangen
 dan kunt u de digitale
signalen opnemen met CD-R, MiniDisc of ander
digitaal opnamesysteem. Denk er aan dat alle
digitale signalen worden doorgestuurd naar 
zowel de coax als optisch digitale uitgangen,
ongeacht het type digitale ingang dat werd
gekozen.
Opmerkingen:
• De digitale uitgangen zijn alleen actief wanneer
er een digitaal signaal aanwezig is en ze zetten
een analoog ingangssignaal niet naar een digitaal
uitgangssignaal om, noch veranderen zij het for-
maat van het digitale signaal (b.v. Dolby Digital
naar PCM of vice versa, maar coax digitale signa-
len worden naar optisch omgezet en omgekeerd).
Bovendien dient de digitale recorder compatibel te
zijn met het uitgangssignaal. Voorbeeld: het PCM
digitale uitgang van een CD-speler kan opgeno-
men worden op een CD-R of MiniDisc, maar Dolby
Digital of DTS-signalen niet.
• Het maken van een analoge opname van een
digitale bron is mogelijk, maar alleen van een
PCM bron (geen Dolby Digital of DTS) en alleen
correct wanneer 'Surround Off' is gekozen. Met
elke andere Surround functie worden alleen de
front L/R signalen naar de opname gestuurd.
Instelling Uitgangsniveau 
Het normale weergaveniveau van de AVR wordt
ingesteld met behulp van het testsignaal, als
beschreven op pagina 24. In sommige gevallen
echter, is het wenselijk om de weergaveniveaus
aan te passen aan de diverse programma’s waar
u bekend mee bent. Verder kunnen de weergave
niveaus voor de sub-woofer en de Stereo and
VMAx functies alleen maar via deze procedure
aangepast worden. Denk er aan dat alle instellin-
gen gemaakt met een bepaalde ingang effectief
zullen zijn op alle ingangen, net als het geval is
met de instelling gemaakt met het testsignaal.
Om de weergaveniveaus aan programma’s aan te
kunnen passen, dient eerst de surroundfunctie
waarin u de luidsprekers wilt afstellen (zie opmer-
king hieronder) gekozen te worden. Start vervol-
gens het door u gekozen programma en stel, met
volume
)î het referentie niveau voor de
front luidsprekers links en rechts in.
Als het referentieniveau eenmaal is ingesteld,
drukt u op kanaalkeuze
C Ù waarop
FRONT L LEVEL
verschijnt in de display
˜. Om het niveau te veranderen drukt u eerst
op instellen
F@ en vervolgens gebruikt u de
insteltoetsen 7 of 
/
¤
D om het niveau
te verhogen of te verlagen. Gebruik NIET de volu-
meregelaar, want dit zal de referentie instelling
wijzigen. Druk op de toets instellen
F @,
zodra de wijziging doorgevoerd is en druk vervol-
gens op de insteltoetsen 7 of 
/
¤
D om
de locatie van zonodig een ander kanaal dat u
wenst aan te passen, te kiezen. Om het niveau
van de subwoofer aan te passen, drukt u op de
insteltoetsen 7 of 
/
¤
D tot de aanwij-
zing 
WOOFER LEVEL
in de display ˜ of op
de in-beeld display verschijnt (alleen van toepas-
sing indien de subwoofer geactiveerd is).
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal in
de display ˜ en in beeld verschijnt, op in-
stellen
F@ en volg de instructies op.
Herhaal deze procedure zonodig om alle kanalen
in te stellen. Wanneer alle instellingen zijn
gemaakt en gedurende vijf seconden worden
34 BEDIENING
Bediening 
geen correcties meer gemaakt keert de AVR terug
naar normaal gebruik.
Gebruikt u een disc met testsignalen (ruis) of een
externe generator als bron voor het instellen van
de niveaus, dan kunt u de EzSet functie van de
afstandsbediening gebruiken om het juiste SPL
niveau in te stellen. Om de afstandsbediening
voor dit doel te gebruiken start u het testsignaal
van de bron en u drukt op SPL indicatie keuze
* en u laat deze snel los om de sensor te
activeren. Terwijl een testtoon wordt afgespeeld
verandert de Programma/SPL indicatie
2
van kleur om het niveau aan te geven. Rood
wanneer het niveau te hoog is, oranje wanneer
het te laag is. Om het referentieniveau in te stel-
len draait u de volumeregelaar
) open tot
de LED’s van de SPL groen oplichten terwijl het
testsignaal aan de linker front luidspreker wordt
toegevoerd. Stel terwijl de luidsprekers het sig-
naal krijgen het niveau van alle luidsprekers in,
tot de LED voor alle luidsprekers groen oplicht.
Nadat alle niveaus goed zijn drukt u op SPL
keuze
* om de sensor en de indicatie uit te
schakelen.
De kanaaluitgang gekoppeld aan welke ingang
dan ook, kan ook aangepast worden m.b.v. het
menu systeem ‘volledig in-beeld display’. Stel
allereerst met volume ı
)î op een ple-
zierig geluidsniveau in. Druk vervolgens op
in-beeld display 
L om in het hoofdmenu
MASTER MENU
(Afb.1) te komen. Druk daar-
na op 
¤
four times until the on-screen 
naast
de regel 
CHANNEL ADJUST
(KANAALKEU-
ZE) staat. Druk op de toets instellen
F om
het menu 
CHANNEL ADJUST
(KANAAL-
KEUZE) (Afb. 10) te activeren.
Afbeelding 10
Zodra het menu verschijnt wordt het testsignaal
uitgeschakeld. Op die manier kan ook een exter-
ne test-CD of ander bronmateriaal als testsignaal
worden gebruikt. Gebruik vervolgens 
/
¤
D
om de kanalen te kiezen die u wilt corrigeren.
Gebruik bij elk kanaal de 
/
E& toetsen
om het uitgangsniveau te wijzigen.
Onthoud wanneer u een disc met een testsignaal
gebruikt (b.v. roze ruis) of een externe testgene-
rator, dat het er om gaat alle kanalen op de luis-
terpositie met gelijke sterkte te horen, ongeacht
welke surround functie is gekozen. Gebruikt u
een gewone disc met muziek als testsignaal dan
kunt u het niveau van elk kanaal naar eigen
inzicht instellen, en u kunt bijvoorbeeld het cen-
trum kanaal wat zachter zetten of de achter
kanalen wat luider omdat u deze in bepaalde
omstandigheden wat te zacht vindt.
Wanneer u alle niveaus terug wilt zetten in de
fabrieksinstelling en 0 dB offset, drukt u op 
/
¤
D tot de in-beeld cursor naast
CHANNEL RESET
staat en u drukt op 
/
E& zodat 
O N
(aan) oplicht. Nadat de
niveaus zijn teruggezet hervat u de procedure om
de gewenste niveau instellingen te maken.
Wanneer alle aanpassingen gerealiseerd zijn,
drukt u op 
/
¤
D om de cursor 
in beeld
naar de positie 
BACK T O MASTER MENU
(terug naar menu) te verplaatsen, en druk om in
het hoofdmenu andere aanpassingen te maken
op instellen
F. Indien u geen verdere aan-
passingen wenst te maken, dan drukt u op de
toets in-beeld display
L om het menu-
systeem te verlaten.
Opmerking: de uitgangsniveaus kunnen voor
iedere digitale en analoge surroundfunctie afzon-
derlijk ingesteld worden. Indien u andere niveaus
voor een specifieke functie wenst, kies dan die
functie en volg stapsgewijs bovengenoemde
instructies. Met de Stereo en VMAx functies is de
hiervoor beschreven procedure de enige manier
om de uitgangsniveaus in te stellen, b.v. om de
niveaus van Stereo en VMAx aan de andere aan te
passen.
Geheugenbeveiliging
Dit product is uitgerust met een geheugenbeveili-
ging die de opgeslagen zenders van de tuner en
de systeemconfiguratie vasthoudt als het appa-
raat helemaal wordt uitgeschakeld, de stekker uit
het stopcontact wordt genomen of wanneer de
netspanning uitvalt. Dit geheugen blijft ca.
2 weken behouden; daarna dient alle informatie
opnieuw te worden ingevoerd.
*   C H A N N E L   A D J U S T   *
F L     :   0 d B     S B R   :   0 d B      
C E N   :   0 d B     S B L   :   0 d B
F R     :   0 d B     S L     :   0 d B
S R     :   0 d B     S U B   :   0 d B
C H A N N E L   R E S E T :
O F F
  O N
T E S T   T O N E         :
O F F
  O N
B A C K   T O   M A S T E R   M E N U
BIJZONDERE FUNCTIES 35
Bijzondere functies
De AVR 507 is voorzien van een aantal geavan-
ceerde functies, die het apparaat extra flexibel
maken. Ook al is het niet noodzakelijk om deze
extra’s altijd te gebruiken, toch bieden zij vele
extra keuzemogelijkheden, die u wellicht goed
van pas komen.
Toewijzen Surround Versterkerkanaal
De AVR is uitgerust met zeven vol vermogen ver-
sterkerkanalen voor volledige 7.1-kanaals wer-
king zonder dat daar extra versterkers voor nodig
zijn. In sommige systemen echter wilt u mis-
schien de traditionele 5.1 configuratie gebruiken
voor de centrale kamer, zodat de vrijblijvende
surround achter links/rechts versterkers gebruikt
kunnen worden voor het sturen van een paar
luidsprekers in een andere kamer.
Wilt u de Surround Achter versterkers gebruiken
voor een andere kamer, dan dient een instelling
in het 
ADVANCED SELECT
menu veran-
derd te worden. Om dat te doen roept u het
menusysteem op door op OSD
L te drukken,
waarop het 
MASTER MENU
(hoofdmenu) in
beeld verschijnt (afb. 1). Druk dan op 
¤
D tot
de cursor 
op de regel 
ADVANCED
staat.
Druk op Set
F om het 
ADVANCED
SELECT
menu te kiezen (afb. 11).
Afbeelding 11
Om de instelling zo te veranderen dat de
Surround Achter versterkers worden gestuurd
met de bron die wordt gekozen via het meer-
kamersysteem, drukt u op 
/
E& zodat
M R S P
in negatief video wordt weergegeven
en druk dan op Set
F.
Onthoud dat wanneer deze keuze is gemaakt, u
niet langer gebruik kunt maken van de 6.1/7.1
kanaals decoders of bewerkingen en dat de luid-
sprekers die voor de andere kamer zijn bestemd,
worden aangesloten op de Surround Achter/
Meerkamer Luidspreker Uitgangen
(.
Het volume voor deze luidsprekers wordt inge-
steld door het meerkamersysteem, als uitgelegd
op pagina 36 in deze handleiding.
Is de instelling eenmaal gemaakt, druk dan op
¤
D om nog andere instellingen in dit menu
te maken. Wanneer geen andere instellingen
nodig zijn, druk dan op In-beeld Display
L
om het menu te verlaten.
Helderheid display
De display ˜ op het frontpaneel van de 
AVR is standaard ingesteld op een helderheidsni-
veau dat voldoende is om de informatie in een
normaal verlichte ruimte te kunnen lezen. Het is
echter mogelijk dat u onder bepaalde omstan-
digheden de helderheid tijdelijk wilt wijzigen, of
zelfs geheel wilt uitschakelen.
Om de ingestelde helderheid van de display 
voor een specifieke luistersessie te wijzigen,
dient u een aanpassing te maken in het menu
ADVANCED SELECT
(bijzondere functies).
Om die instellingen te activeren drukt u op in-
beeld display
L om het 
MASTER MENU
(hoofdmenu) in beeld te brengen. Druk op 
D tot de cursor 
naast de regel 
ADVAN-
CED
(bijzonder) staat. Druk op instellen
F
om het menu 
ADVANCED SELECT
(bij-
zondere functies - Afb. 11) te activeren.
Om de helderheid in het menu 
ADVANCED
SELECT
(bijzondere functies) te wijzigen,
dient de cursor 
(in beeld) naast de regel 
VFD
te staan en druk vervolgens op 
& tot
het gewenste niveau van helderheid in beeld
wordt aangegeven. Wanneer 
FULL
(volledig)
gemarkeerd is, zal de display de normale helder-
heid hebben. Is 
HALF
(half) gemarkeerd, dan zal
de display met halve helderheid oplichten. Is
O F F
(uit) gemarkeerd, dan zullen alle indicaties
in de display ˜ doven.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu
maken, druk dan op 
/
¤
D tot de in beeld
cursor 
naast de gewenste instelling staat, of
op de regel 
BACK T O MASTER MENU
(terug naar hoofdmenu) en druk dan op instel-
len
F. Zijn er geen andere instellingen meer
te maken, druk dan op in-beeld display
L
om het menusysteem te verlaten.
De helderheid van de display kan ook gewijzigd
worden door de toets instellen @ 3 seconden
ingedrukt te houden, tot in de display ˜ de
aanwijzing 
VFD FULL
(volledig) aangegeven
wordt. Binnen 3 seconden dient u instellen 7
in te drukken tot de gewenste helderheid is
bereikt. Op dat moment drukt u weer op in-
stellen 
@ om de instelling te activeren.
Ook kan de helderheid van de display worden
veranderd door op dimmer
- op de afstands-
bediening te drukken. Denk er aan dat de
blauwe LED in de volumeregelaar en de lichnte-
indicatie
 op normale sterkte blijven branden
ten teken dat het apparaat nog aan staat.
Zodra het gewenste helderheidsniveau gekozen
is, zal deze instelling van kracht blijven tot een
wijziging plaatsvindt of het systeem uitgescha-
keld wordt.
Volume bij inschakeling
Net als bij de meeste audio/video receivers, zal
de AVR, zodra deze uitgeschakeld wordt, de
positie van de volumeregelaar onthouden. Om
een standaard instelling te krijgen die altijd als u
het systeem aanzet, wordt geactiveerd, dient u
het menu 
ADVANCED SELECT
(bijzondere
functies) aan te passen. Druk op in-beeld dis-
play
L om het 
MASTER MENU
(afb. 1) op
te roepen. Druk op 
D tot de cursor 
in
beeld naast 
ADVANCED SELECT
staat.
Druk op de toets instellen
F om in het menu
ADVANCED SELECT
(bijzondere functies -
Afb. 11) te komen. Zorg ervoor dat de cursor 
in beeld naast de regel standaardinstellingen
volume 
staat. Zonodig drukt u op 
/
¤
tot de
gewenste regel gemarkeerd is. Druk vervolgens
op de toets 
D tot het woord 
ON
(aan) in
beeld gemarkeerd wordt.
Druk dan één keer op de toets 
¤
D zodat de
cursor 
(in beeld) naast de regel 
DEFAULT
VOL SET
(instelling standaard volume) staat.
Om het gewenste standaard volume bij het aan-
zetten van het systeem in te stellen, drukt u
meermaals op 
/
E&, of u houdt deze
ingedrukt, tot het gewenste volume in de regel
DEFAULT VOL SET
(instelling standaard
volume) aangegeven wordt. Merk op dat deze
instelling niet met de reguliere volume knoppen
wordt ingesteld.
Opmerking: omdat de instelling van het volume
bij het aanzetten van het systeem niet hoorbaar is
op het moment dat u de instelling maakt, kan het
verstandig zijn de instelling van het volume tevo-
ren te bepalen. Luister daarvoor naar een willekeu-
rige bron, stel het volume met de reguliere volu-
meregelaar 
)î in. Zodra het door u gewenste
volume bereikt is, maakt u een notitie van deze
instelling zodra deze op het onderste derde deel
van de display ˜ verschijnt (het typische volume
verschijnt als negatief nummer, bijv. -25 dB).
Wanneer de aanpassingen worden uitgevoerd,
maak dan gebruik van toetsen 
/
E& om
deze instellingen in te voeren. In tegenstelling tot
de andere instellingen in het hoofdmenu, blijft het
standaard ingestelde volume van kracht tot deze in
dit menu uitgeschakeld is. Deze instelling blijft
derhalve behouden, ook nadat het systeem uit-
geschakeld is.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu
maken, druk dan op 
/
¤
D tot de in beeld
cursor 
naast de gewenste instelling staat, of
op de regel 
BACK T O MASTER MENU
(terug naar hoofdmenu) en druk dan op 
instellen
F. Zijn er geen andere instellingen
meer te maken, druk dan op in-beeld display
L om het menusysteem te verlaten.
  *   A D V A N C E D   S E L E C T   *
S B   A M P S :
S B   S P
  M R   S P
V F D             :
F U L L
  H A L F   O F F
V O L U M E   D E F A U L T :
O F F
  O N
D E F A U L T   V O L   S E T : & 2 5 d B
S E M I   O S D   : O F F  
O N
S E M I   O S D   T I M E   O U T :   3 S E C
F U L L   O S D   T I M E   O U T : 2 0 S E C  
B A C K   T O   M A S T E R   M E N U
36 BIJZONDERE FUNCTIES
Bijzondere functies
Gedeeltelijke in-beeld display
Het gedeeltelijk in-beeld display systeem laat,
zodra het volume, de ingangskeuze, de surround-
functie of de afgestemde frequentie, of welke
andere configuratie instelling dan ook gewijzigd
is, in één regel in het onderste deel van het beeld
de status zien. Het gedeeltelijk in-beeld display
systeem is handig omdat het via het beeld infor-
matie over alle wijzigingen en instellingen ver-
schaft, welke op het front moeilijk leesbaar zijn.
Het kan echter zijn dat u deze displays soms,
voor bepaalde luistersessies, uit wenst te schake-
len. Ook kan de duur dat de informatie in beeld
staat worden aangepast. Beide opties zijn bin-
nen de AVR mogelijk.
Om het gedeeltelijk in-beeld display systeem
uit te schakelen, dient u binnen het menu
ADVANCED SELECT
(bijzondere functies -
Afb. 11) aanpassingen te maken. Om de correc-
tie te activeren drukt u op in-beeld display
L om het 
MASTER MENU
(hoofdmenu) in
beeld te krijgen. Druk op 
D tot de in-beeld
cursor
naast de regel 
ADVANCED
staat.
Druk op instellen
F om het menu
ADVANCED SELECT
(bijzondere functies)
op te roepen.
Overtuig uzelf ervan dat binnen het menu
ADVANCED SELECT
(bijzondere functies)
de cursor 
(in beeld) naast de regel 
SEMI
OSD
(gedeeltelijk in-beeld standaard instelling)
staat. Druk indien nodig op de toetsen 
/
¤
D. Druk vervolgens op de toets 
&zodat
het woord 
OFF
(uit) in beeld gemarkeerd wordt.
Merk op dat deze instelling slechts tijdelijk is en
alleen actief is tot de instelling gewijzigd wordt of
de AVR uitgeschakeld wordt. Zodra het systeem
uitgeschakeld is, zal de gedeeltelijke in-beeld dis-
play de voorkeur houden, zelfs indien dit in de
voorgaande luistersessie uitgeschakeld werd.
Om de tijdsduur dat het gedeeltelijke in-beeld
display in beeld verschijnt te wijzigen, gaat u
naar het menu 
ADVANCED SELECT
(bijzondere functies), als hierboven beschreven.
Druk op de toetsen 
/
¤
D tot de cursor 
(in beeld) naast de regel 
SEMI OSD TIME
OUT
(gedeeltelijk in-beeld standaard instelling)
staat. Druk zonodig op de toetsen 
/
¤
. Druk
vervolgens op de toetsen 
/
E& tot de
gewenste tijd in seconden wordt aangegeven.
Merk op dat dit, in tegenstelling tot de meeste
andere opties in dit menu, een permanente wijzi-
ging van de instelling is en dat de invoer van de
vervaltijd van kracht blijft tot deze gewijzigd
wordt. Deze instelling blijft bestaan, ook als het
systeem uitgeschakeld wordt.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu
maken, druk dan op 
/
¤
D tot de in beeld
cursor 
naast de gewenste instelling staat, of
op de regel 
BACK T O MASTER MENU
(terug naar hoofdmenu) en druk dan op instel-
len
F. Zijn er geen andere instellingen meer
te maken, druk dan op in-beeld display
L
om het menusysteem te verlaten.
Aanpassen van de volledige 
in-beeld duur (‘time-out’)
Het systeemmenu 
FULL OSD
(volledig in-
beeld) wordt gebruikt om het wijzigen van
instellingen van de AVR via een aantal in-beeld
menu’s te vereenvoudigen. De door de fabrikant
ingestelde standaard instelling laat de menu’s,
wanneer gedurende 20 seconden geen activiteit
plaatsvindt verdwijnen. Deze vervaltijd is een
beveiliging om inbranden van de tekst op het
beeldscherm te voorkomen. Desgewenst kan de
duur van het menu in beeld aan de wensen wor-
den aangepast.
Om de vervaltijd van het 
FULL OSD
(volledig
in-beeld) te wijzigen, gaat u naar het menu
ADVANCED SELECT
(bijzondere functies -
Afb. 11). Om het instellen te starten drukt u 
op in-beeld display
L om het 
MASTER
MENU
op te roepen. Druk tweemaal op 
D
tot de cursor 
in beeld op de regel 
ADVAN-
CED SELECT
staat. Druk op instellen
F
om in het menu 
ADVANCED SELECT
(bij-
zondere functies - Afb. 11) te komen.
In het menu 
ADVANCED SELECT
(bijzon-
dere functies) controleert u dat de cursor u (in
beeld) naast de regel 
FULL OSD TIME
OUT
(volledig in-beeld) staat. Dit kan zonodig
met de toetsen 
/
¤
D. Druk vervolgens op de
toetsen 
/
E& tot de gewenste tijd in
seconden wordt aangegeven. Merk op dat dit, in
tegenstelling tot de meeste andere opties in dit
menu, een permanente wijziging van de instel-
ling betreft en dat de invoer van de vervaltijd van
kracht blijft is tot deze gewijzigd wordt. Deze
instelling blijft dus ook gelden als het systeem
uitgeschakeld wordt.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu
maken, druk dan op 
/
¤
D tot de in beeld
cursor 
naast de gewenste instelling staat, of
op de regel BACK TO MASTER MENU
(terug naar hoofdmenu) en druk dan op instel-
len
F. Zijn er geen andere instellingen meer
te maken, druk dan op in-beeld display
L
om het menusysteem te verlaten.
Meerkamer Gebruik
De AVR is uitgerust om als regeleenheid in een
compleet meerkamersysteem te fungeren, waar-
bij een afzonderlijke bron naar een tweede zone
in het huis kan worden gestuurd en naar een
andere in de centrale kamer kan worden geluis-
terd. Behalve de besturing van de bronkeuze en
het volume, biedt de AVR een ruime reeks opties
voor het sturen van de luidsprekers in de tweede
zone.
• Via de lijnniveau Meerkamer Uitgangen
kan de gekozen bron naar extra externe eindver-
sterkers worden gestuurd, die aan het beoogde
doel zijn aangepast.
• Wanneer de centrale kamer is geconfigureerd
voor 5.1 gebruik, kunnen de Surround Achter
Links/Rechts versterkers worden gebruikt voor
het sturen van de andere zone, zodat geen extra
eindversterkers nodig zijn.
Bovendien bezit de AVR een ingang voor IR sen-
sor, waardoor de bevelen van de bijgeleverde
afstandsbediening voor Zone II naar de receiver
worden gestuurd, terwijl de standaard IR in/uit-
gangen ervoor zorgen dat de bevelen worden
doorgestuurd naar geschikte IR bestuurde appa-
raten.
Installatie
Hoewel eenvoudige meerkamersystemen door
de gemiddelde doe-het-zelver te installeren zijn,
is een meerkamer/meerzone systeem doorgaans,
waarbij kabels moeten worden getrokken door
wanden en de diensten van een goede installa-
teur nodig kunnen zijn. Ongeacht wie het werk
doet, vergeet niet rekening te houden met de
plaatselijke voorschriften op dit gebied, zoals de
soort bedrading en de wijze van verwerken.
Uiteindelijk bent u alleen zelf verantwoordelijk
voor de juiste installatie van het meerkamersys-
teem, overeenkomstig alle relevante codes en
regels.
Voor installaties waarvan de Surround Achter
versterkerkanalen gebruikt worden voor een
andere zone is het belangrijk dat het systeem
voor dat type installatie is geconfigureerd.
Zie pagina 35.
Aanvullende informatie vindt u op de site van
Harman Kardon  www.harmankardon.com
Page of 48
Display

Click on the first or last page to see other AVR 507 (serv.man11) service manuals if exist.