DOWNLOAD Harman Kardon AVR 235 (serv.man10) Service Manual ↓ Size: 875.46 KB | Pages: 44 in PDF or view online for FREE

Model
AVR 235 (serv.man10)
Pages
44
Size
875.46 KB
Type
PDF
Document
User Manual / Operation Manual
Brand
Device
Audio
File
avr-235-sm10.pdf
Date

Harman Kardon AVR 235 (serv.man10) User Manual / Operation Manual ▷ View online

SYSTEEMCONFIGURATIE 21
Systeemconfiguratie
¤
D om het 
AUDIO SETUP
menu te
openen en druk op Set 
F om het 
SUR-
ROUND SETUP
menu te kiezen. Druk op Set
F om het 
DOLBY
menu te kiezen (zie afb. 7).
Afbeelding 7
Om de Nacht Functie in te stellen kijkt u of de
cursor 
➞ op 
NIGHT
in het 
DOLBY
menu
staat. Druk dan op 
/
E& om te kiezen uit
de volgende mogelijkheden:
OFF
(uit): wanneer OFF (uit) is gemarkeerd,
werkt de nachtfunctie niet.
MID
(medium): wanneer MID (medium) gemar-
keerd is wordt een geringe compressie toegepast
worden.
MAX
: wanneer MAX gemarkeerd is wordt een
sterke compressie toegepast.
Wanneer u de Night functie wilt gebruiken, raden
we u aan aanvankelijk de MID instelling (medium)
te kiezen en eventueel later, indien nodig, naar
MAX (maximum) te gaan.
Denk er aan dat de Night functie op elk moment
direct gecorrigeerd kan worden wanneer de Dolby
Digital surround functie is geactiveerd door op
Night
B te drukken. Wanneer u op de toets
drukt verschijnt 
D-RANGE
in het onderste
derde deel van het beeld en in de display
˜.
Druk binnen drie seconden op de 
/
¤
D om
de gewenste instelling te kiezen en vervolgens op
instellen
F om de instelling te bevestigen.
De laatste optie in dit menu is het instellen van
de upsampling functie. Bij normaal gebruik staat
deze functie uit, wat wil zeggen dat digitale bron-
nen op hun oorspronkelijke sampling rate worden
verwerkt. Voorbeeld: een 48 kHz digitale bron
wordt verwerkt op 48 kHz. U kunt echter de AVR
235 ook deze 48 kHz signalen laten upsampelen
naar 96 kHz voor extra resolutie.
Om deze functie te activeren drukt u op 
/
¤
n zodat de cursor 
op de regel
UPSAPLING
staat zodat 
O N
(in) wordt
gemarkeerd. Denk er aan dat deze functie 
alleen beschikbaar is voor Dolby Pro Logic II
Music, Dolby Pro Logic II Movie, Dolby Pro Logic
en Dolby 3 Stereo.
In het 
DTS
menu worden de keuzes die gemaakt
zijn met 
/
E& op de afstandsbediening
bepaald door de combinatie van het soort DTS
programma materiaal dat wordt afgespeeld en of
het gaat om een 5.1 dan wel een 6.1/7.1 luid-
spreker configuratie.
Wanneer een 5.1 configuratie in gebruik is zal de
AVR automatisch de 5.1 versie van DTS kiezen
zodra een DTS data stream wordt ontvangen.
Wordt 6.1/7.1 gekozen dan zal DTS-ES Discrete
automatisch worden geactiveerd zodra een DTS
bron met de ES Discrete vlag wordt gebruikt, ter-
wijl de DTS-ES Matrix functie wordt geactiveerd
wanneer een ES Matrix gecodeerd audionummer
wordt ontvangen. In beide gevallen wordt desbe-
treffende surround functie aangegeven oop de
display
˜ en in beeld. In al die gevallen licht
DTS-ES op. Wordt een niet-DTS disc afgespeeld
en is 6.1/7.1 gekozen, dan zal het apparaat auto-
matisch DTS+NEO:6 kiezen voor een volledig 8
luidspreker surround weergave. Zie pagina 26
voor een overzicht van de DTS functies.
In het 
LOGIC 7
menu wordt de keus met 
/
E& op de afstandsbediening bepaald door
de luidspreker configuratie 5.1 of 6.1/7.1 die in
gebruik is. In beide gevallen biedt de keus van
Logic 7 functie de Harman Kardon exclusieve
Logic 7 processor een volledig omringend, meer-
kanaals surround van een tweekanaals Stereo of
Matrix gecodeerd programma, zoals een VHS
cassette, laserdisc of televisieprogramma met
Dolby Surround.
In de 5.1 configuratie kunt u Logic 7/5.1 Music,
Cinema of Enhanced kiezen. Deze werken het
beste met tweekanaals muziek, surround geco-
deerde programma’s of standaard tweekanaals
programma’s van elk type. Is 6.1/7.1 gekozen,
dan zijn Logic 7/7.1 Music of Cinema beschik-
baar, maar alle 8 kanalen worden uitgestuurd.
Denk er aan dat de Logic 7 functies niet beschik-
baar zijn wanneer Dolby Digital of DTS Digital
geluid wordt gespeeld.
In het 
DSP
(
SURR
menu wordt met 
/
E& op de afstandsbediening een van de DSP
surround functies gekozen die ontwikkeld zijn
voor gebruik met tweekanaals stereo program-
ma’s voor een reeks ruimtebeelden. De mogelijk-
heden zijn Hall 1, Hall 2, Theater, VMAx Near en
VMAx Far. De Hall en Theater functies zijn
bedoeld voor meerkanaals systemen, terwijl de
beide VMAx functies geoptimaliseerd zijn voor
een volledig klankbeeld met uitsluitend de front
links en rechts luidsprekers. Zie pagina 25 voor
een uitgebreid overzicht van de DSP functies.
Denk er aan dat de Hall en Theater functies niet
beschikbaar zijn wanneer Dolby Digital of DTS
materiaal wordt afgespeeld.
In het 
STEREO
menu wordt gekozen met 
/
E& op de afstandsbediening voor traditione-
le stereoweergave zonder surround, of voor 
5 C H Stereo
of 
7 C H Stereo
decode-
ring bepaald door het gebruik van 5.1 of 6.1/7.1.
In het laatste geval wordt het stereosignaal naar
beide front luidsprekers gestuurd, naar de achter
luidsprekers en de beide surround achter luidspre-
kers (indien aanwezig), terwijl de mono signalen
over alle luidsprekers worden verspreid, ook de
centrum. Zie pagina 26-27 voor een toelichting
van de 5 CH Stereo en 7 CH Stereo functies.
Nadat de keuzes in Dolby, DTS, Logic 7, DSP (Sur-
round) of Stereo menu’s zijn gemaakt, drukt u op
/
¤
D zodat de cursor naar 
BACK T O
SURR SELECT
regel en druk op instellen
F.
Instellingen voor andere ingangen
Nadat een ingang voor de surroundfunctie, digita-
le ingang (indien van toepassing) en luidspreker-
typen is ingesteld, keert u terug naar de 
INPUT
SETUP
regel in het 
MASTER
(hoofd) menu en
u voert de instellingen in voor elke te gebruiken
ingang in. In de meeste gevallen wijken alleen de
digitale ingang en de surround functie af van de
ene en de andere ingang, terwijl het luidspreker-
type meestal hetzelfde zal (ingangen ingesteld op
GLOBAL
). Desgewenst kunnen echter ook ver-
schillende luidsprekertypen worden ingesteld, of
luidsprekers per gebruikte ingang in- of uitscha-
kelen.
Configureren Surround Uit 
(Stereo) Functies
Voor superieure weergave van tweekanaals mate-
riaal biedt de AVR twee stereofuncties: een analo-
ge Stereo-Direct functie waarbij de digitale sig-
naalbewerking wordt gepasseerd en zo een com-
pleet analoge signaalweg ontstaat en de zuiver-
heid van het signaal blijft behouden, en een digi-
tale functie waarbij het Bas Management  voor
optimale verdeling van het laag over kleinere
luidsprekers en de subwoofer wel actief blijft.
Stereo-Direct (Bypass) Functie
Wanneer de analoge Stereo-Direct functie wordt
gekozen door op de Stereo Functiekeuze
tot 
SURROUND OFF
in de display
˜ en de
Surround Functie
( met 
SURROUND OFF
oplicht, zal de AVR het analoge materiaal direct
doorsturen naar de front links en rechts luidspre-
kers en wordt het digitale gedeelte overgeslagen.
In deze functie worden de front links en rechts
luidsprekers automatisch als 
LARGE
(groot)
geconfigureerd; het is niet mogelijk in dit geval
SMALL
(klein) in te stellen.
Met de AVR in Stereo Bypass (passeerfunctie)
kunt u nog altijd de subwoofer configureren
zodat die uitgeschakeld is en een breedbandsig-
naal naar de front links/rechts luidsprekers wordt
gestuurd, dan wel deze configureren zodat de
    *   D O L B Y   S U R R O U N D   *
M O D E : D O L B Y   D I G I T A L
C E N T E R   W I D T H : - - - -
D I M E N S I O N       : - - - -
P A N O R A M A         : - - - -
N I G H T               : O F F
U P S A M P L I N G     : - - - - -  
B A C K   T O   S U R R O U N D   S E L E C T
22 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
subwoofer geactiveerd wordt. Standaard is de
subwoofer uitgeschakeld in deze functie, maar u
kunt dat als volgt veranderen:
1. Druk op Luidsprekerkeuze
6
'.
2. Druk op Instellen
F@ om het configuratie
menu op te roepen.
3. Druk op 
/
¤
D op de afstandsbediening
of op 
/
7 op de voorzijde om de gewenste
optie te kiezen.
SUBNONE
schakelt de 
subwoofer uit, terwijl 
SUB <L+R>
deze
inschakelt.
4. Is de gewenste instelling gemaakt druk dan op
Instellen 
F@ om naar normaal bedrijf terug
te gaan.
Stereo-Digitaal Functie
Wanneer de Stereo-Direct (passeerfunctie) functie
wordt gebruikt, gaat altijd een breedband signaal
naar de front links/rechts luidsprekers. In dat
geval gaat vanzelfsprekend geen signaal door de
digitale bewerking van de AVR. Wanneer uw front
luidsprekers geen breedband typen zijn maar
‘satelliet’ luidsprekers, raden we u aan voor ste-
reo luisteren niet de Bypass functie te gebruiken,
maar de 
DSP SURROUND OFF
functie.
Om in tweekanaals stereo te luisteren en gebruik
te maken van het Bas Management systeem
drukt u op Stereofunctie
 tot 
SUR-
ROUND OFF
in de display
˜ verschijnt en
de DSP en 
SURR. OFF
Surroundfunctie
(
beide oplichten. Licht alleen 
SURR. OFF
Surroundfunctie
( op dan staat de AVR in de
Stereo-Direct (Bypass) functie.
In deze functie wordt de instelling voor de front
links/rechts luidsprekers en de subwoofer gevolgd
van de specifieke luidspreker configuratie op
pagina 17.
Instelling vertraging
Vanwege de verschillende afstanden tussen de
luisterpositie tot de front luidsprekers en de sur-
round luidsprekers, is ook de tijd die het geluid
nodig heeft om uw oren te bereiken verschillend.
Door gebruik te maken van de vertraging kunnen
deze verschillen in luidsprekerpositie en kame-
rakoestiek in uw luisterruimte of home theater
gecompenseerd worden. Om de front, centrum en
surround kanalen opnieuw te synchroniseren is
het nodig eerst de afstand van de luister/kijk
positie naar de front, centrum, surround en sur-
round achter luidsprekers (indien aanwezig) in
meters te meten en te noteren.
Naast het corrigeren van de vertragingstijd voor
elke afzonderlijke luidsprekerpositie, kan bij de
AVR als een der weinige A/V receivers, ook de
vertraging voor alle luidsprekers van een groep
gecorrigeerd worden. Deze functie heet A/V Sync
Delay en compenseert voor vertragingen in het
videobeeld die kunnen ontstaan door vertragin-
gen in digitale videoschermen, video scalers, digi-
tale kabel- of satellietsystemen en videorecor-
ders. Met de juiste correctie van de A/V Sync
Delay kunt u het lipsynchroon lopen van beeld en
geluid in digitale videotoepassingen herstellen.
De vertraging voor alle luidsprekers van uw sys-
teem zal alleen beschikbaar zijn (bij 5.1 of
6.1/7.1 configuratie) wanneer een Dolby sur-
round functie is gekozen (uitgezonderd Dolby 3
stereo). Bovendien kunnen deze alleen bij deze
functies gekozen worden; bij alle andere liggen
de tijden vast.
Denk er aan dat de vertraging voor alle ingangen
'Global' zijn bij deze Dolby functies en niet voor
elke ingang herhaald behoeven te worden.
Om de vertraging te kunnen instellen eerst een
ingang kiezen die gekoppeld is aan een Dolby
functie. Vervolgens gaat u verder met het 
MAS-
TER MENU
(Afb. 1). Staat het systeem nog niet
in dat menu, druk dan op in-beeld display
L
om het hoofdmenu op te roepen. Druk driemaal op
¤
D of tot de in-beeld cursor ➞ bij 
DELAY
ADJUST
(instellen vertraging) staat. Druk op
instellen
F om het menu op te roepen.
Figure 8
Ga nu met de cursor 
➞ naar de regel 
UNIT
en
kies de gewenste eenheid voor afstand, feet of
meter. Ga dan met de cursor 
➞ naar 
CENTER
wasar de eerste instelling wordt gemaakt. Druk
nu op 
/
E& tot de juiste afstand van de
front links luidspreker tot de luisterpositie wordt
aangegeven. Druk dan eenmaal op 
¤
D om
naar de volgende regel te gaan.
De cursor 
➞ staat nu op de regel 
CEN
zodat de
vertraging van de center luidspreker kan worden
ingesteld. Druk op 
/
E& tot de afstand
van de luisterpositie tot de center luidspreker is
ingesteld. Herhaal dit voor alle actieve luidspre-
kerposities door op 
¤
D te drukken en gebruik
/
E& om de instelling te wijzigen. Denk
eraan dat deze laatste instelling alleen nodig is
wanneer surround achter luidsprekers geïnstal-
leerd zijn en Dolby Digital als surround functie is
gekozen.
Wanneer de vertraging voor alle luidsprekerposi-
ties is ingesteld kunt u terugkeren naar het
hoofdmenu door op 
/
¤
Navigatie
D te
drukken tot de 
➞ cursor op de regel 
BACK T O
MASTER MENU
(terug naar hoofdmenu) staat
en u drukt op Set
F. Heeft u echter een digita-
le videobron of een digitaal beeldscherm waar-
door e.e.a. niet meer lipsynchroon is, kunt u de
A/V Sync correctie gebruiken om het audiosignaal
dat naar alle kanalen gaat te vertragen (in tegen-
stelling tot de individuele instellingen), zodat
beeld en geluid weer synchroon lopen. Wij raden
u aan deze instelling te maken met de directe
instellingen op de afstandsbediening als hieron-
der aangegeven. Zo kunt u dan het beeld zien
terwijl u corrigeert; het is echter ook mogelijk de
instelling in het menu te maken.
Om de A/V Sync Delay in te stellen drukt u op
/
¤
Navigatie
D zodat de ➞ cursor op de
regel A/V Sync Delay staat en u drukt op 
/
Navigatie
E& om het geluid zo te vertra-
gen dat het synchroon loopt met het beeld.
De vertraging kan op elk moment tijdens het kij-
ken via de afstandsbediening worden gecorri-
geerd door op Vertraging
%. De A/V Sync
Vertraging is de eerste en kan worden gecorri-
geerd door binnen 5 seconden op Set
% te
drukken nadat 
A/V SYNC DELAY
in beeld
en op de onderste regel van de display 
˜ ver-
schijnt. Druk dan op 
/
E& om de gewens-
te instelling van de vertraging in te voeren zodat
audio en video synchroon lopen. Druk nogmaals
op Set
p om de instelling te openen.
Denk er aan dat de A/V Sync vertraging voor elke
videobron anders is en dat dus verschillende
instellingen voor alle aangesloten apparaten op
de Video 1, 2, 3 en 4 ingangen.
Om een van de afzonderlijke luidspreker posities
direct te wijzigen drukt u op Luidsprekerkeuze
% en dan op 
/
¤
Dom de gewenste posi-
tie te kiezen zodra de naam in beeld en in de
onderste regel van de display
˜ verschijnt.
Wanneer de naam van de luidsprekerpositie die u
wilt corrigeren verschijnt, drukt u binnen 5 secon-
den op Set
p. Druk op 
/
E& om de
gewenste vertraging voor die luidspreker in te
voeren en druk op Set
p om deze vast te leg-
gen. Dan kunt u met 
/
¤
D om een andere
positie te kiezen, of wacht vijf seconden waarna
het systeem naar normaal gebruik terugkeert.
Zijn instellingen voor de vertragingen gemaakt,
druk dan eenmaal op 
¤
D zodat de cursor
terug gaat naar 
BACK T O MASTER MENU
(terug naar hoofdmenu) en druk op instellen
BACK T O MASTER MENU
om naar 
MASTER
terug te gaan.
Instellen uitgangsniveau
Het instellen van de uitgangsniveaus is een
belangrijk onderdeel van het configuratieproces
bij een surround sound product. Het is in het bij-
zonder belangrijk bij een Dolby Digital ontvanger
als de AVR, aangezien de juiste uitgangssignalen
ervoor zorgen dat het filmgeluid met de juiste
richting en intensiteit wordt weergegeven.
Opmerking: iuisteraars zijn vaak onzeker over
werking van de surround kanalen. Sommigen
menen dat er altijd geluid uit alle luidsprekers
moet komen, terwijl er juist voor het merendeel
van de tijd weinig of geen geluid uit de surround
kanalen komt. Dat komt omdat ze alleen gebruikt
worden wanneer een regisseur of geluidstechni-
cus daar specifiek een geluid toevoegt om een
  *   D E L A Y   A D J U S T   *
F L   : 1 2 f t       S B R : 1 0 f t
C E N : 1 2 f t       S B L : 1 0 f t
F R   : 1 2 f t       S L   : 1 0 f t
S R   : 1 0 F t       S U B : 1 0 f t
U N I T :
F E E T
  M E T E R
A / V   S Y N C   D E L A Y : 0 m S
B A C K   T O   M A S T E R   M E N U
SYSTEEMCONFIGURATIE  23
Systeemconfiguratie
klankbeeld te creëren, een geluidseffect of een
actie te laten bewegen van het front van de
kamer naar de achterzijde. Wanneer de uitgangs-
niveaus correct zijn ingesteld, is het normaal dat
de surround luidsprekers slechts zo nu en dan
actief zijn. Het volume van de achter luidsprekers
extra verhogen kan juist de illusie van een omrin-
gend klankbeeld teniet doen, in afwijking van de
manier waarop het geluid in een bioscoop of
concertzaal wordt ervaren.
BELANGRIJK: het uitgangsniveau kan apart wor-
den ingesteld voor elke digitale en analoge sur-
round functie. Daarmee kunnen niveauverschillen
tussen de luidsprekers gecompenseerd worden, en
tevens kunnen verschillen afhankelijk van de geko-
zen surround functie, of het niveau van bepaalde
luidsprekers naar eigen inzicht verhoogd of ver-
laagd worden. Denk er aan instellingen die
gemaakt zijn voor een surround functie ook effec-
tief zijn voor alle ingangen die gerelateerd zijn aan
die surround functie.
Voor het instellen van de uitgangsniveaus er voor
zorgen dat alle luidsprekers correct zijn aan-
gesloten. Het systeemvolume aanvankelijk geheel
terug draaien. Zorg er tenslotte voor dat 
balans
Ò in het midden staat ‘op 12 uur’.
Gebruik EzSet
Met de exclusieve EzSet afstandsbediening van
Harman Kardon kunnen de uitgangsniveaus van
de AVR snel en nauwkeurig worden ingesteld,
zonder gebruik te hoeven maken van een
geluidsdrukmeter, hoewel ook een handinstelling
beschikbaar is. Voor een snelle en gemakkelijke
instelling de onderstaande procedure volgen ter-
wijl u op de luisterpositie heeft plaatsgenomen:
1. Controleer of alle luidsprekers op de juiste
manier zijn geconfigureerd op LARGE en SMALL
als eerder beschreven en schakel zonodig de in-
beeld display uit.
2. Stel het volume zo in dat 
&10
wordt aange-
geven, als aangegeven in de in-beeld display en
de display
˜.
3. Kies een willekeurige ingang die gekoppeld is
aan de surround functie waarvan u het uit-
gangsniveau wilt veranderen. Vergeet niet
dezelfde correcties te maken met alle andere
surroundfuncties gecombineerd met de gebruik-
te ingangen.
4. Houd de afstandsbediening voor u en zorg
ervoor dat u de EzSet Sensor Microfoon
Q
niet wordt afgedekt. De microfoon bevindt zich
op de voorzijde van de afstandsbediening en
richt hem op de AVR, niet verticaal zoals u met
een gewone microfoon zou doen.
5. Druk op SPL Indicatie
* en houd deze drie
seconden vast. Laat deze los zodra de
Programma/SPL Indicatie
2 constant
brandt. Druk op cijfertoets 5
H wanneer het
systeem voor 5.1 is geconfigureerd met stan-
daard luidsprekers, of, wanneer het voor 7.1
geconfigureerd, maar de surround achter luid-
sprekers niet worden gebruikt met de gekozen
surround functie. Druk alleen op cijfertoets 7
H op de afstandsbediening wanneer uw
systeem is geconfigureerd voor 6.1/7.1 met
volledige luidsprekerbezetting, inclusief achter
surround luidsprekers bij de gekozen surround
functie. Denk er aan dat de actieve luidsprekers
altijd afgelezen kunnen worden in de Luid-
spreker indicatie
$ in de display. Is de juiste
luidspreker configuratie gekozen, dan hoort u
een testsignaal in de front links luidspreker.
6. Op dat moment neemt EzSet over en wordt
het uitgangsniveau van elk kanaal ingesteld
zodat ze allen gelijk zijn en op de referentie zijn
ingesteld. Dit proces duurt een paar minuten,
afhankelijk van de benodigde correcties.
7. Tijdens het instellen kan het kanaal dat wordt
gecorrigeerd worden afgelezen in zowel de 
in-beeld display (indien actief) als in de display
˜, om en om met een indicatie van de instelling
ten opzichte van het gekozen volume. Bij het
instellen worden een paar zaken geregeld:
• De kanaalpositie die gecorrigeerd wordt knip-
pert in de luidspreker/kanaal functie
$.
Hoort u het signaal uit een andere luidspreker
dan die welke wordt aangegeven, dan is er een
fout gemaakt bij het aansluiten van de luidspre-
kers. In dat geval drukt u TWEEMAAL op test-
signaal
8 om het instellen te stoppen.
Schakel het apparaat vervolgens uit en controleer
alle luidsprekeruitgangen 
 of deze
juist zijn aangesloten. Start daarna het instelpro-
ces opnieuw.
• Nadat de afzonderlijke kanalen zijn ingesteld,
de kanalen verschijnen het bewuste kanaal en de
instelling in de in-beeld display (indien actief) en
in de display
˜. Terwijl het niveau wordt aan-
gepast verandert de kleur van de programma/
SPL indicatie
2 in relatie tot het verschil met
de referentie. Rood geeft aan dat het niveau te
hoog is, amber is te laag. Groen tenslotte geeft
aan dat het niveau juist is en het testsignaal gaat
naar het volgende kanaal.
• Terwijl de instellingen worden gemaakt
knippert de rode LED onder de AVR keuze
5.
Dat is normaal en geeft aan dat EzSet actief is.
8. Nadat het testsignaal eenmaal alle kanalen
heeft gehad, gaat het nogmaals rond om de
instelling te controleren.
9. Na twee complete rondgangen van het
testsignaal zijn de niveaus ingesteld. De
Programma/SPL indicatie
2 blijft voor elk
kanaal groen. Na completering van de tweede
ronde knippert Programma/SPL indicatie
2
tweemaal groen en dooft. Het testsignaal stopt
en de AVR keert terug naar normaal gebruik.
Wanneer u meent dat de niveaus die met EzSet
zijn gekozen veel hoger of lager zijn dan de 0 dB
instelling, of zelfs tegen de limiet van het 
+/-10 dB bereik van de uitgangsniveaus ligt,
kunt u afhankelijk van de gevoeligheid van de
luidsprekers en de inrichting van uw kamer, de
procedure herhalen. Ga terug naar stap 2 en stel
het hoofdvolume hoger of lager, in verhouding
met de eerder ingestelde niveaus. Werden de
niveaus b.v. op ca. -7 dB ingesteld, draai de volu-
meregelaar dan 7 dB terug. U kunt deze proce-
dure zo vaak herhalen als nodig om een goed
resultaat te bereiken. OM schade aan de luid-
sprekers of uw oren te vermijden, raden we u
aan de master volumeregelaar niet boven 0 dB in
te stellen.
Opmerking: het niveau van de subwoofer
wordt niet gecorrigeerd met het testsignaal. Om
de subwoofer in te stellen dient een externe bron
gebruikt te worden, als beschreven op pagina 32.
Handinstelling uitgangsniveau
De uitgangsniveaus kunnen ook met de hand
worden ingesteld, hetzij om ze met een SPL
meter zelf in te stellen, dan wel om fijninstellin-
gen te maken ten opzichte van de niveaus die de
EzSet afstandsbediening heeft gemaakt.
Handinstelling is het gemakkelijkst via het
CHANNEL ADJUST
(kanaal corrigeren)
menu (Afb. 9). Staat het hoofdmenu nog in beeld
druk dan op 
¤
D tot de in-beeld ➞ cursor
naast 
OUTPUT ADJUST
staat. Bent u niet in
het hoofdmenu, druk dan op in-beeld display
L om het 
MASTER MENU
(Afb. 1) op te
roepen en druk vervolgens viermaal op⁄zodat de
¤
D cursor u op de regel uitgangsniveaus
staat. Druk op instellen
F om het
CHANNEL ADJUST
menu in beeld te laten
verschijnen.
Afbeelding 9
Wanneer het 
CHANNEL ADJUST
menu
voor het eerst verschijnt, is het testsignaal uitge-
schakeld. Gebruik 
/
¤
D om een kanaal
voor correctie te kiezen met een externe bron,
zoals een testdisc, om de uitgangsniveaus te
beoordelen. Wanneer de cursor 
➞ op de regel
van het te corrigeren kanaal staat drukt u op 
/
E& om het niveau te verhogen of te verla-
gen. Voordat u zelf gaat instellen, raden we u
aan eerst de ingebouwde testtoongenerator van
de AVR te gebruiken die automatisch een signaal
naar alle kanalen stuurt om te controleren of alle
luidsprekerverbindingen correct zijn gemaakt.
Schakel de testtoon in en laat deze automatisch
over de kanalen circuleren over de kanalen waar-
van voorheen luidsprekers zijn geconfigureerd
(zie pagina 24). Druk nu op 
/
¤
D tot de
  *   C H A N N E L   A D J U S T   *
F L
: 0   d B
S B R : 0   d B
C E N
: 0   d B
S B L : 0   d B
F R
: 0   d B
S L
: 0   d B
S R
: 0   d B
S U B : 0   d B
C H A N N E L   R E S E T
: O F F  
T E S T   T O N E   S E Q
: M A N U A L  
T E S T   T O N E        
: O F F  
B A C K   T O   A U D I O   S E T U P
24 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
cursor 
➞ op de regel 
TEST TONE SEQ
in
het menu staat. Druk dan op 
/
E& tot
AUTO
wordt aangegeven. Vervolgens drukt u
eenmaal op 
¤
D zodat de cursor naar
TEST TONE
wijst. Druk op 
/
E& om
het testsignaal bij de Front Links luidspreker te
laten beginnen. Het circuleert nu rechtsom door
de kamer en activeert elke luidspreker geduren-
de twee seconden, waarna de volgende luid-
spreker wordt geactiveerd. De cursor 
➞ knippert
naast de actieve luidspreker om aan te geven
van welke luidspreker u signaal dient te horen.
BELANGRIJK: omdat dit testsignaal een veel
lager niveau heeft dan normale muziek dient u
het volume, na de instelling van alle kanalen,
terug te nemen. Het juiste volume dient weer
hersteld te zijn VOORDAT u terugkeert in het
hoofdmenu en het testsignaal uitgeschakeld
wordt.
Opmerking: vergeet niet te controleren of de
luidsprekers correct zijn aangesloten. Terwijl het
testsignaal rond gaat controleert u of het geluid
ook werkelijk komt van de luidspreker die in de
display 
˜ wordt aangegeven. Zou dat bij een
luidspreker niet kloppen, schakel de AVR dan uit
met de netschakelaar
1 en controleer de
luidsprekeraansluitingen en eventuele verbindin-
gen naar externe versterkers om er zeker van te
zijn dat alle luidsprekers met de juiste kanalen
zijn verbonden.
Nadat u de luidsprekerposities gecontroleerd
heeft, laat u het testsignaal weer rondgaan en
luistert u of een kanaal luider klinkt dan de
andere. Met de front luidspreker links als refe-
rentie drukt u op 
/
¤
D op de afstandsbe-
diening om alle luidsprekers op hetzelfde niveau
te brengen. Merk op dat drukken op 
/
E& het testsignaal op dat kanaal zal blijven
om de tijd te geven de afregeling te maken. Laat
u de toets los dan gaat de ruis na vijf seconden
weer rond. De cursor 
➞ u in beeld kan ook
direct naar de af te regelen luidspreker ver-
plaatst worden met de 
/
¤
D toetsen op de
afstandsbediening.
Ga door met het regelen van de afzonderlijke
luidsprekers tot ze alle hetzelfde volume hebben.
Merk op dat de regelingen alleen gemaakt die-
nen te worden met 
/
E& op de
afstandsbediening, NIET met de volumeregeling.
Gebruikt u een geluidsdrukmeter (SPL) voor een
exacte instelling met het testsignaal, zet de
volumeregelaar
) dan op –15 dB en stel
het niveau voor elk kanaal zo in dat de meter 
75 dB aangeeft, C-gewogen, traag. (C-weighted,
slow). Nadat de instellingen zijn gemaakt draait
u het volume weer terug.
U kunt deze instellingen van elk kanaal ook
geheel zelf maken door op
/
¤
D te drukken
tot de cursor 
➞ op de regel 
TESTTONE
SEQ
in het menu staat om vervolgens met 
/
E&
MANUAL
(handbediening) te marke-
ren. In de 
MANUAL
functie start het testsig-
naal ook direct, maar gaat alleen naar een ande-
re luidspreker door op 
/
E&. te drukken.
Wanneer de handinstelling actief is kan de test-
toon worden uitgeschakeld door op 
/
¤
D
te drukken tot de cursor 
➞ op de regel 
TEST
TONE
staat en dan met 
/
E&
OFF
(uit) te markeren.
Opmerking: het uitgangsniveau van de sub-
woofer kan niet gecorrigeerd worden met
behulp van het testsignaal. Om het niveau van
de subwoofer te corrigeren volgt u de stappen
voor het instellen van het uitgangsniveau op
pagina 32.
Wanneer alle kanalen hetzelfde niveau hebben
is de afregeling gereed. Zet nu met volume
)
het niveau op ca. –40 dB, anders zal het afspeel-
niveau te hoog zijn zodra de muziek begint te
spelen. Om dit menu te verlaten drukt u op 
/
¤
D tot de cursor ➞ u in beeld naast de regel
BACK T O MASTER MENU
staat en u drukt
op instellen
F om het testsignaal uit te
schakelen en terug te keren naar het 
MASTER MENU
.
De uitgangsniveaus kunnen ook afgeregeld wor-
den door de afzonderlijke toetsen en het Semi-
OSD systeem te gebruiken. Om op deze manier
de uitgangsniveaus te regelen drukt u op test-
signaal
8. Vanaf het moment dat u op de
toets drukt gaat het testsignaal, zoals eerder
beschreven, rond. Het juiste kanaal vanwaar u
het testsignaal wilt horen, wordt aangegeven in
het onderste derde deel van het beeld en in de
display
˜. Als een extra aanwijzing wordt het
juiste kanaal, terwijl het testsignaal rondgaat,
ook aangegeven door de luidspreker/kanaal
keuze
$, door een knipperende letter in het
correcte kanaal. Draai het volume
) hoger
tot u de ruis duidelijk kunt horen.
Om het uitgangsniveau te regelen drukt u op
/
¤
D op de afstandsbediening tot het
gewenste niveau in de display of in beeld wordt
aangegeven. Zodra u de toetsen loslaat gaat het
testsignaal na vijf seconden opnieuw rond.
Wanneer alle kanalen hetzelfde uitgangsniveau
hebben, zet u met volume
) het niveau op
ca. –40 dB, anders zal het afspeelniveau te hoog
zijn zodra de muziek begint te spelen. Daarna
drukt u op testsignaal
8 om de testtoon uit
te schakelen en het proces af te ronden.
BELANGRIJK: se afregeling van het uitgangs-
niveau zal niet effectief zijn voor alle ingangen,
maar alleen voor de werkelijk geselecteerde sur-
roundfuncties. Om ook effectief te zijn voor een
andere functie, kiest u die functie (met welke
ingang dan ook) en u herhaalt de boven
omschreven inregeling. Zo kunt u verschillen in
niveaus tussen luidsprekers, die per surround-
functie kunnen verschillen, compenseren, of het
niveau van bepaalde luidsprekers opzettelijk
verhogen of verlagen, e.e.a. afhankelijk van de
gekozen surroundfunctie.
Opmerking: niveau inregeling is niet beschik-
baar voor de VMAx of Surround uit functie, aan-
gezien er geen surround luidsprekers gebruikt
worden (en er dus geen niveauverschillen kun-
nen optreden tussen luidsprekers in dezelfde
kamer). Maar om niveauverschillen te compen-
seren tussen stereo, VMAx en andere surround-
functies (onafhankelijk van de gekozen ingang)
kunnen de uitgangen ingeregeld worden met de
procedure voor fijnregeling van de niveaus, zie
pagina 32, ook voor de Surround uit (stereo) en
VMAx functies. Zodra de op de vorige pagina
beschreven instellingen zijn gemaakt kan de 
AVR gebruikt worden. Hoewel er nog extra
instellingen gemaakt kunnen worden, dient dit
bij voorkeur te gebeuren nadat u naar meerdere
bronnen heeft geluisterd met verschillende soor-
ten bronmateriaal. Deze geavanceerde instellin-
gen worden op pag. 33-34 van deze handleiding
beschreven. Bovendien kan elke instelling die u
in het begin gemaakt heeft, later gewijzigd
worden.
Bij het toevoegen van nieuwe of andere bronnen
of luidsprekers, of u wilt de instelling corrigeren
naar uw eigen smaak, volgt u eenvoudig de
aanwijzingen voor het veranderen van de para-
meter als hiervoor beschreven. Denk er aan dat
alle wijzigingen op elk moment, ook bij gebruik
van afzonderlijke toetsen, in het geheugen van
de AVR worden opgeslagen, ook wanneer deze
geheel wordt uitgeschakeld, tenzij deze wordt
gereset (zie pagina 42).
Nu u klaar bent met de instelling en configuratie
van de AVR staat u op het punt het beste in
muziek en home theater weergave te beleven.
Veel plezier!
Page of 44
Display

Click on the first or last page to see other AVR 235 (serv.man10) service manuals if exist.