DOWNLOAD Harman Kardon AVR 507 (serv.man11) Service Manual ↓ Size: 917.39 KB | Pages: 48 in PDF or view online for FREE

Model
AVR 507 (serv.man11)
Pages
48
Size
917.39 KB
Type
PDF
Document
User Manual / Operation Manual
Brand
Device
Audio
File
avr-507-sm11.pdf
Date

Harman Kardon AVR 507 (serv.man11) User Manual / Operation Manual ▷ View online

BEDIENING  29
Bediening
Basisbediening
Nadat u de installatie en de configuratie van de
AVR heeft voltooid, kan het apparaat in gebruik
worden genomen en kunt u ervan gaan genieten.
Voor optimaal plezier van uw nieuwe receiver
gaat u als volgt te werk:
Inschakelen van de AVR
• Wanneer u de AVR voor het eerst in gebruik
neemt drukt u op de netschakelaar 1 op het
frontpaneel om het apparaat in te schakelen. Het
apparaat komt dan in de standby positie, als aan-
gegeven door de blauwe kleur van de lichtnet-
indicatie 
3. Vanuit de standby positie kan het
apparaat worden ingeschakeld door op standby
2 of op ingangskeuze % op het frontpaneel
te drukken, of op AVR keuze
5∫. Merk op
dat de lichtnetindicatie 3 groen wordt. Het
apparaat schakelt nu in op de laatst gebruikte
bron. Het apparaat kan ook ingeschakeld worden
door op één van de ingangskeuze
456
7∫ç∂ of ingangskeuze % op de
voorzijde.
Opmerking: na op ingangskeuze
4∂ (uit-
gezonderd VID4) gedrukt te hebben, drukt u op
AVR keuze
5∫ om de afstandsbediening
de AVR functie te laten besturen.
Om het apparaat uit te schakelen aan het einde
van een luistersessie drukt u eenvoudig op
standby 2 op het frontpaneel of op uitscha-
kelen
3å op de afstandsbediening. De voe-
ding naar een apparaat dat op de geschakelde
lichtnetuitgang
 op de achterzijde is aange-
sloten, zal spanningsloos worden en de lichtnet-
indicatie 
3 wordt oranje. Als de afstandsbe-
diening gebruikt wordt om het apparaat uit te
schakelen, gaat het systeem eigenlijk in standby,
als wordt aangegeven door de oranje kleur van
de lichtnetindicatie 3.
Bent u gedurende langere tijd afwezig, dan is het
verstandig om het apparaat helemaal uit te
zetten met de netschakelaar 1.
Opmerking: alle voorkeurposities in het geheu-
gen kunnen verloren gaan wanneer het apparaat
langer dan twee weken spanningloos blijft of de
netschakelaar 1 uit staat.
Gebruik sluimerfunctie
• Om de AVR te programmeren voor auto-
matische uitschakeling, drukt u op sluimer-
functie
9 op de afstandsbediening. Telkens
wanneer op deze toets wordt gedrukt wordt de
tijd tot het uitschakelen verkorten in de 
volgende reeks:
de sluimerfunctie wordt aangegeven onder dis-
play 
˜ en telt terug tot de tijd verstreken is.
Wanneer de ingestelde sluimertijd is verstreken
wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld
(standby). Denk er aan dat de helderheid van de
display wordt gehalveerd zodra een sluimertijd is
geprogrammeerd. Om de sluimerfunctie te laten
vervallen drukt u op sluimerfunctie
9 en u
houdt deze vast tot de display naar de normale
helderheid terugkeert en de indicatie 
SLEEP
OFF
in de display ˜ verschijnt.
Ingangskeuze
• Om een bron te kiezen drukt u op een van de
ingangskeuze
46ç∂ op de afstands-
bediening.
Opmerking: na op ingangskeuze
4∂
gedrukt te hebben, drukt u op AVR keuze
5∫ om de afstandsbediening de AVR functie
te laten besturen.
• De bron kan ook gewijzigd worden door op
ingangskeuze % op het frontpaneel te
drukken. Telkens wanneer u de toets indrukt zal
de volgende bron in de reeks beschikbare
bronnen gekozen worden.
• Wanneer een andere ingang wordt gekozen
schakelt de AVR automatisch naar de digitale
ingang (indien gekozen), de surroundfunctie en
de luidsprekerconfiguratie die tijdens het
configureren voor die bron is geprogrammeerd.
• De Video 4 ingangen Ô, Optisch Digitale
Ingang 3 
*, of de Coax Digitale Ingang 3
Ó op de voorzijde kunnen gebruikt worden om
tijdelijk een videospelletje of een camcorder op
het entertainment systeem aan te sluiten.
• Wanneer er een andere bron wordt gekozen, zal
de naam van deze bron tijdelijk onderin beeld ver-
schijnen. De naam verschijnt ook in de display
˜, en een blauwe LED licht op naast de naam
van de bron bij de ingangsindicatie ˆ.
• Wanneer een pure audiobron (tuner, CD, tape,
6/8 kanaals directe ingang) wordt gekozen, blijft
de laatst gebruikte video ingang verbonden met
de video 1 en video 2 uitgangen
(uitgezonderd de eigen Video 1/2 bron) en video
monitor uitgang
. Zo kan tegelijkertijd naar
verschillende bronnen worden gekeken en
geluisterd.
• Wanneer een videobron wordt geselecteerd, zal
het audiosignaal naar de luidsprekers gestuurd
worden en het videosignaal naar de juiste
Monitor uitgang
 en kan deze, op een TV
monitor die is aangesloten op de AVR, bekeken
worden. Indien een component video bron is
aangesloten op de DVD
 of Video 2  com-
ponentingangen, dan wordt het signaal doorge-
geven naar de Component video-uitgang
.
Zorg ervoor dat uw TV is ingesteld op de juiste
ingang om het geschikte videosignaal te zien
(composiet, S-video of component video, zie
Opmerkingen over S-Video op pag. 14).
6-Kanaals/8-kanaals Directe
Ingang
Er zijn 2 ingangskeuzes beschikbaar voor gebruik
met bronnen als een DVD-Audio of SACD speler,
aangesloten op de 8-kanaals Directe Ingang
. Kies een geschikte ingang overeenkomstig de
opzet in instelling van uw bronnen:
De 
6 C H DIRECT
ingang wordt gebruikt
wanneer de SBR en SBL ingangen NIET gebruikt
worden en de bron een eigen intern bass
management bezit. Van deze ingang gaat het sig-
naal direct naar de volumeregelaar zonder enige
analoge of digitale omzetting en de niet-gebruik-
te ingangen worden uitgeschakeld zodat er geen
ongewenste stoorsignalen in het systeem kunnen
doordringen.
De 
8 C H DIRECT INPUT
wordt gebruikt
wanneer op alle 8-Kanaals Directe Ingangen
 en de bron een eigen intern bass manage-
ment bezit. Van deze ingang gaat het signaal
direct naar de volumeregelaar zonder enige ana-
loge of digitale omzetting en de niet-gebruikte
ingangen worden uitgeschakeld zodat er geen
ongewenste stoorsignalen in het systeem kunnen
doordringen.
Denk er aan dat wanneer de 6-Kanaals of 
8-Kanaals Directe ingang wordt gebruikt, geen
surround functie kan worden gekozen daar de
externe processor dan de functie bepaalt.
Bovendien verschijnt er geen signaal op de opna-
me uitgangen en geen laagprocessing wanneer
de 6-Kanaals of 8-Kanaals Directe ingang wordt
gebruikt en de klankregeling en balans werken
niet.
90
min
80
min
70
min
60
min
50
min
40
min
30
min
20
min
10
min
OFF
30 BEDIENING
Bediening 
Instellingen en Gebruik 
Hoofdtelefoon
• Stel het volume naar wens in met volume ı
op het frontpaneel of volume hoger/lager
)î op de afstandsbediening.
• Om alle luidsprekers tijdelijk uit te schakelen
druk u op de toets muting
,˚. Dit zal het
signaal naar alle luidsprekers en de hoofd-
telefoon onderbreken, maar heeft geen invloed
op een lopende opname of kopiëren. Is het geluid
van het systeem uitgeschakeld, dan knippert
MUTE
in de Display ˜. Druk nogmaals op
Mute
,˚ om naar normaal gebruik terug te
keren.
• Tijdens het luisteren kunt u de klankregeling
laag 
 en de klankregeling hoog Ú
gebruiken het geluid naar eigen smaak in te stel-
len of de kamerakoestiek te compenseren. Denk
er aan dat deze regelingen en de balans niet
werken wanneer de 6/8 kanaals directe ingang
gebruikt wordt.
• Om een ‘rechte’ frequentiekarakteristiek te
krijgen en de klankregeling en de balans van de
AVR uit te schakelen drukt u op klankregeling
in/uit 
8 zodat de indicatie 
TONE OUT
tijdelijk
in de display ˜ verschijnt. Om de regeling
weer in te schakelen drukt u nogmaals op klank-
regeling in/uit 
8 zodat 
TONE IN
tijdelijk in
de display ˜ verschijnt.
• Om alleen te luisteren sluit u een hoofdtelefoon
met 6,3 mm stereo jackplug aan op de hoofd-
telefoonuitgang 
4 op het frontpaneel. Merk
op dat wanneer de plug van de hoofdtelefoon
wordt aangesloten, het woord 
HEADPHONE
kort door de display ˜ loopt en dat alle luid-
sprekers uitgeschakeld worden. Wanneer de plug
wordt uitgetrokken zullen de luidsprekers weer
ingeschakeld worden.
Keuze Surround Functies
Eén van de belangrijkste eigenschappen van de
AVR 507 is de mogelijkheid een volledig meerka-
naals surround klankbeeld weer te geven van
digitale bronnen, analoge matrix gecodeerde
programma’s en standaard stereo en zelfs mono
programma’s. Alles bij elkaar zijn 23 luister-
functies beschikbaar op de AVR.
De keus van een surround functie is een persoon-
lijke zaak, net als het type programmamateriaal
dat wordt gekozen. Zo dienen CD’s, films en TV-
programma’s die het logo van een van de belang-
rijke surround processen dragen, Dolby Surround
bijvoorbeeld, afgespeeld te worden in de Dolby
Pro Logic II Movie (bij films) of Music (met
muziek) surround functie, met een DTS Neo:6
functie of met de exclusieve Harman Kardon
Logic 7 Movie functie, om een volledige 5.1
kanaals weergave, of zelfs (met Logic 7 en DTS
NEO:6) 7.1 kanaals surround weergave van sur-
round gecodeerde programma’s, met een stereo
links en rechts achter signaal, precies zoals het
was opgenomen. Zo zal geluid dat links achter
was opgenomen ook alleen daar gehoord wor-
den. Nadere details op pagina 27.
Wanneer geen achter luidsprekers worden
gebruikt dient de Dolby 3 functie bij alle surround
opnamen gebruikt te worden.
Denk er aan dat Dolby Digital 2.0 signalen (bijv.
‘D.D. 2.0’ nummers op DVD) die gecodeerd zijn
met Dolby Pro Logic informatie en binnenkomen
via een digitale ingang automatisch in Dolby Pro
Logic II Movie worden afgespeeld (als aanvulling
op de Dolby Digital functie) en in 5.1 kanaals sur-
round worden weergegeven (zie ook Dolby
Digital op pagina 31).
Voor een breed en omringend geluid en duidelij-
ke bewegingen met analoge stereo opnamen
kiest u Dolby Pro Logic II Music of Emulation
functie of het exclusieve Harman Kardon Logic 7
Music voor een dramatische verbetering ver-
geleken met Dolby Pro Logic (I) van voorheen.
Opmerking: wanneer een programma is
gecodeerd met matrix surround informatie blijft
deze informatie behouden zolang het programma
in stereo wordt uitgezonden. Kortom, films met
surround geluid kunnen op elke analoge wijze
worden gedecodeerd: Pro Logic II Cinema, Logic
7 Cinema of DTS Neo:6 Cinema wanneer ze via
conventionele TV-zenders, kabel of betaal-TV of
satelliet worden uitzonden. Bovendien worden er
steeds meer TV-programma’s, sportuitzendingen,
hoorspelen en muziek-CD’s opgenomen met
surround geluid. U kunt een overzicht van deze
programma’s bekijken op het web van Dolby
Laboratories: www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet genoteerd
staat als met internationale surround informatie
kan het zijn dat de Dolby Pro Logic II Music, DTS
NEO:6 Music of Logic 7 Music of Enhanced func-
tie uitstekende surround weergave biedt, door
gebruik te maken van de natuurlijke surround in-
formatie die in alle stereo-opnamen aanwezig is.
Probeer daarom bij stereoprogramma’s zonder
surround informatie de Theater, Hall en 5/7
kanaals stereo functies (vooral effectief met oude-
re 'extreme' stereo opnamen) en met monopro-
gramma’s raden we aan de Theater of Hall func-
ties te proberen. En bij gebruik van uitsluitend
twee front luidsprekers bevelen wij het door
Harman gepatenteerde VMAx aan, waarmee een
nagenoeg driedimensionaal ruimtebeeld wordt
bereikt met slechts twee luidsprekers.
Surround functies kunnen zowel op de voorzijde
als op de afstandsbediening worden gekozen.
Om via het frontpaneel een nieuwe surround
functie te kiezen, drukt u eerst op Surround
Functiegroep 
5 tot de gewenste hoofdgroep
zoals Dolby, DTS of Logic 7 is gekozen. Druk dan
op Surround functie 9 om de specifieke
individuele surround functie te kiezen.
Om via de afstandsbediening een surround func-
tie te kiezen kiest u eerst de functiegroep waarin
zich de gewenste functie bevindt: Dolby
M,
DTS Surround
N, DTS Neo:6 Logic 7
O, Stereo  of DSP Surround A.
De eerste keer dat de toets wordt ingedrukt, ver-
schijnt de functie van die groep die actief is, dan
wel de eerste beschikbare functie wanneer een
andere actief is. Om door de verschillende func-
ties in de groep te schakelen drukt u nogmaals
tot de gewenste functie in de display ˜ en in-
beeld verschijnt.
Om een DSP functie te kiezen (Hall 1, Hall 2,
Theater, VMAx Near of VMAx Far) drukt u her-
haaldelijk op Surround Functie
A om de
beschikbare functies te doorlopen.
Wanneer de geluidsfunctie verandert zal een
blauwe LED oplichten naast de gekozen functie
bij de Surround Functie ( in de display.
Bovendien zal de AVR bij aanwezigheid van een
digitale bron automatisch naar de juiste functie
(Dolby Digital of DTS) overschakelen, e.e.a. onaf-
hankelijk van de tevoren gekozen functie. Meer
informatie over het kiezen van digitale bronnen
in het volgende hoofdstuk van deze handleiding.
Wanneer de 6-kanaals/8-kanaals directe ingan-
gen in gebruik zijn, is er geen surround proces-
sing, daar deze ingangen de analoge signalen
gebruiken van een extra, externe DVD-Audio of
SACD-speler, dan wel een ander apparaat, die
regelrecht naar de volumeregelaar gaan.
BEDIENING  31
Bediening 
Om naar een programma te luisteren in traditio-
neel tweekanaals stereo met alleen de front luid-
sprekers links en rechts (en de subwoofer indien
geïnstalleerd en geconfigureerd), tot 
SURR
OFF
in de display ˜ verschijnt.
Digitale Audio Weergave
Digitale audio is een belangrijke stap voorwaarts
ten opzichte van het oude analoge surround sys-
teem zoals Dolby Pro Logic. Het biedt vijf of zes
discrete kanalen: links front, centrum, rechts
front, links surround en rechts surround en bij
DTS (zie verderop) zelfs surround achter (met
identieke signalen voor links en rechts).
Elk kanaal reproduceert het volledige frequentie-
bereik (20 Hz tot 20 kHz) en bezit een aanzienlijk
groter dynamisch bereik en ruimere signaal/ruis-
afstand. Bovendien hebben digitale systemen de
mogelijkheid een extra kanaal te leveren dat spe-
ciaal bedoeld is voor lage frequenties. Dit is het
‘.1’ kanaal waarnaar wordt verwezen wanneer u
deze systemen beschreven ziet als “5.1,” “6.1” or
“7.1” bijvoorbeeld. Het baskanaal is gescheiden
van de andere kanalen, maar aangezien de band-
breedte opzettelijk beperkt is, hebben technici er
die specifieke benaming aan gegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital (aanvankelijk bekend als AC-3
®
) is
een standaard onderdeel van DVD, en beschik-
baar op speciaal gecodeerde laserdiscs en satel-
lietuitzendingen. Het maakt deel uit van het nieu-
we high-definition televisie (HDTV) systeem.
Merk op dat er een extra, externe RF demodula-
tor nodig is om de AVR te gebruiken met de
Dolby Digital soundtracks op laserdiscs. Sluit de
RF uitgang van de LD-speler aan op de demodu-
lator en sluit vervolgens de digitale uitgang van
de demodulator aan op de optische of coax
ingangen
 !*Ó van de AVR.
Voor DVD-spelers en DTS-gecodeerde laserdiscs
is geen demodulator nodig.
DTS
DTS is een ander digitaal audio systeem dat 5.1,
6.1 or 7.1 audio kan leveren. Hoewel zowel DTS
als Dolby Digital digitaal zijn, maken ze gebruik
van andere methoden om de signalen te coderen
en hebben daarom andere decoders nodig om de
digitale signalen weer naar analoog om te zetten.
DTS-gecodeerde soundtracks zijn op bepaalde
DVD’s en LD’s beschikbaar, en op speciale alleen
voor audio bestemde DTS CD’s. U kunt elke LD,
DVD of CD-speler voorzien van een digitale uit-
gang gebruiken om DTS-gecodeerde speciale
audio-CD’s met de AVR af te spelen, maar DTS-
LD’s en DTS-DVD’s kunnen alleen op resp. LD-
spelers en op DVD-spelers worden afgespeeld. U
hoeft zulke spelers slechts aan te sluiten op de
optische of coax ingangen 
 ! *Ó van
de AVR.
Om DVD’s die DTS zijn gecodeerd te beluisteren
dient de DVD-speler compatibel zijn met het DTS-
signaal, wat wordt aangegeven met het DTS-logo
op het voorpaneel van de speler. Merk op dat
sommige vroegere DVD-spelers misschien niet in
staat zijn om DTS-gecodeerde DVD’s af te spelen.
Dit wijst niet op een probleem met de AVR, want
sommige spelers kunnen het DTS-signaal niet door-
geven via de digitale uitgangen. Indien u eraan twij-
felt of uw DVD-speler DTS DVD’s kan afspelen,
raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing van de speler.
Denk er aan dat sommige DVD-spelers geleverd
worden, ingesteld op uitsluitend Dolby Digital
voor de digitale uitgang. Om ervoor te zorgen dat
ook DTS signalen naar de AVR gaan, dient u het
menusysteem van de DVD-speler te controleren.
PCM Audio afspelen
PCM (Puls Code Modulation) is een niet-gecom-
primeerd digitaal audiosysteem dat gebruikt
wordt voor compact discs, niet-Dolby Digital/DTS
Laserdiscs en sommige speciaal PCM gecodeerde
DVD’s. De digitale schakelingen in de AVR kun-
nen digitaal-naar-analoog omzetten in hoge kwa-
liteit en kunnen rechtstreeks worden verbonden
met de digitale audio-uitgang van uw CD- of LD-
speler. (LD alleen voor PCM- of DTS-programma’s,
voor Dolby Digital discs is een RF-adapter nodig,
zie pagina ‘Dolby Digital’).
Verbinden met de optische of coax ingangen
 ! op de achterzijde, of op de digitale
ingangen 
*Ó op de voorzijde.
Om naar een PCM digitale bron te luisteren moet
eerst de ingang voor de gewenste bron worden
geselecteerd (b.v. CD) om het videosignaal
(indien aanwezig) naar de TV monitor te leiden
en een analoog audiosignaal te leveren voor
opname. Druk vervolgens op de digitale
ingangskeuze 
Û
G en gebruik vervolgens de
/
¤
D op de afstandsbediening of instellen
7 op het frontpaneel, tot de gewenste keuze
OPTICAL
of 
COAX
in de display ˜
verschijnt. Druk op instellen @
F om de
gewenste keuze in te voeren.
Tijdens het afspelen van PCM kunt u elke sur-
round functie kiezen, uitgezonderd Dolby Digital
of DTS.
Digitale bron kiezen
Om een digitale functie te gebruiken dient een
digitale bron correct op de AVR te zijn aangeslo-
ten. Sluit de digitale uitgangen van de DVD-spe-
lers, HDTV-ontvangers, satellietsystemen en CD-
spelers aan op de optische of coax ingangen
 !*Ó op de achterzijde of de voorzijde
aan. Om ook analoog te kunnen opnemen, die-
nen de analoge uitgangen van de digitale bron te
worden verbonden met de juiste ingangen op de
achterzijde van de AVR (voorbeeld: sluit de analo-
ge stereo uitgang van een DVD-speler aan op de
DVD-ingang 
 op de achterzijde als u de digi-
tale uitgangen van de bron aansluit).
Om een digitale bron als DVD te kiezen, kiest u
eerst met de afstandsbediening of op het front de
ingang met ingangskeuze
4% als eerder
uitgelegd om het videosignaal (indien aanwezig)
naar de TV monitor te sturen en het analoge
audiosignaal voor opname beschikbaar te heb-
ben. Wanneer het digitale signaal dat is toegewe-
zen aan de gekozen ingang (b.v. ‘DVD’) niet auto-
matisch wordt gekozen (door eerder gemaakte
instellingen tijdens het configureren, zie pagina
18) kiest u de digitale bron door op digitale
ingangskeuze
G Û te drukken en
/
¤
D
op de afstandsbediening  of de insteltoetsen 7
op de voorzijde om de
OPTICAL
of
COAXIAL
ingangen te kiezen, zoals deze in de
display ˜ of de in-beeld display verschijnen.
Speelt een digitale bron, Speelt een digitale bron,
dan zal de AVR automatisch signaleren of een
meerkanaals Dolby Digital dan wel een DTS of
conventioneel PCM signaal wordt toegevoerd,
wat de standaard is bij CD-spelers.
Denk er aan dat een digitale ingang (b.v. coax)
verbonden blijft met de analoge ingang (b.v.
DVD) zodra het is gesignaleerd, zodat het digitale
signaal niet opnieuw gekozen hoeft te worden
telkens wanneer een bepaalde ingang, bijvoor-
beeld DVD, wordt gekozen.
32 BEDIENING
Bediening 
Digital Bitstream Indicatie
Wanneer een digitale bron speelt, signaleert de
AVR het type bitstream data dat aanwezig is.
Gebruik makend van deze informatie wordt de juis-
te surroundfunctie automatisch gekozen. Voor-
beeld: DTS bitstreams laten het apparaat naar de
DTS decoder omschakelen, en Dolby Digital bit-
streams zorgt voor omschakeling op de Dolby
Digital decoder. Signaleert het apparaat PCM data
van CD’s en LD’s en sommige muziek DVD’s of
bepaalde nummers op normale DVD’s, dan kan de
juiste surroundfunctie met de hand worden geko-
zen. Daar de beschikbare surroundfuncties worden
bepaald van het type digitale data, maakt de 
AVR gebruik van een aantal indicaties waaraan u
kunt zien om wat voor signaal het gaat. Dit verhel-
dert de keuze van functies en ingangen afhankelijk
van het materiaal op de disc.
Bij het afspelen van een digitale bron geeft de
AVR aan om welk type bitstream het gaat. Deze
aanwijzingen verschijnen kort nadat een ingang
of surround functie is veranderd en blijft ca. vijf
seconden in de display ˜ staan waarna de
gebruikelijke surround functie weer verschijnt.
Surround Functies
Voor Dolby Digital en DTS bronnen verschijnt een
driecijferige indicatie met het aantal kanalen in
het signaal. Voorbeeld van de indicatie is 3/2/.1.
Het eerste cijfer geeft aan hoeveel discrete front
kanalen aanwezig zijn.
• Een 3 geeft aan dat er gescheiden front links,
centrum en rechts signalen beschikbaar zijn. Dit
wordt aangegeven bij Dolby Digital 5.1 en DTS
5.1 programma’s.
• Een 2 geeft aan dat er gescheiden front links en
rechts signalen aanwezig zijn, maar geen dis-
creet centrum kanaal. Dit wordt aangegeven
voor Dolby Digital bitstream met stereo pro-
grammamateriaal.
• Een 1 geeft aan dat er alleen een monosignaal
in het Dolby Digital bitstream aanwezig is.
Het middelste cijfer geeft aan hoeveel discrete
surround signalen aanwezig zijn.
• Een 2 geeft aan dat gescheiden surround links
en rechts beschikbaar zijn. Wordt aangegeven
voor Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s.
• Een 1 geeft aan dat slechts één enkel surround
kanaal gecodeerd is. Dit verschijnt bij Dolby
Digital bitstream met matrix codering.
• Een 0 geeft aan dat er geen surround infor-
matie aanwezig is. Dit verschijnt bij
tweekanaals stereoprogramma’s.
Het laatste cijfer geeft aan of er een discreet Low
Frequency Effect (LFE) kanaal aanwezig is. Dit is
de “.1” in de algemeen gebruikte afkorting “5.1”
en is een speciaal kanaal dat alleen maar laag
bevat.
• Een 1 geeft aan dat een LFE kanaal aanwezig
is. Verschijnt bij Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1
programma’s indien aanwezig.
• Een 0 geeft aan dat er geen LFE kanaal
beschikbaar is. Ook al is er echter geen LFE
kanaal, toch zal er laagfrequent materiaal in de
subwoofer aanwezig zijn wanneer de luidsprek-
er configuratie is ingesteld op de aanwezigheid
van een subwoofer.
Wanneer Dolby Digital 3/2/.1 of DTS 3/2/.1 signa-
len worden afgespeeld schakelt de AVR automa-
tisch naar de juiste surround functie en kan geen
andere bewerking worden gekozen. Wanneer een
Dolby Digital signaal met 3/1/0 of 2/0/0 signaal
binnenkomt kunt u elke gewenste Dolby surround
functie kiezen.
Het is altijd verstandig de uitlezing van de kanaal-
gegevens te controleren om er zeker van te zijn
dat die overeenkomt met de audio logo informa-
tie op de achterzijde van de DVD verpakking.
Soms ziet u een indicatie als “2/0/0/” zelfs op
discs met een compleet 5.1 of 3/2/.1 signaal. In
dat geval is het belangrijk de instellingen van uw
DVD-speler of het audiomenu voor de spelende
disc te controleren om er zeker van te zijn dat het
juiste signaal naar de AVR wordt gestuurd.
PCM Weergave indicaties
PCM is de afkorting van Puls Code Modulatie, het
signaaltype dat voor standaard CD-weergave
wordt gebruikt en andere niet-Dolby Digital en
niet-DTS digitale bronnen zoals MiniDisc. Komt
een PCM-signaal binnen, dan geeft de display
˜ kort de letters PCM aan, naast de sampling-
frequentie van het digitale signaal.
In de meeste gevallen zal dat 
4 8 KHZ
zijn,
hoewel sommige speciaal geremasterde hoge
resolutie audiodiscs kan 
9 6 KHZ
aangegeven
worden.
De 
PCM 4 8 KHZ
indicatie verschijnt ook wan-
neer de functie van de ingang wordt gewijzigd
voor analoge bronnen. In dat geval geeft het
systeem aan welke sampling frequentie intern
wordt gebruikt op de uitgang van analoog/digi-
taal converter die het binnenkomende signaal van
een videorecorder, cassettedeck, tuner of andere
analoge bron naar digitaal omzet.
Luidspreker/Kanaal Indicaties
Naast de signaaltype indicaties biedt de AVR
een stel unieke kanaal indicaties die u vertellen
hoeveel kanalen in de digitale informatie ont-
vangen worden en of het digitale signaal onder-
broken wordt.
Afbeelding 9
Deze indicaties zijn de L/C/R/LFE/SL/SR/SBL/SBR
letters die in de hokjes bij de Luidspreker/
kanaal indicaties 
$ in de display ˜ staan.
Wanneer een standaard analoog stereo of matrix
surround signaal actief is, lichten alleen “L” en
“R” op, daar analoge signalen alleen links en
rechts bevatten.
Dat geldt zelfs bij surround opnamen, die de sur-
round informatie alleen in het linker en rechter
kanaal dragen. Digital signalen echter kunnen
één, twee, vijf, zes of zeven afzonderlijke kanalen
hebben, afhankelijk van het programmamateriaal,
de uitzendmethode en de manier waarop zij geco-
deerd werden. Wanneer een digitaal signaal wordt
afgespeeld zullen de letters in de indicaties oplich-
ten als gevolg van het signaal dat ontvangen
wordt. Het is belangrijk op te merken dat hoewel
bijvoorbeeld naar Dolby Digital verwezen wordt als
een ‘5.1’ systeem, niet alle Dolby Digital DVD of
audionummers op een DVD of ander Dolby Digital
materiaal gecodeerd zijn voor 5.1. Het is dus nor-
maal dat voor een DVD met Dolby Digital geluid
alleen de ‘L’ en ‘R’ indicaties geactiveerd worden.
Opmerking: veel DVD’s zijn opgenomen met
zowel een ‘5.1’ als een ‘2.0’ versie van hetzelfde
materiaal, waarbij de ‘2.0’ versie vaak gebruikt
wordt voor andere talen. Wanneer u een DVD
afspeelt, controleer dan steeds het type materiaal
op de schijf. De meeste schijven geven deze infor-
matie in de vorm van een overzicht of symbool op
de hoes. Wanneer een schijf meerdere systemen
aanbiedt, zult u misschien instellingen op uw DVD-
speler moeten wijzigen (meestal met de ‘Audio
select’ toets of via een menu op de schijf) om een
volledig 5.1 signaal naar de AVR te sturen of om
het juiste geluid en de juiste taal te kiezen. Het is
ook mogelijk dat het type signaal verandert tijdens
het afspelen van een DVD. In sommige gevallen
zullen de voorproefjes van speciaal materiaal in 2.0
audio opgenomen zijn, terwijl het hoofdprogram-
ma beschikbaar is in 5.1 audio. Zolang uw DVD-
speler is ingesteld op 6-kanaals uitgangssignaal zal
Page of 48
Display

Click on the first or last page to see other AVR 507 (serv.man11) service manuals if exist.