DOWNLOAD Harman Kardon AVR 340 (serv.man8) Service Manual ↓ Size: 1.95 MB | Pages: 56 in PDF or view online for FREE

Model
AVR 340 (serv.man8)
Pages
56
Size
1.95 MB
Type
PDF
Document
User Manual / Operation Manual
Brand
Device
Audio
File
avr-340-sm8.pdf
Date

Harman Kardon AVR 340 (serv.man8) User Manual / Operation Manual ▷ View online

SYSTEEMCONFIGURATIE 21
Systeemconfiguratie
Sommige digitale videobronnen zoals een kabel-
box of een HDTV set-top kunnen wisselen tussen
analoog en digitaal signaal, afhankelijk van de
ontvangen zender. De Auto Polling (automatische
doorschakeling) van de AVR 340 voorkomt dat
het audiosignaal in zo’n situatie wegvalt, door
zowel het analoge als het digitale signaal met de
AVR te verbinden. Digitale audio is de standaard
positie, maar het apparaat schakelt automatisch
over naar de analoge ingang wanneer het digitale
audiosignaal wegvalt.
In die gevallen waar alleen een digitale bron
wordt gebruikt, kan het nodig zijn de automati-
sche doorschakeling los te koppelen om te voor-
komen dat de AVR een analoog signaal probeert
te vinden wanneer het digitale wegvalt. Om de
automatische doorschakeling voor een bepaalde
ingang uit te schakelen kijkt u eerst of de 
➞ cur-
sor op de 
AUTO POLL
regel in het menu staat.
Vervolgens drukt u op 
/
Navigatie
E
zodat 
OFF
in negatief video wordt aangegeven.
Herhaal de procedure om zonodig later de auto-
matische doorschakeling weer te herstellen door
O N
(aan) te kiezen.
Wanneer 
DMP als bron is gekozen, ver-
schijnt een extra regel in het menu waarin u kunt
bepalen of de iPod geladen moet worden terwijl
deze in de 
is geplaatst en de AVR 340
in standby is gezet. Druk om te kiezen op 
/
¤
D tot de _ cursor naast de regel 
RECHARGE
IN ST-BY
. Druk op 
/
E tot 
YES
(ja)
verschijnt wanneer geladen moet worden. De
blauwe verlichting van Bridge blijft dan branden
wanneer de AVR 340 in standby staat om aan te
geven dat wordt geladen. De standaard instelling
is 
N O
(nee) en dan gaat het laden van de in de
geplaatste iPod niet door wanneer de
AVR wordt uitgeschakeld.
Druk wanneer alle gewenste instellingen zijn
gemaakt op
¤
D tot 
cursor naast 
BACK
TO MASTER MENU
(terug naar hoofdmenu)
om verder te gaan met de systeemconfiguratie.
Audio Opzet
In dit menu kunt u de klankregeling configureren
en de upsampling in- of uitschakelen. Wilt u op
dit moment de instellingen niet veranderen, ga
dan verder naar het volgende menu. Mocht u wel
wijzigingen willen aanbrengen, controleer dan of
het 
HOOFD MENU
in beeld staat en dat de 
cursor naar 
AUDIO SETUP
(audio opzet) wijst
en druk op Set
F. Het 
AUDIO SETUP
menu
verschijnt (Afb. 3).
Afbeelding 3
Op de eerste regel wordt bepaald of de hoog/laag
klankregeling in de signaalweg wordt opgeno-
men. Standaard is deze ingeschakeld en wanneer
u deze wilt verwijderen om de schakeling of
‘recht’ te zetten, controleer dan of de 
➞ cursor
naar de regel 
TONE
(klankregeling) in het menu
wijst en druk op 
/
Navigatie
E zodat 
OUT
(uit) in negatief video wordt gemarkeerd.
Wilt u de klankregeling in de signaalweg laten
staan, dan kunt u laag en hoog versterker of ver-
zwakken door op 
/
¤
Navigatie
E zodat de
➞ cursor naast de regel staat die u wilt corrige-
ren. Vervolgens drukt u op 
/
Navigatie
E
tot de gewenste instelling verschijnt.
Surround Opzet
De volgende stap voor die ingang is het instellen
van de surround functie die met die ingang
gebruikt moet worden. Aangezien de surround-
functies een kwestie zijn van persoonlijke smaak,
bent u vrij in uw keuze – die bovendien later
gewijzigd kan worden. Het Surround Functie
Overzicht op pagina 26 kan u helpen de functie
te kiezen die het beste past bij de gekozen
ingang. Zo kunt u Dolby Pro Logic II of Logic 7
voor de meeste ingangen kiezen en Dolby Digital
voor ingangen aangesloten op digitale bronnen.
Voor ingangen zoals CD-speler, tape deck of tuner
kan het best de stereofunctie worden gekozen,
wanneer dat tenminste de luisterfunctie is die
voor de standaard stereobronnen wordt gebruikt.
Voor die bronnen is het onwaarschijnlijk dat er
materiaal met surroundcodering zal worden afge-
speeld. Als alternatief kan de 5 Kanaals Stereo of
Logic 7 Music functie worden gekozen voor ste-
reo programmamateriaal.
De surround instellingen worden het gemakke-
lijkst gemaakt via de Full-OSD (volledig) menu’s
in beeld. Druk vanuit het hoofdmenu 
MASTER
MENU
(Afb. 1) op de 
/
¤
D tot de cursor 
naast het 
SURROUND SELECT
menu staat.
Druk op instellen 
F tot het 
SURROUND
SELECT
menu (Afb. 3) in beeld verschijnt.
Afbeelding 4
Elke regel in dit menu (afb. 4) kiest een surround
functiegroep en binnen elk van deze categorieën
kan uit specifieke opties worden gekozen. De
keuze aan functies wisselt afhankelijk van de luid-
sprekerconfiguratie in uw systeem.
Wanneer de regel 
SURR BACK
regel van het
SPEAKER SETUP
menu (afb. 11) op 
NONE
(geen) staat, is de AVR geconfigureerd voor 5.1
kanaals bedrijf en alleen de functies bestemd
voor een vijf luidspreker opstelling zullen verschij-
nen. Wanneer de regel 
SURR BACK
in het
SPEAKER SETUP
menu (afbeelding 11) op
SMALL
(klein) of 
LARGE
(groot) is ingesteld,
is de AVR geconfigureerd voor 6.1/7.1-kanalen
gebruik en extra functies als Dolby Digital EX en 
7 STEREO of Logic 7 7.1 verschijnt. Bovendien, de
functies DTS ES (Discrete) en DTS+NEO:6 (DTS-ES
Matrix) die in de AVR beschikbaar zijn, verschij-
nen alleen bij een digitale bron met het juiste
digitale signaal.
Daarnaast verschijnen sommige functies van de
AVR 340 niet tenzij een digitale bron is gekozen
en de juiste bitstream wordt afgespeeld.
Bedenk dat u met een enkele surround achter
luidspreker wel de voordelen van een 6.1/7.1 sys-
teem krijgt, zij het met slechts één luidspreker
achter in de kamer. De functie-indicaties geven
dan soms 7.1 aan, maar ten opzichte van 6.1 is
dan geen enkele correctie noodzakelijk. Onthoud
ook dat de AVR de informatie van de linker en
rechter surround achter kanalen in 7.1 functies
zoals Logic 7/7.1 en 7-kanalen stereo zal combi-
neren en zal afgeven als één enkel surround ach-
ter kanaal.
Opmerking: wanneer een Dolby Digital of DTS
bron wordt gekozen en speelt kiest de AVR auto-
matisch de juiste surround functie, ongeacht de
standaard instelling voor die ingang. In dat geval
zijn geen andere surround functies beschikbaar,
uitgezonderd VMAx bij Dolby Digital opnamen en
alle Pro Logic II functies met Dolby Digital 
2-kanaals (2.0) opnamen. Zie pagina 37.
*   S U R R O U N D   S E L E C T   *
D O L B Y   S U R R O U N D
D T S
L O G I C   7
D S P ( S U R R )
V M A x
S T E R E O
B A C K   T O   M A S T E R   M E N U
    *   A U D I O   S E T U P   *    
  T O N E               : I N
  B A S S               : 0
  T R E B L E           : 0
  B A C K   T O   M A S T E R   M E N U
22 SYSTEEMCONFIGURATIE
Om de functie vast te leggen die standaard voor
een ingang wordt gekozen drukt u eerst op
/
¤
D tot de in-beeld cursor naast de hoofd
categorie met de gewenste functie staat. Druk
dan op de insteltoets 
F om het submenu op te
roepen. Druk op 
/
E om door de
beschikbare mogelijkheden te gaan en druk op
¤
D tot de cursor bij 
BACK TO MASTER
MENU
(terug naar hoofdmenu) staat om het
setup proces et vervolgen.
In het 
DOLBY SURROUND
menu (afbeel-
ding 4) kan gekozen worden uit Dolby Digital,
Dolby Pro Logic II en IIx Music, Dolby Pro Logic II
en IIx Cinema, Dolby Pro Logic II en Dolby 3
Stereo. De Dolby Digital EX en Dolby Pro Logic IIx
functies zijn alleen beschikbaar wanneer het sys-
teem ingesteld is op 6.1/7.1 gebruik door de sur-
round achter luidsprekers op Small (klein) of
Large (groot) te configureren als beschreven op
pagina 26. Wanneer een disc speelt met een spe-
ciale code in de digitale audio datastroom, wordt
automatisch de EX functie gekozen, maar deze
kan ook gekozen worden via dit menu of via het
frontpaneel of de afstandsbediening als aangege-
ven op pagina 37. Een volledig overzicht van
deze functies vindt u op pagina 33-34. Denk er
aan dat wanneer Dolby Digital is gekozen er aan-
vullende instellingen beschikbaar komen voor de
Nacht Functie die alleen met surround gekoppeld
zijn, niet met de ingang. Daarom hoeven deze
instellingen slechts eenmalig gemaakt te worden
en niet met elke gebruikte ingang. In het volgen-
de hoofdstuk worden deze behandeld.
Afbeelding 5
Wanneer de 
➞ cursor op de regel 
MODE
(func-
tie) staat, drukt u op 
/
Navigatie
E om
de gewenste Dolby functie te kiezen, wederom
rekening houdend met het feit dat de verschillen-
de functies waaruit kan worden gekozen, wordt
bepaald door het gebruikte programmamateriaal
en het aantal luidsprekers in uw systeem.
Wanneer Dolby Pro Logic II Music of Dolby Pro
Logic IIx Music als luisterfunctie is gekozen, zijn
drie speciale instellingen beschikbaar om het
klankbeeld geheel aan uw smaak en de luister-
omstandigheden aan te passen. Zijn andere
Dolby Surround functies gekozen, dan geven stip-
pellijnen aan dat deze instellingen niet actief zijn.
• Center Width (breedte): deze instelling corri-
geert de balans van de stemmen verdeeld over
de links/rechts luidsprekers en de center luid-
spreker. De lagere instellingen spreiden het
geluid van het center kanaal meer over de
links/rechts luidsprekers. Een hogere instelling
(max. “7”) geeft een smallere presentatie van
het center kanaal.
• Dimension (afmetingen): deze instelling wijzigt
de perceptie van de diepte van het surround
klankbeeld door het ondieper te maken, waar-
door de geluiden dichter bij het front van de
kamer lijken, of juist een diepere presentatie
waarbij het centrum zich meer naar de achter-
zijde van de kamer lijkt te verplaatsen. De
instelling “0” is de neutrale standaardinstelling
met het “R-3” bereik voor een dieper naar ach-
ter georiënteerd beeld en “F-3” voor een
ondieper, naar voor georiënteerd beeld.
• Panorama: schakel deze instelling in of uit om
een meer omringende weergave te krijgen die
vooral de perceptie van geluid van de zijwan-
den van de kamer versterkt.
Om deze parameters te wijzigen, drukt u op
/
¤
Navigatie
D terwijl het DOLBY SUR-
ROUND menu in beeld staat tot de 
➞ cursor op
de regel staat met de parameter die u wilt wijzi-
gen. Druk dan op 
/
Navigatie
E om de
instelling naar wens te wijzigen.
Denk er aan dat wanneer Dolby Digital is geko-
zen er aanvullende instellingen beschikbaar
komen voor de Nacht Functie die alleen met sur-
round gekoppeld zijn, niet met de
ingang.Vandaar dat deze instellingen slechts één
keer gemaakt worden en niet voor elke ingang
afzonderlijk.
Instellen nachtfunctie
De nachtfunctie is een functie van Dolby Digital
die een speciale bewerking gebruikt om het
dynamisch bereik en de verstaanbaarheid van het
filmgeluid te behouden, terwijl het piekniveau
begrensd wordt. Zo wordt voorkomen dat plotse-
ling pieken anderen storen, zonder dat de impact
van de digitale bron al te zeer wordt aangetast.
Merk op dat de nachtfunctie alleen beschikbaar
is bij weergave van Dolby Digital signalen.
Om de Nacht Functie vanuit het menu in te stel-
len drukt u op OSD
L zodat het 
MASTER
(hoofd) menu verschijnt. Druk vervolgens op 
¤
D om het 
AUDIO SETUP
menu te
openen en druk op Set 
F om het 
SUR-
ROUND SETUP
menu te kiezen. Druk op Set
F om het 
DOLBY
menu te kiezen (zie afb. 6).
Afbeelding 6
Om de Nacht Functie in te stellen kijkt u of de
cursor 
➞ op 
NIGHT
in het 
DOLBY
menu
staat. Druk dan op 
/
E om te kiezen uit
de volgende mogelijkheden:
OFF
(uit): wanneer OFF (uit) is gemarkeerd,
werkt de nachtfunctie niet.
MID
(medium): wanneer MID (medium) gemar-
keerd is wordt een geringe compressie toegepast
worden.
MAX
: wanneer MAX gemarkeerd is wordt een
sterke compressie toegepast.
Wanneer u de Night functie wilt gebruiken, raden
we u aan aanvankelijk de MID instelling (medi-
um) te kiezen en eventueel later, indien nodig,
naar MAX (maximum) te gaan.
Denk er aan dat de Night functie op elk moment
direct gecorrigeerd kan worden wanneer de
Dolby Digital surround functie is geactiveerd door
op Night
B te drukken. Wanneer u op de toets
drukt verschijnt 
D-RANGE
in het onderste
derde deel van het beeld en in de display Ò.
Druk binnen drie seconden op de 
/
¤
D om
de gewenste instelling te kiezen en vervolgens op
instellen
F om de instelling te bevestigen.
De laatste optie in dit menu is het instellen van
de upsampling functie. Bij normaal gebruik staat
deze functie uit, wat wil zeggen dat digitale
bronnen op hun oorspronkelijke sampling rate
worden verwerkt. Voorbeeld: een 48 kHz digitale
bron wordt verwerkt op 48 kHz. U kunt echter de
AVR 340 ook deze 48 kHz signalen laten upsam-
pelen naar 96 kHz voor extra resolutie.
Om deze functie te activeren drukt u op 
/
¤
n zodat de cursor 
op de regel
UPSAPLING
staat zodat 
O N
(in) wordt
gemarkeerd. Denk er aan dat deze functie 
alleen beschikbaar is voor Dolby Pro Logic II
Music, Dolby Pro Logic II Movie, Dolby Pro Logic
en Dolby 3 Stereo.
In het 
DTS
menu worden de keuzes die
gemaakt zijn met 
/
E op de afstandsbe-
diening bepaald door de combinatie van het
soort DTS programma materiaal dat wordt afge-
speeld en of het gaat om een 5.1 dan wel een
6.1/7.1 luidspreker configuratie.
  * DOLBY SURROUND *
MODE:DOLBY DIGITAL
CENTER WIDTH:----
DIMENSION   :----
PANORAMA    :----
NIGHT       :OFF
UPSAMPLING  :---- 
BACK TO SURROUND SELECT
  * DOLBY SURROUND *
MODE:DOLBY PLIIx MUSIC
CENTER WIDTH:3
DIMENSION   :0
PANORAMA    :OFF
NIGHT       :----
UPSAMPLING  :OFF 
BACK TO SURROUND SELECT
Systeemconfiguratie
SYSTEEMCONFIGURATIE  23
Systeemconfiguratie
Wanneer een DTS bron actief is wordt de
functiekeuze voor 7.1 systemen bepaald door het
type signaal (DTS Stereo, DTS 5.1, DTS-ES Matrix
of DTS-ES Discrete). Druk op 
/
E om
door de voor het systeem en het lopende
programma beschikbare keuzes te lopen.
Wanneer geen bron actief is, of tijdens het
afspelen van een analoge bron, zijn alleen de DTS
Neo:6 surround functies beschikbaar. Deze
omvatten DTS Neo:6 3-kanalen Cinema
(aanbevolen wanneer front links, rechts en center
luidsprekers aanwezig zijn maar geen surround
luidsprekers), DTS Neo:6 5-kanalen Cinema
(aanbevolen voor film en televisie), DTS Neo:6 5-
kanalen Music (optimaal voor mzuiek alleen
materiaal) en DTS Neo:6 6-kanalen Cinema en
Music (beschikbaar wanneer de Surround Achter
luidsprekers zijn geconfigureerd als 
LARGE
of
SMALL
als beschreven op pagina 26).
Wanneer een 5.1 configuratie in gebruik is zal de
AVR automatisch de 5.1 versie van DTS kiezen
zodra een DTS data stream wordt ontvangen.
Wordt 6.1/7.1 gekozen dan zal DTS-ES Discrete
automatisch worden geactiveerd zodra een DTS
bron met de ES Discrete vlag wordt gebruikt, ter-
wijl de DTS-ES Matrix functie wordt geactiveerd
wanneer een ES Matrix gecodeerd audionummer
wordt ontvangen. In beide gevallen wordt desbe-
treffende surround functie aangegeven oop de
display Ò en in beeld. In al die gevallen licht
DTS-ES op. Wordt een niet-DTS disc afgespeeld
en is 6.1/7.1 gekozen, dan zal het apparaat auto-
matisch DTS+NEO:6 kiezen voor een volledig 
8 luidspreker surround weergave. Wanneer een
DTS 96/24 signaal wordt gedetecteerd staat de
AVR 340 standaard in de DTS surround functie en
verwerkt de hogere resolutie signalen die aanwezig
zijn automatisch vanwege de hogere sampling
frequentie. Zie pagina 33 en 34 voor uitleg over
de DTS functies.
In het 
LOGIC 7
menu wordt de keus met 
/
E op de afstandsbediening bepaald door
de luidspreker configuratie 5.1 of 6.1/7.1 die in
gebruik is. In beide gevallen biedt de keus van
Logic 7 functie de Harman Kardon exclusieve
Logic 7 processor een volledig omringend, meer-
kanaals surround van een tweekanaals Stereo of
Matrix gecodeerd programma, zoals een VHS
cassette, laserdisc of televisieprogramma met
Dolby Surround.
In de 5.1 configuratie kunt u Logic 7/5.1 Music,
Cinema of Enhanced kiezen. Deze werken het
beste met tweekanaals muziek, surround geco-
deerde programma’s of standaard tweekanaals
programma’s van elk type. Is 6.1/7.1 gekozen,
dan zijn Logic 7/7.1 Music of Cinema beschik-
baar, maar alle 8 kanalen worden uitgestuurd.
Denk er aan dat de Logic 7 functies niet beschik-
baar zijn wanneer Dolby Digital of DTS Digital
geluid wordt gespeeld.
In het 
DSP
(
SURR
)
menu wordt met 
/
E op de afstandsbediening een van de DSP
surround functies gekozen die ontwikkeld zijn
voor gebruik met tweekanaals stereo program-
ma’s voor een reeks ruimtebeelden. De mogelijk-
heden zijn Hall 1, Hall 2, Theater, VMAx Near en
VMAx Far. De Hall en Theater functies zijn
bedoeld voor meerkanaals systemen, terwijl de
beide VMAx functies geoptimaliseerd zijn voor
een volledig klankbeeld met uitsluitend de front
links en rechts luidsprekers. Zie pagina 33-34
voor een uitgebreid overzicht van de DSP functies.
Denk er aan dat de Hall en Theater functies niet
beschikbaar zijn wanneer Dolby Digital of DTS
materiaal wordt afgespeeld.
In het 
STEREO
menu wordt gekozen met 
/
E op de afstandsbediening voor traditione-
le stereoweergave zonder surround, of voor 
5 C H Stereo
of 
7 C H Stereo
decode-
ring bepaald door het gebruik van 5.1 of 6.1/7.1.
In het laatste geval wordt het stereosignaal naar
beide front luidsprekers gestuurd, naar de achter
luidsprekers en de beide surround achter luidspre-
kers (indien aanwezig), terwijl de mono signalen
over alle luidsprekers worden verspreid, ook de
centrum. Zie pagina 33-34 voor een toelichting
van de 5 CH Stereo en 7 CH Stereo functies.
Nadat de keuzes in Dolby, DTS, Logic 7, DSP (Sur-
round) of Stereo menu’s zijn gemaakt, drukt u op
/
¤
D zodat de cursor naar 
BACK T O
SURR SELECT
regel en druk op instellen
F.
Configureren Surround Uit 
(Stereo) Functies
Voor superieure weergave van tweekanaals mate-
riaal biedt de AVR twee stereofuncties: een analo-
ge Stereo-Direct functie waarbij de digitale sig-
naalbewerking wordt gepasseerd en zo een com-
pleet analoge signaalweg ontstaat en de zuiver-
heid van het signaal blijft behouden, en een digi-
tale functie waarbij het Bas Management  voor
optimale verdeling van het laag over kleinere
luidsprekers en de subwoofer wel actief blijft.
Stereo-Direct (Bypass) Functie
Wanneer de analoge Stereo-Direct functie wordt
gekozen door op de Stereo Functiekeuze
tot 
SURROUND OFF
in de display Ò en de
Surround Functie ( met 
SURROUND OFF
oplicht, zal de AVR het analoge materiaal direct
doorsturen naar de front links en rechts luidspre-
kers en wordt het digitale gedeelte overgeslagen.
In deze functie worden de front links en rechts
luidsprekers automatisch als 
LARGE
(groot)
geconfigureerd; het is niet mogelijk in dit geval
SMALL
(klein) in te stellen.
Met de AVR in Stereo Bypass (passeerfunctie)
kunt u nog altijd de subwoofer configureren
zodat die uitgeschakeld is en een breedbandsig-
naal naar de front links/rechts luidsprekers wordt
gestuurd, dan wel deze configureren zodat de
subwoofer geactiveerd wordt. Standaard is de
subwoofer uitgeschakeld in deze functie, maar u
kunt dat als volgt veranderen:
1. Druk op Luidsprekerkeuze 6
.
2. Druk op Instellen
F@ om het configuratie
menu op te roepen.
3. Druk op 
/
¤
D op de afstandsbediening
of op 
/
7 op de voorzijde om de gewenste
optie te kiezen.
SUBNONE
schakelt de 
subwoofer uit, terwijl 
SUB <L+R>
deze
inschakelt.
4. Is de gewenste instelling gemaakt druk dan op
Instellen 
F@ om naar normaal bedrijf terug te
gaan.
Stereo-Digitaal Functie
Wanneer de Stereo-Direct (passeerfunctie) functie
wordt gebruikt, gaat altijd een breedband signaal
naar de front links/rechts luidsprekers. In dat
geval gaat vanzelfsprekend geen signaal door de
digitale bewerking van de AVR. Wanneer uw front
luidsprekers geen breedband typen zijn maar
‘satelliet’ luidsprekers, raden we u aan voor ste-
reo luisteren niet de Bypass functie te gebruiken,
maar de 
DSP SURROUND OFF
functie.
Om in tweekanaals stereo te luisteren en gebruik
te maken van het Bas Management systeem drukt
u op Stereofunctie
 tot 
SURROUND
OFF
in de display Ò verschijnt en de DSP en
SURR. OFF
Surroundfunctie ( beide
oplichten. Licht alleen 
SURR. OFF
Surroundfunctie ( op dan staat de AVR in de
Stereo-Direct (Bypass) functie.
Wanneer deze functie in gebruik is kunnen de
front links/rechts luidsprekers en de subwoofer
geconfigureerd worden op de specificaties van de
gebruikte luidsprekers, als aangegeven in de
paragraaf over luidspreker opzet (Speaker Setup)
verderop.
24 SYSTEEMCONFIGURATIE
Automatische Luidsprekeropzet
met EzSet/EQ
De AVR 340 is één van de eerste receivers in zijn
klasse met automatische luidsprekerinstelling en
systeemconfiguratie. Dit proces met behulp van
een reeks testsignalen en de mogelijkheden van
moderne digitale bewerkingen, maakt het instal-
leren van uw nieuwe receiver een stuk eenvoudi-
ger en maakt het zelf instellen van luidspreker-
grootte, het wisselfilter, de vertraging en de uit-
gangsniveaus overbodig. Verder worden afwijkin-
gen in de frequentiekarakteristiek als gevolg van
de eigenschappen van de luisterruimte opgehe-
ven door de ingebouwde meerbands parametri-
sche equalizer. EzSet/EQ attendeert zelfs op 
fouten in de luidsprekerverbindingen.
Met EzSet/EQ wordt het systeem in een fractie
van de normale tijd gekalibreerd en met een
nauwkeurigheid die alleen met kostbare meetap-
paratuur en tijdrovende procedures haalbaar is.
Op die manier bereikt uw nieuwe receiver opti-
male prestaties ongeacht de luidsprekers die u
gebruikt en in elke kamer, hoe groot of klein ook.
Wij raden u aan voor het kalibreren van uw sys-
teem EzSet/EQ te gebruiken en wanneer u enige
instelling zelf wilt maken, dan wel de door
EzSet/EQ gemaakte instelling wilt corrigeren, de
aanwijzingen te volgen op pagina 26 tot 32.
Wilt u de AVR zelf instellen, of kunt u om een of
andere reden niet over de EzSet/EQ microfoon
beschikken, volg ook dan de aanwijzingen op
pagina 26 tot 32.
Stap 1: voor EzSet/EQ is een zo gering mogelijk
stoorniveau in de kamer noodzakelijk om te voor-
komen dat de metingen van de signalen van de
AVR tijdens het instellen worden beïnvloed.
Schakel alle huishoudelijke en andere apparatuur
uit en vermijd elk geluid tijdens het instellen.
Stap 2: de EzSet/EQ microfoon wordt op oor-
hoogte geplaatst op de gebruikelijke luisterposi-
tie, dan wel in het centrum van de kamer als het
om een groot luistergebied gaat. Het kan prak-
tisch zijn een fotostatief te gebruiken voor stabie-
le opstelling van de EzSet/EQ op de juiste hoogte.
De microfoon heeft daarvoor een schroefopening
in de bodem.
Stap 3: verbind de EzSet/EQ met de
Hoofdtelefoon Uitgang 4 van de AVR 340
via de bijgeleverde 1/4" jackplug adapter. De
microfoonkabel is ca. 7 meter lang wat in de
meeste gevallen lang genoeg is. Zonodig kan de
kabel verlengd worden met een in de handel ver-
krijgbaar verlengsnoer. Toch raden we het gebruik
van een verlengsnoer niet aan, daar het resultaat
er negatief door kan worden beïnvloed.
Stap 4: wanneer de microfoon correct is opge-
steld en aangesloten, gaat u naar het EzSet/EQ
menu door op Display
L te drukken en het
Hoofdmenu op te roepen. Druk dan op 
/
¤
D om de cursor naar de regel 
EZSET/EQ
te
brengen. Druk dan op Set
F om naar het vol-
gende menu te gaan (afbeelding 7).
Stap 5: het eerste menu van het EzSet/EQ sys-
teem vraagt u de microfoon aan te sluiten. Heeft
u dat nog niet gedaan, verbind dan de microfoon
met de Hoofdtelefoon Uitgang 4 als aange-
geven in stap 2 en 3. Zodra dat gebeurd is ver-
plaatst u de cursor naar 
YES
en u drukt op Set
F. Om het EzSet/EQ proces af te breken
gebruikt 
/
E en dan Set F om
naar het 
MASTERMENU
(hoofdmenu) terug te
gaan. Probeert u door te gaan zonder de micro-
foon aan te sluiten, dan knippert een herinnering
onder in beeld.
Afbeelding 7
Stap 6: nadat o 
YES
(ja) is gedrukt om het
EzSet/EQ systeem te starten, ziet u een korte
waarschuwing, waarop het scherm naar het
hoofdmenu van EzSet/EQ gaat. De WAARSCHU-
WING herinnert er aan dat voor nauwekeurige
metingen de kamer zo stil mogelijk dient te zijn.
Na 5 seconden verschijnt dan het hoofdmenu
EzSet/EQ weer (afbeelding 8).
BELANGRIJK: iedereen die gevoelig is voor luide
signalen dient de kamer nu te verlaten of oorbe-
scherming te gebruiken om het geluidsniveau te
verminderen. Goedkope, overal verkrijgbare
schuimrubber oordopjes zijn uitstekend bruikbaar
voor dit doel. Vindt u dat niet prettig en gebruikt
u geen oorbescherming, dan adviseren we u drin-
gend de kamer te verlaten en iemand anders te
vragen het EzSet/EQ proces uit te voeren, dan wel
het proces met de hand uit te voeren als beschre-
ven op pagina 26 tot 32.
Stap 7: de 
WAARSCHUWING
wordt automa-
tisch vervanging door het EzSet/EQ hoofdmenu
(afbeelding 8). Terwijl dit menu in beeld staat
kunt u het kalibratieproces starten en stoppen of
de voortgang van het proces volgen en de resul-
taten bekijken. Zodra het menu verschijnt ziet u
MEASUREMENT:STOP
(meting stop) op de
eerste regel in het menu. Om de EzSet/EQ test te
starten dient u eerst aan te geven hoeveel luid-
sprekers uw systeem heeft. Daarvoor heeft u twee
mogelijkheden:
• Heeft uw systeem in totaal zeven hoofdluid-
sprekers (front links/center/front rechts/sur-
round links/surround rechts/surround achter
links/surround achter rechts) en een subwoofer,
druk dan op 
/
E zodat 
7.1
rechts van
MEASUREMENT
verschijnt en druk op Set
F om EzSet/EQ te starten.
• Heeft uw systeem de traditionele bezetting van
vijf hoofdluidsprekers (front links/centrum/front
rechts/surround rechts/surround links) en een
subwoofer, druk dan op 
/
E zodat
5.1
rechts van 
MEASUREMENT
verschijnt
en druk op Set
F om EzSet/EQ te starten. Op
elk moment kan het proces worden gestopt
door met 
/
¤
D naar de regel 
MEAS-
UREMENT
te gaan; druk op 
/
E
zodat 
STOP
verschijnt en druk op Set
F.
Afbeelding 8
Stap 8: Is EzSet/EQ gestart dan hoort u testsig-
nalen circuleren over alle luidsprekers om het
totaal volume in te stellen, te controleren waar de
luidsprekers staan, de afstanden te meten en de
vertragingen te berekenen, de luidspreker grootte
te bepalen en de wisselfilters in te stellen. Tijdens
het meten en kalibreren kunt u de voortgang vol-
gen in de tweede regel van het menu. Bij de start
van EzSet/EQ staan daar een reeks punten, maar
zodra de test loopt, kunnen daar de volgende
aanwijzingen verschijnen:
• Systeem Niveau: een aanwijzing 
NIVEAU
INSTELLEN
geeft aan dat het systeem het
totaal volume instelt als eerste stap voordat de
individuele kanalen worden ingesteld. Tijdens
de test ziet u een aanwijzing op de tweede
regel van het menu en kunt u het proces volgen.
• Luidspreker Controle: Het systeem laat een
testsignaal rond gaan om te controleren op
welke kanalen een luidspreker is aangesloten.
Tijdens de test ziet u de naam van elk kanaal
verschijnen zodra een signaal naar die luidspre-
ker wordt gestuurd.
Opmerking: deze test stelt vast of op een
kanaal een luidspreker is aangesloten, maar
niet of een luidspreker op de juiste positie staat.
Voorbeeld: het stelt vast dat er een luidspreker
is aangesloten op de Surround Rechts uitgang,
maar niet of deze links of rechts in de kamer
staat. Daarom raden we u aan goed te luisteren
naar het testsignaal dat rond gaat en te contro-
leren of de aanduiding klopt met de positie in
de kamer. Hoort u een signaal van een luidspre-
            *   E z S e t / E Q     *
M E A S U R E M E N T       :   S T O P
  S E T T I N G   L E V E L  
S P E A K E R   C H E C K   :     -   -   -   -  
S P E A K E R   D E L A Y   :     -   -   -   -  
S P E A K E R   L E V E L   :     -   -   -   -  
S P E A K E R   S I Z E     :     -   -   -   -  
S P E A K E R   X - O V E R :     -   -   -   -  
S A V E   S E T T I N G S   :     -   -   -   -  
B A C K   T O   M A S T E R   M E N U
 
        *   E z S e t / E Q   *    
P l a c e   M i c r o p h o n e   a t
l i s t e n i n g   p o s i t i o n   a n d  
p l u g   i n t o   H e a d p h o n e   J a c k
D o   y o u   w a n t   t o   s t a r t
E z S e t / E Q ?
    Y E S               N O
 
Systeemconfiguratie
Page of 56
Display

Click on the first or last page to see other AVR 340 (serv.man8) service manuals if exist.