DOWNLOAD JBL ATX 30 (serv.man3) Service Manual ↓ Size: 976.4 KB | Pages: 10 in PDF or view online for FREE

 

 

 

 

 

 

Gebruikt u de LFE aansluiting
dan is het wisselfilter van de
subwoofer NIET actief, omdat
deze functie door uw surround
processor wordt verzorgd.
Bij gebruik van de LFE ingang
zet u de volumeregelaar van de
subwoofer op ‘Max’ en u 
kalibreert de subwoofer 
tezamen met de overige luid-
sprekers conform de aanwijzin-
gen in de handleiding van de
surround receiver/versterker.

Gebruikt u een andere manier
van aansluiten begin dan altijd
met het subwoofer VOLUME op
‘9 uur’ en CROSSOVER in de
stand 12 uur.
Om het volume en de wisselfre-
quentie van de subwoofer
nauwkeurig af te stemmen luis-
tert u naar bekend program-
mamateriaal met krachtig Laag
op het doorgaans gebruikte
afluisterniveau.
Het laag mag niet overheersen,
maar juist in natuurlijke balans
zijn met de rest van het 
spectrum.
Veel gebruikers hebben de nei-
ging het volume van de sub-
woofer en het wisselfilter te
hoog in te stellen, in de veron-
derstelling dat de subwoofer
veel geluid moet geven en
opvallend hoorbaar moet zijn.
Dat is niet juist. Een subwoofer
is ervoor om het laag te onder-
steunen en het bereik van het
systeem te vergroten waardoor
het laag niet alleen wordt
gehoord maar ook gevoeld.
Houd echter altijd de totaalba-
lans in het oog, anders klinkt de
muziek niet natuurlijk.

Een ervaren luisteraar zal het
volume en het wisselfilter van
de subwoofer zo instellen dat
de impact van het laag er altijd
is maar niet overheerst.

De juiste stand van fasescha-
kelaar op de achterzijde van de
subwoofer wordt bepaald door
verscheidene factoren zoals
grootte van de kamer, opstel-
ling van de subwoofer en de
luisterpositie.
Luister naar muziek die u goed
kent met krachtig laag op een
normaal afluisterniveau en 
terwijl u zo nu en dan de
faseschakelaar omzet.

De positie die het meeste laag
oplevert op uw luisterpositie is
de juiste stand.

De ATX Subwoofer bezit een
automatische signaal sensor
schakeling die de subwoofer
direct inschakelt zodra een
audiosignaal aanwezig is.
Wordt gedurende ca. 1,5 
minuten geen signaal ont-
vangen, dan gaat de subwoofer
op standby.

 

 

 

 

 

 

Splits het uiteinde van de kabel
en maak het over ca. 1,5 cm
blank. Luidsprekers en verster-
kers/receivers hebben over-
eenkomstige + en – aansluitin-
gen. De + ader van een kabel is
gemerkt met een kerf of een
kleur. Het is belangrijk dat alle
luidsprekers op dezelfde wijze
worden aangesloten: + op de
versterker aan + op de luid-
spreker en – op de versterker
aan – op de luidspreker.
Verkeerde of ‘uit fase’ aanslui-
ting geeft minder laag en een
vaag stereobeeld.
Gebruik de luidsprekerniveau
ingangen alleen wanneer uw
surround receiver geen lijnni-
veau subwoofer of LFE uitgang
heeft. Is wel een lijnniveau uit-
gang beschikbaar, lees dan op
de volgende pagina verder.

Voor verbinding op luidspreker-
niveau verbindt u de luidspre-
kerkabels van links en rechts
van de versterker/receiver met
de links en rechts IN aansluitin-
gen van de subwoofer.
Vervolgens verbindt u de links
en rechts OUT aansluitingen op
de subwoofer met de linker en
rechter front luidsprekers.

Sluit de overige luidsprekers
direct op de receiver aan. In
het surround processor setup
menu kiest u de front luidspre-
kers als ‘large’ (groot). Alle
andere luidsprekers kiest u als
‘small’ (klein).

 

 

 

 

 

 

Bezit uw versterker/receiver
stereo subwoofer uitgangen
verbind dan de linker en rech-
ter subwoofer uitgangen met
een stereokabel met de LINE
LEVEL IN R en L ingangen van
de subwoofer.

Heeft uw receiver een enkele
subwoofer uitgang of een spe-
ciale LFE uitgang, verbind deze
dan met de LFE ingang op de
subwoofer.

 

 

 

 

 

 

Subwoofer

Crossover

Subwoofer

Level

Het niveau van de subwoofer
wordt ingesteld met de volume-
regelaar op de achterzijde.
Gedetailleerde informatie over

de fijnregeling van het volume
en het wisselfilter vindt u op
pagina 6.

De positie van de regelaar
‘crossover-frequency’ (wissel-
frequentie) bepaalt de hoogste
frequentie die de subwoofer zal
weergeven. Tevens zorgt deze
voor een goede overgang van
de subwoofer naar de satelliet-

luidsprekers. Experimenteer
met deze instelling om de wis-
selfrequentie te vinden die in
uw kamer het beste voldoet.

Bij subwoofers die worden
gebruikt in combinatie met
Surround Sound processoren
en een speciale subwoofer-
uitgang, wordt het beste resul-
taat verkregen met de regelaar
in de stand ‘150 Hz’.

Er komt geen geluid uit de 
luidsprekers:
• Controleer of de receiver/versterker

aan staat en of een bron actief is.

• Controleer of de actieve subwoofer

op het lichtnet aangesloten is en de
netschakelaar op ON (aan) staat.

• Controleer alle bedrading en aanslui-

tingen tussen receiver/versterker en
de luidsprekers. Controleer of de
bedrading niet versleten, defect of
beschadigd is.

• Controleer opnieuw of uw receiver/

versterker goed functioneert.

Er komt geen geluid uit één van de
luidsprekers:
• Controleer de balansregeling op uw

receiver/versterker.

• Controleer alle bedrading en aanslui-

tingen tussen receiver/versterker en
de luidsprekers. Controleer of de
bedrading niet versleten, defect of
beschadigd is.

• In de Dolby Digital of DTS

®

functie:

controleer of de receiver/versterker
zodanig geconfigureerd is dat de des-
betreffende luidspreker is ingescha-
keld.

Er komt geen geluid uit de middelste
luidspreker:
• Controleer alle bedrading en aanslui-

tingen tussen receiver/versterker en
de luidsprekers. Controleer of de
bedrading niet versleten, defect of
beschadigd is.

• Indien uw receiver/processor in de

Dolby Pro Logic functie staat, zorg er
dan voor dat de centrum luidspreker
niet in de fantoom functie staat.

• Indien uw receiver/processor in de

Dolby Digital of DTS

®

functie, zorg er

dan voor dat de receiver/processor
zodanig geconfigureerd is dat de
centrum luidspreker is ingeschakeld.

Het systeem speelt alleen op laag
volume en stopt zodra het volume
wordt opgevoerd:
• Controleer alle bedrading en aanslui-

tingen tussen receiver/versterker en
de luidsprekers. Controleer of de
bedrading niet versleten, defect of
beschadigd is.

• Indien er meer dan één paar hoofd

luidsprekers wordt gebruikt, contro-
leer dan de minimum toegelaten
impedantie van uw receiver/
versterker.

Er is nauwelijks of geen bas:
• Controleer of de aansluitingen op de

linker en rechter luidsprekeringangen
de juiste polariteit hebben (+ en -).

• Controleer of de actieve subwoofer

op het lichtnet aangesloten is en is
ingeschakeld.

• Controleer of de subwoofer van span-

ning wordt voorzien en of in de stand
‘ON’ of  ‘Auto’ positie staat.

• In de Dolby Digital of DTS

®

functie:

kijk of uw receiver/versterker zodanig
is geconfigureerd dat de subwoofer
en de LFE-uitgang actief zijn.

Er komt geen geluid uit de surround
luidsprekers:
• Controleer alle bedrading en aanslui-

tingen tussen receiver/ versterker en
de luidsprekers. Controleer of de
bedrading niet versleten, defect of
beschadigd is.

• Controleer opnieuw of uw

receiver/versterker en de bijbehoren-
de surround sound apparatuur goed
functioneren.

• Controleer of de film of TV-show

waar u naar kijkt wel in surround
sound werd opgenomen. Is dat niet
het geval, controleer dan of uw 
receiver/versterker andere surround
functies heeft die u eventueel kunt
gebruiken.

• In Dolby Digital of DTS

®

functie: 

controleer of uw receiver/versterker
zodanig is geconfigureerd dat de sur-
round luidsprekers zijn ingeschakeld.

• Controleer of uw DVD-speler en de

aansluiting van uw DVD correct zijn
om ervoor te zorgen dat de DVD in de
gewenste Dolby Digital of DTS

®

func-

tie staat. Controleer daarnaast of die
functie correct is gekozen via de
menu’s van de DVD-speler en van de
DVD-disc.