DOWNLOAD Harman Kardon AVR 2500 (serv.man7) Service Manual ↓ Size: 681.86 KB | Pages: 50 in PDF or view online for FREE

Model
AVR 2500 (serv.man7)
Pages
50
Size
681.86 KB
Type
PDF
Document
User Manual / Operation Manual
Brand
Device
Audio
File
avr-2500-sm7.pdf
Date

Harman Kardon AVR 2500 (serv.man7) User Manual / Operation Manual ▷ View online

BEDIENING  25
Bediening
Keuze Surround Functies
Eén van de belangrijkste eigenschappen van de
AVR 2500 is de mogelijkheid een volledig meer-
kanaals surround klankbeeld weer te geven van
digitale bronnen, analoge matrix gecodeerde
programma’s en standaard stereo en zelfs mono
programma’s. Alles bij elkaar zijn vijftien luister-
functies beschikbaar op de AVR 2500.
Het kiezen van de surroundfunctie is in wezen een
persoonlijke zaak, net als het soort programma
dat u gebruikt. Films, CD's en TV-programma's
met de logo's van een van de belangrijke surround
processen, zoals Dolby Surround, worden afge-
speeld in Dolby Pro Logic II Movie (films) of Music
(bij muziek) surround of met de exclusieve Harman
Kardon Logic 7 Movie functie, zodat een breed-
bandig en discreet 5.1 kanaals surround signaal
van de surround gecodeerde programma's ont-
staat met een stereo links/rechts signaal, net als in
werkelijkheid. In dat geval hoort u geluid dat van
links komt alleen links, zie details op pagina 24.
Denk er aan dat bij gebruik van Dolby Digital 2.0
signalen (bijvoorbeeld 'D.D. 2.0' nummers van
een DVD) die gecodeerd zijn met Dolby Pro Logic
informatie, binnenkomend via een willekeurige
digitale ingang, automatisch Dolby Pro Logic II
gekozen zal worden (als aanvulling op de Dolby
Digital functie) en ook van deze opnamen een
volledig 5.1 surround sound zal decoderen (zie
ook 'Dolby Digital' op pagina 26).
Om een volledig omringend geluidsbeeld te krij-
gen met allerlei bewegende effecten bij alle ana-
loge stereo opnamen, kiest u Dolby Pro Logic II
Music of Emulation, dan wel de exclusieve
Harman Kardon Logic 7 Music functie voor een
dramatische verbetering ten opzichte van Dolby
Pro Logic (I) van voorheen.
OPMERKING: wanneer een programma is
gecodeerd met matrix surround informatie blijft
deze informatie behouden zolang het program-
ma in stereo wordt uitgezonden. Films met
surround geluid kunnen dus gedecodeerd wor-
den met elke analoge surround functie, zoals Pro
Logic of Logic 7, wanneer deze door conventio-
nele TV-zenders, betaal-TV of satellieten worden
uitgezonden. Bovendien worden er steeds meer
TV-programma’s, sportuitzendingen, hoorspelen
en muziek-CD’s opgenomen met surround
geluid. U kunt een overzicht van deze program-
ma’s bekijken op het web van Dolby
Laboratories: www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet wordt aange-
geven als drager van standaard surround infor-
matie, zult u merken dat de Dolby Pro Logic II,
Dolby 3 Stereo of Logic 7 functies vaak een
omringend surround klankbeeld leveren, gebruik
makend van de natuurlijke surround informatie
die in alle stereo opnamen aanwezig is.
Probeer daarom bij stereoprogramma’s zonder
surround informatie de Theater, Hall en 5 kanaals
stereo functies (5 kanaals stereo is vooral effec-
tief met oude, extreem-stereo opnamen) en met
monoprogramma’s raden we aan de Theater of
Hall functies te proberen. En bij gebruik van uit-
sluitend twee front luidsprekers bevelen wij het
door Harman gepatenteerde VMAx aan, waar-
mee een nagenoeg driedimensionaal ruimtebeeld
wordt bereikt met slechts twee luidsprekers.
Surroundfuncties worden met de toetsen op het
frontpaneel of op de afstandsbediening geselec-
teerd. Om een surroundfunctie op het frontpa-
neel te kiezen, drukt u op surroundfunctie 7
om door het overzicht van beschikbare functies
te lopen. Om een surroundfunctie te kiezen met
de afstandsbediening drukt u op surroundfunc-
tie
9 en vervolgens op de 
/
¤
C om de
functie te wijzigen. Wanneer u op deze toetsen
drukt verschijnt de naam van de surroundfunctie
in de display M en tevens licht een afzonderlij-
ke indicatie C D F H I J K op.
Wanneer de surroundfunctie wordt gewijzigd zal
een groene LED naast de huidige surround-
functie indicaties 
ˆ op het frontpaneel
oplichten. Denk er aan dat telkens wanneer een
surround fuctie wordt veranderd, deze verband
blijft houden met de gekozen ingang tot een
andere wordt gekozen.
Opmerking: de naam van elke surround functie
loopt door de display M terwijl de functies
worden gekozen. Om te voorkomen dat het kie-
zen van de surroundfunctie onbedoeld wordt ver-
laten, drukt u op 
/
¤
C terwijl de functie nog
zichtbaar is.
Merk op dat de functies Dolby Digital en DTS
slechts gekozen kunnen worden wanneer een
digitale bron gekozen is. Bovendien zal de 
AVR 2500 bij aanwezigheid van een digitale
bron automatisch naar de juiste functie (Dolby
Digital of DTS) overschakelen, e.e.a. onafhanke-
lijk van de tevoren gekozen functie. Voor meer
informatie over het kiezen van digitale bronnen
in het volgende hoofdstuk van deze handleiding.
Om naar een programma te luisteren in traditio-
neel tweekanaals stereo met alleen de front luid-
sprekers links en rechts (en de subwoofer indien
geïnstalleerd en geconfigureerd), volgt u de hier-
boven gegeven aanwijzingen voor de afstands-
bediening tot SURR OFF in de display M
verschijnt.
Digitale audioweergave
Digitale audio is een belangrijke vooruitgang ten
opzichte van de vroegere analoge matrix surround
systemen. Het beschikt over vijf gescheiden kana-
len: front links, midden, front rechts, links sur-
round en rechts surround. Elk kanaal reproduceert
het volledige frequentiebereik (20 Hz tot 20 kHz)
en bezit een aanzienlijk groter dynamisch bereik
en ruimere signaal/ruis-afstand. Bovendien heb-
ben digitale systemen de mogelijkheid een extra
kanaal te leveren dat speciaal bedoeld is voor
lage frequenties. Dit is het ‘.1’ kanaal waarnaar
wordt verwezen wanneer u deze systemen
beschreven ziet als ‘5.1’ bijvoorbeeld. Het baska-
naal is gescheiden van de andere kanalen, maar
aangezien de bandbreedte opzettelijk beperkt is,
hebben technici er die specifieke benaming aan
gegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital (aanvankelijk bekend als AC-3® ) is
een standaard onderdeel van DVD, en beschik-
baar op speciaal gecodeerde laserdiscs en satel-
lietuitzendingen. Het maakt deel uit van het
nieuwe high-definition televisie (HDTV) systeem.
Merk op dat er een extra, externe RF demodula-
tor nodig is om de AVR 2500 te gebruiken met
de Dolby Digital soundtracks op laserdiscs. Sluit
de RF uitgang van de LD-speler aan op de demo-
dulator en sluit vervolgens de digitale uitgang
van de demodulator aan op de optische of
coax ingangen
N9#$ van de AVR 2500.
Voor DVD-spelers en DTS-gecodeerde laserdiscs
is geen demodulator nodig.
DTS
DTS is een ander digitaal audio systeem dat 5.1
audio kan leveren. Hoewel zowel DTS als Dolby
Digital digitaal zijn, maken ze gebruik van andere
methoden om de signalen te coderen en hebben
daarom andere decoders nodig om de digitale
signalen weer naar analoog om te zetten.
DTS-gecodeerd materiaal is op bepaalde DVD’s
en LD’s beschikbaar, en op speciale alleen voor
audio bestemde DTS CD’s. U kunt elke LD, DVD
of CD-speler, voorzien van een digitale uitgang,
gebruiken om DTS-gecodeerde speciale audio-
CD’s met de AVR 2500 af te spelen, maar DTS-
LD’s en DTS-DVD’s kunnen alleen op resp. LD-
spelers en op DVD-spelers worden afgespeeld.
Sluit zo'n speler aan op de optisch of coax digi-
tale ingang 
N9#$ van de AVR 2500.
Om DVD’s die DTS zijn gecodeerd te beluisteren
dient de DVD-speler compatibel zijn met het DTS-
signaal, wat wordt aangegeven met het DTS-logo
op het voorpaneel van de speler. Merk op dat
sommige vroegere DVD-spelers misschien niet in
staat zijn om DTS-gecodeerde DVD’s af te spelen.
Dit wijst niet op een probleem met de AVR 2500,
want sommige spelers kunnen het DTS-signaal
niet doorgeven via de digitale uitgangen. Indien u
eraan twijfelt of uw DVD-speler DTS DVD’s kan
afspelen, raadpleeg dan de handleiding van de
speler.
Denk er aan dat sommige DVD-spelers geleverd
worden, ingesteld op uitsluitend Dolby Digital
voor de digitale uitgang. Om ervoor te zorgen
dat ook DTS signalen naar de AVR 2500 gaan,
dient u het menusysteem van de DVD-speler te
controleren.
26 BEDIENING
Bediening
PCM Audio afspelen
PCM (Puls Code Modulation) is een niet-gecom-
primeerd digitaal audiosysteem dat gebruikt
wordt voor compact discs, niet-Dolby Digital/DTS
Laserdiscs en sommige speciaal PCM gecodeerde
DVD’s. De digitale schakelingen in de AVR 2500
kunnen digitaal-naar-analoog omzetten in hoge
kwaliteit en kunnen rechtstreeks worden verbon-
den met de digitale audio-uitgang van uw CD- of
LD-speler. (LD alleen voor PCM- of DTS-program-
ma’s, voor Dolby Digital discs is een RF-adapter
nodig, zie pagina ‘Dolby Digital’).
Verbinden met de optisch of coax ingang
N9 op de achterzijde, of op een digitale
ingang 
#$ op de voorzijde.
Om naar een PCM digitale bron te luisteren eerst
de ingang (b.v. CD) kiezen om het videosignaal
(indien aanwezig) naar de TV te voeren en een
analoog signaal te leveren voor opname.Druk
vervolgens op de digitale ingangskeuze Ò
F en gebruik vervolgens de 
/
¤
C op de
afstandsbediening of instellen 5 op het front-
paneel, tot de gewenste keuze OPTICAL of
COAX
in de display M verschijnt. Druk op
instellen Ó
E om de gewenste keuze in te
voeren.
Wanneer een PCM bron speelt, zal de PCM-indica-
tie A oplichten. Tijdens PCM weergave kunt u elke
surroundfunctie kiezen als beschreven op pagina 24
en 25, uitgezonderd Dolby Digital of DTS.
MP3 Audio Playback
De AVR 2500 is een van de weinige A/V receivers
die een ingebouwde decoder bezit voor het MP3
audioformaat dat bij bepaalde computer audio
bestanden en draagbare MP3 spelers/recorders
wordt gebruikt. Bovendien zijn sommige nieuwe
CD en DVD spelers geschikt voor optische discs
die zijn opgenomen in MP3, en niet in standaard
CD audio informatie. Met MP3 decodering kan de
AVR 2500 de digitale signalen nauwkeuriger
omzetten naar analoog, plus het voordeel naar
MP3 audio te kunnen luisteren via de high current
versterker van de AVR 2500 en de luidsprekers van
het surround systeem, in plaats van de kleine luid-
sprekers en de kleine versterkers van de computer.
Om te profiteren van de MP3 mogelijkheden van
de AVR 2500 verbindt u de digitale (SPDIF) uit-
gang van een computer geluidskaart die een
MP3 signaal kan afgeven, of de digitale (SPDIF)
uitgang van een MP3 CD- of DVD-speler, dan wel
een draagbare MP3 speler die een MP3 signaal
op de digitale uitgang kan afgeven, met de digi-
tale ingang
N9 op de achterzijde, of een
digitale ingang #$ op de voorzijde. Wordt
het digitale signaal herkend, dan licht de indicatie
MP3 signaaltype A op en het afspelen begint.
OPMERKINGEN:
• De AVR 2500 kan uitsluitend signalen in het
MP3 (MPEG 1/Layer 3) formaat afspelen. Hij is
niet geschikt voor andere computer audiocodes.
• De MP3 DSP functie op de nieuwe AVR 2500 ver-
eist MP3 SPDIF stream. Op het moment wordt dit
slechts door een paar apparaten geboden, maar
komende generaties moederborden en opgewaar-
deerde besturingssystemen zullen volgen, daar
SPDIF de standaard is voor audio & video hardware.
• Het digitale audio ingangssignaal kan zowel
optisch als coax zijn, maar het signaal dient in
het MP3 SPDIF formaat te staan. Directe verbin-
ding van USB of seriële data worden niet afgege-
ven, ook niet wanneer de signalen in het MP3
formaat staan. Heeft u vragen over de data out-
put van uw computer of de geluidskaart, raad-
pleeg dan de handleiding daarvan, of neem con-
tact op met de leverancier.
Digitale bron kiezen
Om een digitale functie te gebruiken dient een
digitale bron correct op de AVR 2500 te zijn aan-
gesloten. Sluit de digitale uitgangen van de DVD-
spelers, HDTV-ontvangers, satellietsystemen en
CD-spelers aan op de een optisch of coax digi-
tale ingang
N9#$ op de achterzijde of de
voorzijde aan. Om ook analoog te kunnen opne-
men, dienen de analoge uitgangen van de digitale
bron te worden verbonden met de juiste ingangen
op de achterzijde van de AVR 2500 (voorbeeld:
sluit de analoge stereo uitgang van een DVD-spe-
ler aan op de DVD-ingang 
5 op de achterzijde,
naast de digitale uitgangen van de bron).
Voor het afspelen van een digitale bron als DVD,
kiest u eerst de ingang via de afstandsbediening
of op de voorzijde, als in deze handleiding
beschreven, om het videosignaal (indien aanwe-
zig) naar de TV-monitor te sturen en het analoge
audiosignaal voor opname beschikbaar te hebben.
Wanneer de digitale ingang van de DVD-speler
niet automatisch wordt gekozen (als gevolg van
eerder gemaakte instellingen bij de configuratie
van het systeem, zie pagina 19), kies dan de digi-
tale bron met de digitale ingangskeuze
F Ò
en gebruik 
/
¤
C op de afstandsbediening  of
de insteltoetsen 5 op de voorzijde om de
OPTICAL
of COAXIAL ingangen te kie-
zen, als aangegeven in de display M en de dis-
play indicaties BE.
Speelt een digitale bron, dan zal de AVR 2500
automatisch signaleren of het om een meerka-
naals Dolby Digital, DTS bron, MP3 of een conven-
tioneel PCM signaal, het standaard signaal van
CD-spelers gaat. De signaaltype indicatie A
licht op in de display Ú ter bevestiging dat het
digitale signaal Dolby Digital, DTS, MP3 of PCM is.
Denk er aan dat een digitale ingang (b.v. coax)
gekoppeld blijft met de analoge ingang (b.v.
DVD) zodra het is gesignaleerd, zodat het digita-
le signaal niet opnieuw gekozen hoeft te worden
telkens wanneer een bepaalde ingang, bijvoor-
beeld DVD, wordt gekozen.
Digitale status
Wanneer een digitale bron speelt, herkent de AVR
2500 het type bitstream data is. Gebruik makend
van deze informatie wordt de juiste surroundfunc-
tie automatisch gekozen. Voorbeeld: bij DTS bit-
stream activeert het apparaat de DTS-decoder en
bij Dolby Digital de Dolby Digital decoder. Bij bin-
nenkomst van PCM data van CD's en LD's en
sommige muziek DVD's of bepaalde nummers op
normale DVD's, kan de juiste surroundfunctie met
de hand worden gekozen. Daar de beschikbare
surroundfuncties worden bepaald van het type
digitale data, maakt de AVR 2500 gebruik van een
aantal indicaties waaraan u kunt zien om wat voor
signaal het gaat. Dit verheldert de keuze van func-
ties en ingangen afhankelijk van het materiaal op
de disc.
Wanneer een digitale bron speelt zal de bitstre-
am indicatie 
A oplichten ten teken om welk
signaal het gaat:
Wanneer de Dolby D indicatie oplicht
wordt een Dolby Digital bitstream ontvangen.
Afhankelijk van het gekozen audionummer op de
speler en het aantal kanalen op de disc zijn ver-
schillende surroundfuncties mogelijk. Merk op
dat het mogelijk is dat er maar één kanaal zon-
der subwoofer, aangeduid als ‘1.0’ audio, kan
zijn opgenomen op digitale surround audionum-
mers, of juist alle vijf kanalen met subwoofer
(‘5.1’ audio), en alle denkbare tussenvormen.
Wanneer het Dolby Digital slechts uit twee kana-
len bestaat (‘2.0’), dan bevatten deze twee kana-
len (links en rechts) vaak Pro Logic surround
informatie. Bij zulke nummers schakelt de AVR
2500 automatisch naar Dolby Pro Logic II Movie
(naast de normale Dolby Digital functie), maar u
kunt ook de VMAx functie kiezen. Bevat het D.D.
2.0 signaal geen Pro Logic informatie, dan wordt
automatisch normaal Dolby Digital gekozen, hoe-
wel u zelf elke Pro Logic II functie kunt kiezen
(gebruik in dat geval alleen Music of Emulation)
of elke gewenste VMAx functie.
DTS
: wanneer de DTS indicatie oplicht wordt
een DTS bitstream ontvangen. Wordt dit type
gegevens detecteert, dan kan alleen de DTS func-
tie gebruikt worden.
PCM
: wanneer de PCM indicatie oplicht wordt er
een standaard Pulse Code Modulation of PCM sig-
naal ontvangen. Dit is het type digitale audio dat
gebruikt wordt op conventionele compact disc en
laserdisc opnamen. Wanneer een PCM bitstream
aanwezig is, dan zijn alle functies uitgezonderd
Dolby Digital en DTS, beschikbaar. Merk op dat het
PCM signaalformaat op de DVD-speler voor elke
audionummer kan worden, zelfs voor Dolby Digital
tracks (maar niet met Dolby Digital decodering).
Er kunnen, indien gekozen, zelfs ‘2.0’ DD audio-
nummers met alle surroundfuncties afgespeeld
worden, ook met het meest effectieve Logic 7.
BEDIENING 27
MP3
: wanneer de MP3 indicatie oplicht wordt
een geschikt MPEG 1/Layer 3 digitaal signaal
ontvangen. Een populair audioformaat dat door
veel computerprogramma’s wordt gebruikt voor
gecomprimeerde audio files. Wanneer een MP3
bitstream aanwezig is, wordt het geluid automa-
tisch in stereo afgespeeld (surround uit). De sur-
roundfuncties zijn niet beschikbaar bij MP3
weergave. Naast de signaaltype indicaties
biedt de AVR 2500 een stel unieke kanaal indica-
ties die u vertellen hoeveel kanalen in de digitale
informatie ontvangen worden en of het digitale
signaal onderbroken wordt.
Deze indicaties zijn de letters L/C/R/LS/RS/LFE in
de middelste vakjes van de luidspreker/kanaal
functie 
P in de display Ú op de voorzijde.
Wanneer een standaard stereosignaal of matrix
surround signaal gebruikt wordt zullen alleen de
indicaties ‘L’ en ‘R’ oplichten, aangezien analoge
signalen alleen respectievelijk een linker en een
rechter kanaal hebben. Dat geldt zelfs bij sur-
round opnamen, die de surround informatie
alleen in het linker en rechter kanaal dragen.
Digitale signalen daarentegen kunnen één tot
zes kanalen bevatten, e.e.a. afhankelijk van het
programmamateriaal, de uitzendmethode en de
manier waarop zij gecodeerd zijn. Wanneer een
digitaal signaal wordt afgespeeld zullen de let-
ters oplichten conform het signaal dat wordt ont-
vangen. Het is belangrijk op te merken dat hoe-
wel bijvoorbeeld naar Dolby Digital verwezen
wordt als een ‘5.1’ systeem, niet alle Dolby
Digital DVD of audionummers op een DVD of
ander Dolby Digital materiaal gecodeerd zijn voor
5.1. Het is normaal dat voor een DVD met Dolby
Digital geluid alleen de ‘L’ en ‘R’ indicaties indi-
caties oplichten.
OPMERKING: Veel DVD’s zijn opgenomen met
zowel een ‘5.1’ als een ‘2.0’ versie van hetzelfde
materiaal, waarbij de ‘2.0’ versie vaak gebruikt
wordt voor andere talen. Wanneer u een DVD
afspeelt, controleer dan steeds het type materiaal
op de schijf. De meeste discs geven deze infor-
matie in de vorm van een overzicht of symbool
op de hoes. Wanneer een disc meerdere syste-
men aanbiedt, zullen wellicht instellingen van de
DVD-speler veranderd moeten worden (meestal
via 'Audio Select' of vie een menu op de disc) om
een compleet 5.1 signaal naar de AVR 2500 te
zenden, of het gewenste geluid en de juiste taal
te kiezen ('2.0' audionummers kunnen afge-
speeld worden met alle Pro Logic II of VMAx
functies, zie Dolby Digital op pagina 26). Het is
ook mogelijk dat het type signaal verandert tij-
dens het afspelen van een DVD. In sommige
gevallen zullen de voorbeelden van speciaal
materiaal in 2.0 audio opgenomen zijn, terwijl
het hoofdprogramma beschikbaar is in 5.1 audio.
Zolang uw DVD-speler is ingesteld op 6-kanaals
uitgangssignaal zal de AVR 2500 automatisch de
veranderingen in de bitstream en het aantal
kanalen detecteren en dit met de indicaties aan-
geven. De letters zoals gebruikt bij de indicaties
luidsprekers/kanaal functie P knipperen
ook om aan te geven wanneer een bitstream
onderbroken wordt. Dat gebeurt wanneer een
digitale ingang voor het afspelen gekozen is, of
wanneer een digitale bron zoals een DVD op
pauze staat. De knipperende indicaties wijzen
erop dat het afspelen is onderbroken door de
afwezigheid van een digitaal signaal en niet door
een fout in de AVR. Dit is normaal en de digitale
weergave zal hervat worden zodra het afspelen
opnieuw gestart wordt.
Nachtfunctie
Een speciale functie van Dolby Digital. Deze func-
tie stelt u in staat om Dolby Digital bronnen volle-
dig verstaanbaar af te spelen, maar met beperkte
maximale piekniveaus, terwijl de zwakke signalen
1/4 tot 1/3 opgetrokken worden. Zo wordt verme-
den dat abrupt luide overgangen anderen storen,
zonder de impact van de digitale bron te beper-
ken. De nachtfunctie is alleen beschikbaar wan-
neer de Dolby Digital functie gekozen is.
De nachtfunctie kan worden gekozen wanneer
een Dolby Digital DVD speelt door op nacht-
functie
A op de afstandsbediening. Druk ver-
volgens op 
/
¤
C om de gematigde of de
volledige compressie (medium of full) van de
nachtfunctie te kiezen. Om de nachtfunctie uit te
schakelen drukt u op 
/
¤
C tot de aanwijzing
onderin de video display en de display M
D-R OFF
aangeeft. Wanneer de nachtfunctie
actief is licht ook de indicatie nachtfunctie O
op. De nachtfunctie kan ook gekozen worden om
altijd op dat compressieniveau te zijn, zodra de
Dolby Digital functie wordt geactiveerd via de
opties in het nachtfunctie menu. Zie pagina 21
voor nadere informatie over het gebruik van deze
optie.
BELANGRIJK BIJ DIGITALE WEERGAVE
1. Wanneer de digitale bron stopt, in pauze, in de
functie snel zoeken of hoofdstuk zoeken staat,
zullen de digitale gegevens tijdelijk stoppen en
de kanaalposities in de luidspreker/kanaal
functie 
P zullen knipperen. Dit is normaal en
wijst niet op een probleem met de AVR 2500 of
met de bron. De AVR zal, zodra de gegevens
weer beschikbaar zijn en wanneer het apparaat
weer op afspelen staat, naar de normale digitale
weergave terugkeren.
2. Hoewel de AVR 2500 bijna alle DVD films, CD’s
en HDTV bronnen kan decoderen, is het mogelijk
dat sommige toekomstige digitale formaten niet
door de AVR 2500 verwerkt kunnen worden.
3. Denk er aan dat niet alle digitaal gecodeerde
programma’s en niet alle audionummers op een
DVD volledig 5.1-kanaals audio bevatten.
Raadpleeg de handleiding van het programma bij
uw DVD of laserdisc om na te gaan welk type
audio op de disc is opgenomen. De AVR 2500 zal
automatisch het type digitale surround codering
detecteren, deze vervolgens aangeven in de
luidspreker/kanaal functie P indicatie en
instellingen maken ter verwerking.
4. Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
is het mogelijk dat u onder bepaalde omstandig-
heden enkele van de analoge surroundfuncties
niet kunt kiezen, zoals Dolby Pro Logic II, Dolby
3, Stereo, Hall, Theater, 5-kanaals Stereo of Logic
7, tenzij u gebruik maakt van speciale audionum-
mers (zie indicatie ‘Dolby Digital’ op de voor-
gaande pagina) of gekozen data formaat (zie
‘PCM’ op voorgaande pagina).
5. Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
kan geen analoge opname worden gemaakt via
de Tape uitgangen
1 of Video 1 of Video 2
4Q uitgangen, wanneer de bron alleen is
verbonden met een digitale ingang op de AVR
2500. Maar het analoge tweekanaals signaal van
die bron, de ‘mixdown’ naar Stereo of Dolby
Surround, kan worden opgenomen door de
analoge audio uitgangen met de juiste analoge
ingangen (DVD bijvoorbeeld) van de AVR 2500,
ook wanneer de digitale ingang van de AVR
2500 gekozen blijft. Bovendien worden de
digitale signalen worden doorgegeven naar de
digitale audio uitgangen
8.
Opnemen
Bij normaal gebruik worden de audio en video
signalen die op de AVR 2500 voor kijken en lui-
steren zijn gekozen door gestuurd naar de opna-
me uitgangen. Dat betekent dat elk programma
waar u naar kijkt of luistert simpelweg kan wor-
den opgenomen door recorders aan te sluiten op
de uitgangen Tape Outputs 
1 of Video 1 of
2 Outputs
4Q. Wordt een digitale audiore-
corder aangesloten op één van de digital audio
uitgangen
8 dan kunt u de digitale signalen
opnemen met CD-R, MiniDisc of ander digitaal
opnamesysteem. Denk er aan dat alle digitale
signalen doorgestuurd naar zowel  de coax als
optisch digitale uitgangen, ongeacht het type
digitale ingang dat werd gekozen.
OPMERKINGEN:
• De digitale uitgangen zijn alleen actief wanneer
een digitaal signaal aanwezig is en een analoog
signaal wordt niet omgezet naar een digitaal sig-
naal, evenmin wordt het formaat van het digitale
signaal (b.v. Dolby Digital naar PCM of andersom,
maar wel coax digitale signalen naar optisch en
omgekeerd). Bovendien dient de digitale recorder
geschikt te zijn voor het uitgangssignaal.
Voorbeeld: het PCM digitale signaal van een 
CD-speler kan worden opgenomen op CD-R of
MiniDisc, maar Dolby Digital of DTS in digitale
vorm niet. Het Dolby Digital of DTS signaal opne-
men is niet mogelijk wanneer alleen de digitale
ingang van de AVR 2500 is aangesloten. Het ana-
loge signaal van zo'n bron kan echter wel worden
opgenomen.
Bediening
28 BEDIENING
Bediening
• Een analoge opname te maken van een Dolby
Digital of DTS bron is niet mogelijk wanneer de
bron uitsluitend is aangesloten op een digitale
ingang van de AVR 2500. Een analoog tweeka-
naals signaal van deze bron kan wel opgenomen
worden (zie punt 5 ‘Belangrijk bij digitale weer-
gave’ op de voorgaande pagina).
Aanpassen uitgangsniveaus
Het normale weergaveniveau van de AVR 2500
wordt ingesteld met behulp van het testsignaal,
als beschreven op pagina 21-22. In sommige
gevallen is het wenselijk de weergaveniveaus aan
te passen met programmamateriaal waarmee u
vertrouwd bent. Verder kunnen de niveaus voor
de subwoofer en de stereo en VMAx functies
alleen via deze procedure aangepast worden.
Om de uitgangen met behulp van program-
mamateriaal in te stellen, kiest u eerst de sur-
round functie waarvoor u de luidsprekers wilt
instellen (zie opmerking verderop), door de
gewenste ingang te kiezen, gekoppeld aan de
gewenste surround functie, start het program-
mamateriaal en stel het referentieniveau voor de
linker en rechter front luidsprekers met de volu-
meregelaar 
(
".
Is het referentieniveau eenmaal ingesteld, druk
dan op Kanaalkeuze
CÛ en merk op dat
F L LEVEL
gedurende vijf seconden in de
display M verschijnt. Om het niveau te veran-
deren drukt u eerst op instellen 
E Ó en ver-
volgens verlaagt of verhoogt u het niveau met
keuze 5 of 
/
¤
C. Gebruik hiervoor NIET
de volumeregelaar, daar deze de referentie zal
veranderen.
Zijn de wijzigingen uitgevoerd druk dan op
instellen
F Ó en druk op keuze 5 of 
op 
/
¤
C om het volgende kanaal dat u wilt
instellen te kiezen. Om het niveau van de sub-
woofer in te stelle drukt u op keuze 5 of op
/
¤
C tot SW LEVEL in de display M
verschijnt. Deze indicatie verschijnt alleen wan-
neer de subwoofer tijdens het configureren ook
was gekozen. Zie pagina 18.
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal in
de display M en in beeld verschijnt, op instel-
len
EÓ en volg de instructies op.
Herhaal de procedure zonodig, tot alle kanalen
die u wilt afstellen zijn ingesteld. Druk als alle
instellingen zijn uitgevoerd, tweemaal op de
insteltoets
EÓ en de AVR 2500 zal terug-
keren naar normale bediening.
OPMERKING: de uitgangsniveaus kunnen voor
iedere digitale en analoge surroundfunctie afzon-
derlijk ingesteld worden. Indien u andere niveaus
voor een specifieke functie wenst, kies dan die
functie en volg stapsgewijs bovengenoemde
instructies.
Het veranderen van de niveaus als hiervoor aan-
gegeven zal automatisch ook de niveaus die
worden aangegeven tijdens de Instelling van het
Uitgangsniveau (zie pagina 21) overeenkomstig
veranderen en zullen in het geheugen van de
AVR 2500 bewaard blijven, ook wanneer het
apparaat wordt uitgeschakeld. Voor wat betreft
de Stereo en VMAx functies, is de hier beschre-
ven procedure de enige methode om een uit-
gangsniveau in te stellen, d.w.z. om een VMAx
niveau met andere functies in overeenstemming
te brengen.
Helderheid display
De display Ú op het frontpaneel van de 
AVR 2500 is standaard ingesteld op een helder-
heidsniveau dat voldoende is om de informatie in
een normaal verlichte ruimte te kunnen lezen.
Het is echter mogelijk dat u onder bepaalde
omstandigheden de helderheid tijdelijk wilt 
wijzigen, of zelfs geheel wilt uitschakelen.
De helderheid van het display kan ook gewijzigd
worden door de toets instellen
F 3 seconden
ingedrukt te houden, tot in de display M de
aanwijzing VFD FULL (volledig) aangegeven
wordt. Binnen 3 seconden dient u 
/
instellen
5 in te drukken tot de gewenste helderheid si
bereikt. Op dat moment drukt u weer op 
instellen Ó om de instelling te activeren.
Geheugenbeveiliging
De AVR 2500 is uitgerust met een geheugenbe-
veiliging die de opgeslagen zenders van de tuner
en de systeemconfiguratie vasthoudt als het
apparaat helemaal wordt uitgeschakeld, de 
stekker uit het stopcontact wordt genomen of
wanneer de netspanning uitvalt. Dit geheugen
blijft ca. 2 weken behouden; daarna dient alle
informatie opnieuw te worden ingevoerd.
Page of 50
Display

Click on the first or last page to see other AVR 2500 (serv.man7) service manuals if exist.