DOWNLOAD Harman Kardon AVR 240 (serv.man3) Service Manual ↓ Size: 1.97 MB | Pages: 50 in PDF or view online for FREE

Model
AVR 240 (serv.man3)
Pages
50
Size
1.97 MB
Type
PDF
Document
User Manual / Operation Manual
Brand
Device
Audio
File
avr-240-sm3.pdf
Date

Harman Kardon AVR 240 (serv.man3) User Manual / Operation Manual ▷ View online

SYSTEEMCONFIGURATIE 17
Wij raden u aan de eerste maal dat u de AVR
gebruikt het systeem te configureren met het
EzSet+ proces waarmee de luidsprekers snel en
zeker voor grootte en vertraging worden ingesteld
en in balans gebracht en de AVR wordt ingesteld
op uw systeem en uw kamer. Voordat u de
EzSet+ procedure begint dienen een paar instel-
lingen gemaakt te worden om een nauwkeurige
resultaat te verzekeren.
De standaard fabrieksinstellingen voor de AVR 240
zijn alle geconfigureerd voor analoge audiosigna-
len, uitgezonderd de DVD-ingang, waar de Coax
Digitale Ingang
 standaard is en de Video 2
ingang waar Optisch Digitale Audio Ingang
 standaard is. Is het DSP processor systeem voor
het eerst gebruikt voor een willekeurige ingang,
dan wordt de luidsprekerinstelling automatisch in
‘Small’ (klein) en de subwoofer op ‘LFE’ gezet. De
standaardinstelling voor de surround functies is
Logic 7 Music, hoewel Dolby Digital of DTS auto-
matisch worden gekozen wanneer een bron met
een digitaal signaal in gebruik is.
Voordat het apparaat in gebruik wordt genomen,
zullen de instellingen voor de meeste ingangen
waarschijnlijk gewijzigd dienen te worden, om ze
correct te configureren voor het gebruik met digita-
le of analoge ingangen en de surround functie die
aan de ingang is gekoppeld. Denk eraan dat deze
instellingen voor elke gebruikte ingang gemaakt
dienen te worden, aangezien het geheugensys-
teem van de AVR de instellingen voor elke ingang
afzonderlijk opslaat. Anderzijds zullen eerst nieuwe
instellingen gemaakt dienen te worden nadat de
systeemcomponenten gewijzigd zijn.
Om dit proces snel en eenvoudig uit te voeren
raden wij aan het Full-OSD (volledig) systeem met
menu’s in beeld te gebruiken en stap voor stap
alle ingangen te doorlopen.
Wij raden aan de instellingen voor alle ingangen
te noteren in de daarvoor bestemde bijlage achter
in deze handleiding, voor het geval door stroom-
uitval of een andere reden alle instellingen
opnieuw moeten worden gemaakt.
Opzet Ingangen
De eerste stap bij het configureren van de AVR is
het kiezen van een ingang, om een analoge of
digitale ingang te koppelen aan elke bron, b.v.
CD of DVD. Denk er aan dat wanneer de ingang
is gekozen, alle instellingen voor de Digitale
Ingang, Luidspreker Configuratie, Vertraging en
Surround Functie daaraan gekoppeld zullen
worden en in een geheugen worden opgeslagen.
Dat betekent dat deze instellingen ook automa-
tisch voor andere ingangen gebruikt zullen wor-
den. Daarom dienen onderstaande instellingen
voor elke ingang herhaald te worden, zodat elke
ingang naar eigen inzicht en voorkeur aangepast
kan worden. Eenmaal gemaakt, is wijziging alleen
nodig wanneer u voor een bepaalde ingang een
andere instelling wenst.
Wanneer u het Full-OSD (volledig in-beeld) sys-
teem gebruikt om instellingen te maken, drukt u
eenmaal op OSD
L waarop het hoofdmenu
MASTER MENU
(Afb. 1) verschijnt. Denk er aan
dat de 
cursor naast de regel van de 
INPUT
SETUP
staat. Druk op instellen
F om het
menu te openen, waarna het 
INPUT SETUP
menu (Afb. 2) in beeld verschijnt. Druk op 
/
E tot de gewenste ingang gemarkeerd
wordt en een blauwe LED oplicht bij de ingangs-
indicatie 
 op de voorzijde. Als de ingang
gebruik maakt van de standaard links/rechts ana-
loge ingang is er geen verdere instelling nodig.
Afbeelding 2
De AVR biedt de mogelijkheid alle ingangen
(behalve tuner) een andere naam te geven in de dis-
play en bij in-beeld aanwijzingen. Handig wanneer
u over meer dan één videorecorder beschikt en u
bijvoorbeeld een merknaam met de ingang wilt
associëren of een naam wilt gebruiken waaraan u
de gekozen bron gemakkelijk kunt herkennen.
Om de naam van de ingang te wijzigen drukt u
op 
/
¤
Navigatie
D op de afstandsbedie-
ning zodat de cursor 
➞ naar 
NAME
(naam)
wijst. Druk vervolgens op Set
F en houd deze
een paar seconden vast tot rechts van de kolom
een knipperend hokje verschijnt. Laat dan meteen
Set
F los en u kunt de nieuwe naam invoeren.
Druk op 
/
¤
Navigatie
D waarop een over-
zicht van alle alfanumerieke karakters verschijnt,
beginnend met hoofdletters, gevolgd door kleine
letters en tenslotte nummers en symbolen. Drukt
u op 
¤
Navigatie
D dan verschijnt een reeks
symbolen en nummers, gevolgd door een omge-
keerd overzicht van kleine letters. Druk nu op de
toets in de gewenste richting tot het eerste karak-
ter van de gewenste naam verschijnt. Wilt u een
spatie als eerste karakter gebruiken, druk dan op
Navigatie
.
Zodra het gewenste karakter verschijnt drukt u op
Navigatie
 en u herhaalt deze procedure
voor de volgende letter, enzovoort tot de gewens-
te naam van maximaal 14 karakters is ingevoerd.
Druk op Set
F om de ingevoerde naam in het
systeemgeheugen op te slaan en verder te gaan
met de configuratie.
Wanneer uw systeem een bron bevat die is voor-
zien van Y/Pr/Pb component video ingangen kan
de AVR deze omschakelen en de juiste signalen
naar het beeldscherm sturen. Voor extra flexibili-
teit kunnen de Component Video Ingang
en 
 aan elke bron worden toegewezen. De
standaardinstelling voor Video 1 Component
Video Ingang
 is DVD en Video 2
Component Video Ingang
 is toegewezen
aan de overige ingangen. Beschikt uw systeem
(nog) niet over component video of hoeft de stan-
daard instelling niet gewijzigd te worden, druk
dan op 
¤
Navigatie
D om naar de volgende
instelling te gaan.
Om de toewijzing van Component Video te wijzi-
gen eerst controleren of de 
➞ cursor in het menu
naar 
COMPONENT IN
wijst en druk dan op
/
Navigatie
E tot de gewenste ingang
gemarkeerd wordt. Wanneer u door het overzicht
van de beschikbare ingangen loopt, kunt u van
tijd tot tijd een lichte klik horen. Dat is normaal
en wordt veroorzaakt door het relais dat gebruikt
wordt om te schakelen tussen de drie Component
Video Ingangen.
Is de gewenste ingang gekozen, druk dan op 
¤
Navigatie
D om naar de volgende instelling te
gaan.
Indien een van de digitale ingangen gekoppeld
moet worden aan de gekozen bron drukt u op 
¤
D op de afstandsbediening terwijl het menu
INPUT SETUP
(Afb. 2) in beeld staat en de
cursor gaat naar beneden, naar de regel 
DIGI-
TAL IN
. Druk zo vaak op 
/
E tot de
naam van de gewenste digitale ingang verschijnt.
Om terug te gaan naar de 
ANALOG
ingang,
drukt u op deze toetsen tot het woord ‘analog’
verschijnt. Staat de gewenste ingang in beeld,
druk dan weer op 
¤
D tot de 
cursor naast
BACK T O MASTER MENU
, en druk op
instellen
F.
Om een analoge of digitale ingang te koppelen
aan de gekozen ingang kunt u op elk moment op
de Digitale Ingangskeuze Û
G op de voor-
zijde of op de afstandsbediening drukken wan-
neer volledige in-beeld niet actief is. Binnen vijf
seconden wordt nu de ingang gekozen met in-
stellen 
7 op de voorzijde, of met 
/
¤
D op
de afstandsbediening tot de gewenste digitale of
analoge ingang in de display Ò en in het
onderste deel van de videodisplay die op de AVR
is aangesloten. Druk tenslotte op instellen
F
om de nieuwe digitale instelling op te slaan.
    *   I N P U T   S E T U P   *    
I N P U T           : D V D
N A M E :
C O M P O N E N T   I N : C O M P   V 1
D I G I T A L   I N : C O A X I A L   1
A U T O   P O L L   : O F F
B A C K   T O   M A S T E R   M E N U
Systeemconfiguratie
18 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Sommige digitale videobronnen zoals een kabel-
box of een HDTV set-top kunnen wisselen tussen
analoog en digitaal signaal, afhankelijk van de
ontvangen zender. De Auto Polling (automatische
doorschakeling) van de AVR 240 voorkomt dat
het audiosignaal in zo’n situatie wegvalt, door
zowel het analoge als het digitale signaal met de
AVR te verbinden. Digitale audio is de standaard
positie, maar het apparaat schakelt automatisch
over naar de analoge ingang wanneer het digitale
audiosignaal wegvalt.
In die gevallen waar alleen een digitale bron
wordt gebruikt, kan het nodig zijn de automati-
sche doorschakeling los te koppelen om te voor-
komen dat de AVR een analoog signaal probeert
te vinden wanneer het digitale wegvalt. Om de
automatische doorschakeling voor een bepaalde
ingang uit te schakelen kijkt u eerst of de 
➞ cur-
sor op de 
AUTO POLL
regel in het menu staat.
Vervolgens drukt u op 
/
Navigatie
E
zodat 
OFF
in negatief video wordt aangegeven.
Herhaal de procedure om zonodig later de auto-
matische doorschakeling weer te herstellen door
O N
(aan) te kiezen.
Wanneer 
DMP als bron is gekozen, ver-
schijnt een extra regel in het menu waarin u kunt
bepalen of de iPod geladen moet worden terwijl
deze in de 
is geplaatst en de AVR 240
in standby is gezet. Druk om te kiezen op 
/
¤
D tot de _ cursor naast de regel 
RECHARGE
IN ST-BY
. Druk op 
/
E tot 
YES
(ja)
verschijnt wanneer geladen moet worden. De
blauwe verlichting van Bridge blijft dan branden
wanneer de AVR 240 in standby staat om aan te
geven dat wordt geladen. De standaard instelling
is 
N O
(nee) en dan gaat het laden van de in de
geplaatste iPod niet door wanneer de
AVR wordt uitgeschakeld.
Druk wanneer alle gewenste instellingen zijn
gemaakt op
¤
D tot 
cursor naast 
BACK
TO MASTER MENU
(terug naar hoofdmenu)
om verder te gaan met de systeemconfiguratie.
Audio Opzet
In dit menu kunt u de klankregeling configureren
en de upsampling in- of uitschakelen. Wilt u op
dit moment de instellingen niet veranderen, ga
dan verder naar het volgende menu. Mocht u wel
wijzigingen willen aanbrengen, controleer dan of
het 
HOOFD MENU
in beeld staat en dat de 
cursor naar 
AUDIO SETUP
(audio opzet) wijst
en druk op Set
F. Het 
AUDIO SETUP
menu
verschijnt (Afb. 3).
Afbeelding 3
Op de eerste regel wordt bepaald of de hoog/laag
klankregeling in de signaalweg wordt opgeno-
men. Standaard is deze ingeschakeld en wanneer
u deze wilt verwijderen om de schakeling of
‘recht’ te zetten, controleer dan of de 
➞ cursor
naar de regel 
TONE
(klankregeling) in het menu
wijst en druk op 
/
Navigatie
E zodat 
OUT
(uit) in negatief video wordt gemarkeerd.
Wilt u de klankregeling in de signaalweg laten
staan, dan kunt u laag en hoog versterker of ver-
zwakken door op 
/
¤
Navigatie
E zodat de
➞ cursor naast de regel staat die u wilt corrige-
ren. Vervolgens drukt u op 
/
Navigatie
E
tot de gewenste instelling verschijnt.
Surround Opzet
De volgende stap voor die ingang is het instellen
van de surround functie die met die ingang
gebruikt moet worden. Aangezien de surround-
functies een kwestie zijn van persoonlijke smaak,
bent u vrij in uw keuze – die bovendien later
gewijzigd kan worden. Het Surround Functie
Overzicht op pagina 26 kan u helpen de functie
te kiezen die het beste past bij de gekozen
ingang. Zo kunt u Dolby Pro Logic II of Logic 7
voor de meeste ingangen kiezen en Dolby Digital
voor ingangen aangesloten op digitale bronnen.
Voor ingangen zoals CD-speler, tape deck of tuner
kan het best de stereofunctie worden gekozen,
wanneer dat tenminste de luisterfunctie is die
voor de standaard stereobronnen wordt gebruikt.
Voor die bronnen is het onwaarschijnlijk dat er
materiaal met surroundcodering zal worden afge-
speeld. Als alternatief kan de 5 Kanaals Stereo of
Logic 7 Music functie worden gekozen voor ste-
reo programmamateriaal.
De surround instellingen worden het gemakke-
lijkst gemaakt via de Full-OSD (volledig) menu’s
in beeld. Druk vanuit het hoofdmenu 
MASTER
MENU
(Afb. 1) op de 
/
¤
D tot de cursor 
naast het 
SURROUND SELECT
menu staat.
Druk op instellen 
F tot het 
SURROUND
SELECT
menu (Afb. 3) in beeld verschijnt.
Afbeelding 4
Elke regel in dit menu (afb. 4) kiest een surround
functiegroep en binnen elk van deze categorieën
kan uit specifieke opties worden gekozen. De
keuze aan functies wisselt afhankelijk van de luid-
sprekerconfiguratie in uw systeem.
Wanneer de regel 
SURR BACK
regel van het
SPEAKER SETUP
menu (afb. 11) op 
NONE
(geen) staat, is de AVR geconfigureerd voor 5.1
kanaals bedrijf en alleen de functies bestemd
voor een vijf luidspreker opstelling zullen verschij-
nen. Wanneer de regel 
SURR BACK
in het
SPEAKER SETUP
menu (afbeelding 11) op
SMALL
(klein) of 
LARGE
(groot) is ingesteld,
is de AVR geconfigureerd voor 6.1/7.1-kanalen
gebruik en extra functies als Dolby Digital EX en 
7 STEREO of Logic 7 7.1 verschijnt. Bovendien, de
functies DTS ES (Discrete) en DTS+NEO:6 (DTS-ES
Matrix) die in de AVR beschikbaar zijn, verschij-
nen alleen bij een digitale bron met het juiste
digitale signaal.
Daarnaast verschijnen sommige functies van de
AVR 240 niet tenzij een digitale bron is gekozen
en de juiste bitstream wordt afgespeeld.
Bedenk dat u met een enkele surround achter
luidspreker wel de voordelen van een 6.1/7.1 sys-
teem krijgt, zij het met slechts één luidspreker
achter in de kamer. De functie-indicaties geven
dan soms 7.1 aan, maar ten opzichte van 6.1 is
dan geen enkele correctie noodzakelijk. Onthoud
ook dat de AVR de informatie van de linker en
rechter surround achter kanalen in 7.1 functies
zoals Logic 7/7.1 en 7-kanalen stereo zal combi-
neren en zal afgeven als één enkel surround ach-
ter kanaal.
Opmerking: wanneer een Dolby Digital of DTS
bron wordt gekozen en speelt kiest de AVR auto-
matisch de juiste surround functie, ongeacht de
standaard instelling voor die ingang. In dat geval
zijn geen andere surround functies beschikbaar,
uitgezonderd VMAx bij Dolby Digital opnamen en
alle Pro Logic II functies met Dolby Digital 
2-kanaals (2.0) opnamen. Zie pagina 33.
*   S U R R O U N D   S E L E C T   *
D O L B Y   S U R R O U N D
D T S
L O G I C   7
D S P ( S U R R )
V M A x
S T E R E O
B A C K   T O   M A S T E R   M E N U
    *   A U D I O   S E T U P   *    
  T O N E               : I N
  B A S S               : 0
  T R E B L E           : 0
  B A C K   T O   M A S T E R   M E N U
SYSTEEMCONFIGURATIE  19
Om de functie vast te leggen die standaard voor
een ingang wordt gekozen drukt u eerst op
/
¤
D tot de in-beeld cursor naast de hoofd
categorie met de gewenste functie staat. Druk
dan op de insteltoets 
F om het submenu op te
roepen. Druk op 
/
E om door de
beschikbare mogelijkheden te gaan en druk op
¤
D tot de cursor bij 
BACK TO MASTER
MENU
(terug naar hoofdmenu) staat om het
setup proces et vervolgen.
In het 
DOLBY SURROUND
menu (afbeel-
ding 4) kan gekozen worden uit Dolby Digital,
Dolby Pro Logic II en IIx Music, Dolby Pro Logic II
en IIx Cinema, Dolby Pro Logic II en Dolby 3
Stereo. De Dolby Digital EX en Dolby Pro Logic IIx
functies zijn alleen beschikbaar wanneer het sys-
teem ingesteld is op 6.1/7.1 gebruik door de sur-
round achter luidsprekers op Small (klein) of
Large (groot) te configureren als beschreven op
pagina 23. Wanneer een disc speelt met een spe-
ciale code in de digitale audio datastroom, wordt
automatisch de EX functie gekozen, maar deze
kan ook gekozen worden via dit menu of via het
frontpaneel of de afstandsbediening als aangege-
ven op pagina 33. Een volledig overzicht van
deze functies vindt u op pagina 30-31. Denk er
aan dat wanneer Dolby Digital is gekozen er aan-
vullende instellingen beschikbaar komen voor de
Nacht Functie die alleen met surround gekoppeld
zijn, niet met de ingang. Daarom hoeven deze
instellingen slechts eenmalig gemaakt te worden
en niet met elke gebruikte ingang. In het volgen-
de hoofdstuk worden deze behandeld.
Afbeelding 5
Wanneer de 
➞ cursor op de regel 
MODE
(func-
tie) staat, drukt u op 
/
Navigatie
E om
de gewenste Dolby functie te kiezen, wederom
rekening houdend met het feit dat de verschillen-
de functies waaruit kan worden gekozen, wordt
bepaald door het gebruikte programmamateriaal
en het aantal luidsprekers in uw systeem.
Wanneer Dolby Pro Logic II Music of Dolby Pro
Logic IIx Music als luisterfunctie is gekozen, zijn
drie speciale instellingen beschikbaar om het
klankbeeld geheel aan uw smaak en de luister-
omstandigheden aan te passen. Zijn andere
Dolby Surround functies gekozen, dan geven stip-
pellijnen aan dat deze instellingen niet actief zijn.
• Center Width (breedte): deze instelling corri-
geert de balans van de stemmen verdeeld over
de links/rechts luidsprekers en de center luid-
spreker. De lagere instellingen spreiden het
geluid van het center kanaal meer over de
links/rechts luidsprekers. Een hogere instelling
(max. “7”) geeft een smallere presentatie van
het center kanaal.
• Dimension (afmetingen): deze instelling wijzigt
de perceptie van de diepte van het surround
klankbeeld door het ondieper te maken, waar-
door de geluiden dichter bij het front van de
kamer lijken, of juist een diepere presentatie
waarbij het centrum zich meer naar de achter-
zijde van de kamer lijkt te verplaatsen. De
instelling “0” is de neutrale standaardinstelling
met het “R-3” bereik voor een dieper naar ach-
ter georiënteerd beeld en “F-3” voor een
ondieper, naar voor georiënteerd beeld.
• Panorama: schakel deze instelling in of uit om
een meer omringende weergave te krijgen die
vooral de perceptie van geluid van de zijwan-
den van de kamer versterkt.
Om deze parameters te wijzigen, drukt u op
/
¤
Navigatie
D terwijl het DOLBY SUR-
ROUND menu in beeld staat tot de 
➞ cursor op
de regel staat met de parameter die u wilt wijzi-
gen. Druk dan op 
/
Navigatie
E om de
instelling naar wens te wijzigen.
Denk er aan dat wanneer Dolby Digital is geko-
zen er aanvullende instellingen beschikbaar
komen voor de Nacht Functie die alleen met sur-
round gekoppeld zijn, niet met de
ingang.Vandaar dat deze instellingen slechts één
keer gemaakt worden en niet voor elke ingang
afzonderlijk.
Instellen nachtfunctie
De nachtfunctie is een functie van Dolby Digital
die een speciale bewerking gebruikt om het
dynamisch bereik en de verstaanbaarheid van het
filmgeluid te behouden, terwijl het piekniveau
begrensd wordt. Zo wordt voorkomen dat plotse-
ling pieken anderen storen, zonder dat de impact
van de digitale bron al te zeer wordt aangetast.
Merk op dat de nachtfunctie alleen beschikbaar
is bij weergave van Dolby Digital signalen.
Om de Nacht Functie vanuit het menu in te stel-
len drukt u op OSD
L zodat het 
MASTER
(hoofd) menu verschijnt. Druk vervolgens op 
¤
D om het 
AUDIO SETUP
menu te
openen en druk op Set 
F om het 
SUR-
ROUND SETUP
menu te kiezen. Druk op Set
F om het 
DOLBY
menu te kiezen (zie afb. 6).
Afbeelding 6
Om de Nacht Functie in te stellen kijkt u of de
cursor 
➞ op 
NIGHT
in het 
DOLBY
menu
staat. Druk dan op 
/
E om te kiezen uit
de volgende mogelijkheden:
OFF
(uit): wanneer OFF (uit) is gemarkeerd,
werkt de nachtfunctie niet.
MID
(medium): wanneer MID (medium) gemar-
keerd is wordt een geringe compressie toegepast
worden.
MAX
: wanneer MAX gemarkeerd is wordt een
sterke compressie toegepast.
Wanneer u de Night functie wilt gebruiken, raden
we u aan aanvankelijk de MID instelling (medi-
um) te kiezen en eventueel later, indien nodig,
naar MAX (maximum) te gaan.
Denk er aan dat de Night functie op elk moment
direct gecorrigeerd kan worden wanneer de
Dolby Digital surround functie is geactiveerd door
op Night
B te drukken. Wanneer u op de toets
drukt verschijnt 
D-RANGE
in het onderste
derde deel van het beeld en in de display Ò.
Druk binnen drie seconden op de 
/
¤
D om
de gewenste instelling te kiezen en vervolgens op
instellen
F om de instelling te bevestigen.
De laatste optie in dit menu is het instellen van
de upsampling functie. Bij normaal gebruik staat
deze functie uit, wat wil zeggen dat digitale
bronnen op hun oorspronkelijke sampling rate
worden verwerkt. Voorbeeld: een 48 kHz digitale
bron wordt verwerkt op 48 kHz. U kunt echter de
AVR 240 ook deze 48 kHz signalen laten upsam-
pelen naar 96 kHz voor extra resolutie.
Om deze functie te activeren drukt u op 
/
¤
n zodat de cursor 
op de regel
UPSAPLING
staat zodat 
O N
(in) wordt
gemarkeerd. Denk er aan dat deze functie 
alleen beschikbaar is voor Dolby Pro Logic II
Music, Dolby Pro Logic II Movie, Dolby Pro Logic
en Dolby 3 Stereo.
In het 
DTS
menu worden de keuzes die
gemaakt zijn met 
/
E op de afstandsbe-
diening bepaald door de combinatie van het
soort DTS programma materiaal dat wordt afge-
speeld en of het gaat om een 5.1 dan wel een
6.1/7.1 luidspreker configuratie.
  * DOLBY SURROUND *
MODE:DOLBY DIGITAL
CENTER WIDTH:----
DIMENSION   :----
PANORAMA    :----
NIGHT       :OFF
UPSAMPLING  :---- 
BACK TO SURROUND SELECT
  * DOLBY SURROUND *
MODE:DOLBY PLIIx MUSIC
CENTER WIDTH:3
DIMENSION   :0
PANORAMA    :OFF
NIGHT       :----
UPSAMPLING  :OFF 
BACK TO SURROUND SELECT
Systeemconfiguratie
20 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Wanneer een DTS bron actief is wordt de
functiekeuze voor 7.1 systemen bepaald door het
type signaal (DTS Stereo, DTS 5.1, DTS-ES Matrix
of DTS-ES Discrete). Druk op 
/
E om
door de voor het systeem en het lopende
programma beschikbare keuzes te lopen.
Wanneer geen bron actief is, of tijdens het
afspelen van een analoge bron, zijn alleen de DTS
Neo:6 surround functies beschikbaar. Deze
omvatten DTS Neo:6 3-kanalen Cinema
(aanbevolen wanneer front links, rechts en center
luidsprekers aanwezig zijn maar geen surround
luidsprekers), DTS Neo:6 5-kanalen Cinema
(aanbevolen voor film en televisie), DTS Neo:6 5-
kanalen Music (optimaal voor mzuiek alleen
materiaal) en DTS Neo:6 6-kanalen Cinema en
Music (beschikbaar wanneer de Surround Achter
luidsprekers zijn geconfigureerd als 
LARGE
of
SMALL
als beschreven op pagina 23).
Wanneer een 5.1 configuratie in gebruik is zal de
AVR automatisch de 5.1 versie van DTS kiezen
zodra een DTS data stream wordt ontvangen.
Wordt 6.1/7.1 gekozen dan zal DTS-ES Discrete
automatisch worden geactiveerd zodra een DTS
bron met de ES Discrete vlag wordt gebruikt, ter-
wijl de DTS-ES Matrix functie wordt geactiveerd
wanneer een ES Matrix gecodeerd audionummer
wordt ontvangen. In beide gevallen wordt desbe-
treffende surround functie aangegeven oop de
display Ò en in beeld. In al die gevallen licht
DTS-ES op. Wordt een niet-DTS disc afgespeeld
en is 6.1/7.1 gekozen, dan zal het apparaat auto-
matisch DTS+NEO:6 kiezen voor een volledig 
8 luidspreker surround weergave. Wanneer een
DTS 96/24 signaal wordt gedetecteerd staat de
AVR 240 standaard in de DTS surround functie en
verwerkt de hogere resolutie signalen die aanwezig
zijn automatisch vanwege de hogere sampling
frequentie. Zie pagina 30 en 31 voor uitleg over
de DTS functies.
In het 
LOGIC 7
menu wordt de keus met 
/
E op de afstandsbediening bepaald door
de luidspreker configuratie 5.1 of 6.1/7.1 die in
gebruik is. In beide gevallen biedt de keus van
Logic 7 functie de Harman Kardon exclusieve
Logic 7 processor een volledig omringend, meer-
kanaals surround van een tweekanaals Stereo of
Matrix gecodeerd programma, zoals een VHS
cassette, laserdisc of televisieprogramma met
Dolby Surround.
In de 5.1 configuratie kunt u Logic 7/5.1 Music,
Cinema of Enhanced kiezen. Deze werken het
beste met tweekanaals muziek, surround geco-
deerde programma’s of standaard tweekanaals
programma’s van elk type. Is 6.1/7.1 gekozen,
dan zijn Logic 7/7.1 Music of Cinema beschik-
baar, maar alle 8 kanalen worden uitgestuurd.
Denk er aan dat de Logic 7 functies niet beschik-
baar zijn wanneer Dolby Digital of DTS Digital
geluid wordt gespeeld.
In het 
DSP
(
SURR
)
menu wordt met 
/
E op de afstandsbediening een van de DSP
surround functies gekozen die ontwikkeld zijn
voor gebruik met tweekanaals stereo program-
ma’s voor een reeks ruimtebeelden. De mogelijk-
heden zijn Hall 1, Hall 2, Theater, VMAx Near en
VMAx Far. De Hall en Theater functies zijn
bedoeld voor meerkanaals systemen, terwijl de
beide VMAx functies geoptimaliseerd zijn voor
een volledig klankbeeld met uitsluitend de front
links en rechts luidsprekers. Zie pagina 30-31
voor een uitgebreid overzicht van de DSP functies.
Denk er aan dat de Hall en Theater functies niet
beschikbaar zijn wanneer Dolby Digital of DTS
materiaal wordt afgespeeld.
In het 
STEREO
menu wordt gekozen met 
/
E op de afstandsbediening voor traditione-
le stereoweergave zonder surround, of voor 
5 C H Stereo
of 
7 C H Stereo
decode-
ring bepaald door het gebruik van 5.1 of 6.1/7.1.
In het laatste geval wordt het stereosignaal naar
beide front luidsprekers gestuurd, naar de achter
luidsprekers en de beide surround achter luidspre-
kers (indien aanwezig), terwijl de mono signalen
over alle luidsprekers worden verspreid, ook de
centrum. Zie pagina 30-31 voor een toelichting
van de 5 CH Stereo en 7 CH Stereo functies.
Nadat de keuzes in Dolby, DTS, Logic 7, DSP (Sur-
round) of Stereo menu’s zijn gemaakt, drukt u op
/
¤
D zodat de cursor naar 
BACK T O
SURR SELECT
regel en druk op instellen
F.
Configureren Surround Uit 
(Stereo) Functies
Voor superieure weergave van tweekanaals mate-
riaal biedt de AVR twee stereofuncties: een analo-
ge Stereo-Direct functie waarbij de digitale sig-
naalbewerking wordt gepasseerd en zo een com-
pleet analoge signaalweg ontstaat en de zuiver-
heid van het signaal blijft behouden, en een digi-
tale functie waarbij het Bas Management  voor
optimale verdeling van het laag over kleinere
luidsprekers en de subwoofer wel actief blijft.
Stereo-Direct (Bypass) Functie
Wanneer de analoge Stereo-Direct functie wordt
gekozen door op de Stereo Functiekeuze
tot 
SURROUND OFF
in de display Ò en de
Surround Functie ( met 
SURROUND OFF
oplicht, zal de AVR het analoge materiaal direct
doorsturen naar de front links en rechts luidspre-
kers en wordt het digitale gedeelte overgeslagen.
In deze functie worden de front links en rechts
luidsprekers automatisch als 
LARGE
(groot)
geconfigureerd; het is niet mogelijk in dit geval
SMALL
(klein) in te stellen.
Met de AVR in Stereo Bypass (passeerfunctie)
kunt u nog altijd de subwoofer configureren
zodat die uitgeschakeld is en een breedbandsig-
naal naar de front links/rechts luidsprekers wordt
gestuurd, dan wel deze configureren zodat de
subwoofer geactiveerd wordt. Standaard is de
subwoofer uitgeschakeld in deze functie, maar u
kunt dat als volgt veranderen:
1. Druk op Luidsprekerkeuze 6
.
2. Druk op Instellen
F@ om het configuratie
menu op te roepen.
3. Druk op 
/
¤
D op de afstandsbediening
of op 
/
7 op de voorzijde om de gewenste
optie te kiezen.
SUBNONE
schakelt de 
subwoofer uit, terwijl 
SUB <L+R>
deze
inschakelt.
4. Is de gewenste instelling gemaakt druk dan op
Instellen 
F@ om naar normaal bedrijf terug te
gaan.
Stereo-Digitaal Functie
Wanneer de Stereo-Direct (passeerfunctie) functie
wordt gebruikt, gaat altijd een breedband signaal
naar de front links/rechts luidsprekers. In dat
geval gaat vanzelfsprekend geen signaal door de
digitale bewerking van de AVR. Wanneer uw front
luidsprekers geen breedband typen zijn maar
‘satelliet’ luidsprekers, raden we u aan voor ste-
reo luisteren niet de Bypass functie te gebruiken,
maar de 
DSP SURROUND OFF
functie.
Om in tweekanaals stereo te luisteren en gebruik
te maken van het Bas Management systeem drukt
u op Stereofunctie
 tot 
SURROUND
OFF
in de display Ò verschijnt en de DSP en
SURR. OFF
Surroundfunctie ( beide
oplichten. Licht alleen 
SURR. OFF
Surroundfunctie ( op dan staat de AVR in de
Stereo-Direct (Bypass) functie.
Wanneer deze functie in gebruik is kunnen de
front links/rechts luidsprekers en de subwoofer
geconfigureerd worden op de specificaties van de
gebruikte luidsprekers, als aangegeven in de
paragraaf over luidspreker opzet (Speaker Setup)
verderop.
Automatische Luidspreker
Configuratie met EzSet+
De AVR 240 is een van de eerste receivers in zijn
klasse die voorzien is van automatische luidspre-
ker configuratie en kalibratie. Dankzij gebruik van
een reeks testsignalen en moderne digitale pro-
cessor wordt het installeren van uw nieuwe recei-
ver aanzienlijk vereenvoudigd en zijn handinstel-
ling van grootte, wisselfrequenties, vertraging en
uitgangsniveaus niet langer nodig. EzSet+ atten-
tendeert zelfs op fouten in de luidsprekerverbin-
dingen.
Page of 50
Display

Click on the first or last page to see other AVR 240 (serv.man3) service manuals if exist.